Zalige geroepenen

‘Schrijf, zalig zijn zij die geroepen zijn tot het avondmaal van de bruiloft van het Lam.’

De Bijbel begint met een aardse bruiloft: Adam en Eva, en eindigt met een hemelse bruiloft: Christus en de gemeente. Het begin van het huwelijk wordt nu nog niet gevierd, maar straks, als de bruidsgemeente voltallig zal zijn. Waar? In de bruiloftszaal van het Vaderhuis. Die grote zaal zal groot genoeg zijn om de grote schare gelovigen uit alle volken te bevatten. De wanden zijn met licht beslagen en met heerlijkheid geborduurd.
De bruiloft is een bijbels beeld, dat iets wil uitdrukken van de nauwe en intieme verbinding tussen Christus als Bruidegom en de gemeente als Zijn bruid. De onuitsprekelijke vreugde die de echtvereniging zal brengen, het grote feest, waar alles mooi en versierd is, het genieten, de liefde zonder maat. De Schotse puritein Andrew Gray zegt: ‘Geloof is hier de heersende genade, maar daar zal het de liefde zijn!’ De Bruidegom wordt het Lam genoemd. Het is Zijn bruiloft. De bruid komt geen eer toe; Hij staat in het middelpunt van de belangstelling.

Dubbele verhouding
Het Lam staat in dubbele verhouding tot Zijn bruid: Hij heeft haar gekocht met Zijn bloed als Lam en Hij heeft haar verworven door Zijn liefde als Bruidegom. Jezus moest Zijn bruid niet alleen liefhebben, maar ook Zijn bloed voor haar geven. Die bruid was zwart, een slavin, verkocht onder de zonde. Daarom moest Hij haar eerst vrijkopen. Daarna heeft Hij haar niet weggezonden als vrij persoon, maar vervolgens Zijn wondere liefde verklaard. De slavin werd een vrijgekochte en de vrije werd een beminde. Zijn offer was groot, maar Zijn liefde nog veel overweldigender.
Zo is Jezus haar Eigenaar en Bruidegom. De bruid is Zijn bezit en Zijn geliefde. Het Lam heeft Zijn leven gegeven maar ook Zijn liefde verklaard. De Joden voelen iets aan van de samenhang tussen het lijdende lam en de liefde. Met de viering van het Pascha wordt in de synagoge het Hooglied gelezen. Eertijds een arme slavin, maar nu gemaakt tot koningin. Haar bruidslied zal zijn: ‘Hem Die ons heeft liefgehad én voor God heeft gekocht met Zijn bloed.’

Genodigden
Gelukkig die geroepen zijn, uitgenodigd zijn. De uitnodiging tot de bruiloft vindt nu plaats op aarde. Evangelieprediking is uitnodiging. Boodschappers gaan uit in de heggen en stegen en nodigen tot het feestmaal dat aanstaande is: Hoort, Jezus noodt u, kom tot het feest. Wat doen we met de uitnodiging? Erop ingaan of afslaan? Negeren, afweren of erop reageren door te komen, in geloof, tot Hem? Gelukkig die geroepen en gekomen zijn. De menukaarten staan al klaar met de namen van de genodigden erop, maar de stoelen blijven leeg. De naamkaartjes zijn felle aanklachten tegen de genodigden die niet gekomen zijn. Er was plaats, ook voor hen met name. Maar hun prioriteiten lagen ergens anders. Hoort, Jezus noodt u:
Komt tot het feest!
Komt, alle dingen zijn gereed:
Voor arm en rijk is er plaatst bereid.
Trekt aan thans het bruiloftskleed.
Elk, die wil, mag komen tot de koningszaal;
gaat in de koningszaal!
O, zwakken en vermoeiden,
daar is plaats aan ’t bruiloftsmaal!

Gerechten
Het bruiloftsmaal zal een feestmaal zijn. Hier op aarde was er het Heilig Avondmaal voor de strijdende kerk, straks in de hemel is er het heerlijke feestmaal voor de triomferende kerk. Koninklijke lekkernijen worden daar gesmaakt. Daar zal geen gebrek zijn, zoals tijdens de bruiloft te Kana. Daar zal Hij zelf aanwezig zijn. Het beste heeft Hij voor het laatst bewaard. Het bruiloftsmaal zal vergoeden het tranendal hier beneden. Ons traanwater zal tot vreugdewijn veredeld worden. De geroepenen en gekomenen zullen genieten. Aanzitten en aanbidden het Lam. Zijn offer zal het voedsel zijn, Zijn stem de muziek, Zijn schittering de verlichting en Zijn liefde zal de sfeer bepalen. Elke schotel zal zoet zijn voor ons gehemelte. De engelen zullen dienaars zijn, Vaders goedheid zal ons toestralen en de Zoon Zelf zal ons verwelkomen. Echt, het allerbeste komt nog. Zal mijn ziel, mijn gezin, mijn gemeente aan Zijn tafel mogen aanzitten? De uitnodiging ligt er! Zijn we als kerkgangers feestgangers, op weg naar die blijde zalen? Zien we er een beetje blij uit wegens dat blijde vooruitzicht? Het heerlijkste is niet dat ik er zal zijn, maar dat Hij er is! Het Lam is waard te ontvangen, aanbidding, eer en dankb’re lofgezangen!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen