In memoriam Ds. G. Mouw

Maandagmorgen 30 mei werden wij opgeschrikt door de ontroerende tijding, dat het de Heere behaagd heeft om onze ambtsbroeder Ds. Gerardus Mouw uit dit leven weg te nemen door de dood. Het werd ook voor hem eeuwigheid. En dan heeft de dichter van Psalm 25 getuigd: "Ja, allen, die U verwachten, zullen niet beschaamd worden." Die verwachting was onze broeder, door genade niet vreemd. Van die levende hoop mocht hij in strijd en in droefenis somtijds blijmoedig getuigen: "De HEERE is mijn Deel, zegt mijn ziel, daarom zal ik op Hem hopen."

Er waren dagen van eenzaamheid aangebroken bij het verlies van zijn geliefde vrouw, Martha Mouw, geboren van de Munt, die zeven maanden geleden van zijn zijde werd weggenomen en naar we ook zo hartelijk mogen geloven mocht ingaan in de rust, die er overblijft voor het volk Gods.

Onder diep gemis mocht onze broeder toch Gode geen ongerijmdheid toeschrijven, maar eenswillens met 's Heeren wil gemaakt, haar soms met jaloersheid nastaren en spreken van de goedertierenheid Gods. Bijzonder beluisterden we dat toen hem in november van het vorig jaar een ongeval overkwam met de auto en hij maandenlang in het ziekenhuis te Roosendaal moest verpleegd worden. Eenmaal thuisgekomen was het de wens van zijn hart om nog een weinig dienstbaar te mogen zijn in 's Heeren kerk, met name in de gemeente Tholen waaraan hij sinds 24 maart 1976 verbonden was. Echter verscheidene hartinfarcten uit het verleden en ook nog vrij recent hadden zijn krachten afgebroken. Maar de lust en de liefde om in 's Heeren wijngaard te mogen arbeiden bleef hem bij. Tegen zijn dochters had hij kort tevoren nog gezegd: "Ik heb er geen spijt van, dat de Heere mij verwaardigd heeft om lang en veel te mogen arbeiden in Zijn dienst; maar nu kan ik niet meer." En de Heere sprak: "Het is genoeg!" Het was 's Heeren tijd om hem in te zamelen. "Daar houden de bozen op van beroering en daar rusten de vermoeiden van kracht. Daar zijn de gebondenen te zamen in rust, zij horen de stem des drijvers niet. De kleine en de grote is daar; en de knecht vrij van zijn heer."

Een arbeidzaam leven was vol. Ds. Mouw heeft de raad Gods mogen uitdienen en is ontslapen. Al wat van hem was blijft hier, wat van God is - af wat Hij wrocht - dat zal juichen tot Zijn eer! Zijn gunstvolk zal dan eeuwig verblijd zijn in de Heere en droefenis en zuchting zullen wegvlieden, ja eeuwige blijdschap zal op hun hoofden wezen. De laatste zuchting: "Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods? " is weggevloden en de verlosten door het bloed des Lams zullen dan eeuwig vol zijn van het: "Ik dank God, door Jezus Christus, onze Heere."

Wij hadden het voorrecht om gelijk met de ambtsbroeders A. Bregman, J.C. Weststrate en F. Harinck en onze overleden broeder in 1960 de studiejaren op de Theologische School te Rotterdam door te brengen. En zo wisten we van nabij zijn levensloop.en levensleiding. Geboren op 3 april 1918 moest hij al dadelijk zijn moeder missen en bracht zijn jeugdjaren bij pleegouders in Bameveld door. Vanwege de door de Heere gewerkte keuze in zijn hart bem kwaamde hij zich naast zijn dagtaak in de theologische studie en mocht hij op 24-jarige leeftijd de bevoegdheid als godsdienstonderwijzer behalen in de Nederlands Hervormde Kerk.

Als hulpprediker diende hij de gemeente van Putten, voornamelijk in de oorlogsjaren. Daarna arbeidde hij een vijftal jaren in deze funktie in de gemeente van Driedorp, diende als zodanig twee jaar de gemeente van Moordrecht en ten laatste die van Vriezenveen. In Rijssen woonachtig kwam hij over tot de Gereformeerde Gemeenten. In 1964 werd hij kandidaat gesteld tot de heilige dienst en in hetzelfde jaar bevestigd door onze docent wijlen Ds. L. Rijksen in de gemeente Middelharnis.

Daar arbeidde hij drie jaren om vervolgens de herdersstaf op te nemen in de gemeente van Oudemirdum. In 1972 verwisselde hij die met Genemuiden om ten laaste nog zeven jaren de gemeente Tholen te dienen. Behalve met velerlei arbeid in de gemeente van de classis Tholen, mocht hij zich ten volle inzetten voor de bouw van bejaardenwoningen te Tholen, vanuit zijn lidmaatschap van het Bestuur van "Eben-Haëzer" te Middelburg.

Als deputaat art. 48 D.K.O. bezocht hij onlangs nog de drie Particuliere Synoden van het Zuid-Westen, het Noord-Westen en het Oosten om de zegenwensen namens de P.S. Zuid over te brengen. "Ziet, een zaaier ging uit om te zaaien." Ook Ds. Mouw heeft het goede Woord Gods gepredikt, de leer van vrije genade, het evangelie voor verloren Adams zonen en dochteren, en dat Woord was hem lief. Maar zaaiers vallen weg. Ook onze naam moet schuil gaan in die ene Naam, Die onder de hemel is gegeven onder de mensen, door Welke wij moeten zalig worden.

Ook van hem gold: "Alle vlees is als gras en alle heerlijkheid des mensen is als een bloem van het gras. Het gras is verdord, en zijn bloem, is afgevallen. Maar het Woord des Heeren blijft in der eeuwigheid: en dit is het Woord, dat onder u verkondigd is." Moge het door de bediening van 's Heeren Geest dienstbaar gesteld zijn tot de toebrenging van gans verlorenen, tot de ópbouwing van het lichaam van Christus, tot de volmaking der heiligen. De Almachtige trooste de beide dochters, met echtgenoten en kinderen en zij der wezen Vader. Hij gedenke naar de trouw van Zijn verbond de gemeente van^Tholen en vervuUe ook deze ledige plaats met de man Zijns Raads; ja stote nog arbeiders uit in de oogst die zo groot is. Nu mag ten volle vervuld zijn waar onze overleden broeder eens In een oudèjaarsavondure het Woord mee bediende: "Want uit Hem, en door Hem, en tot Hem zijn alle dingen. Hem zij de heerlijkheid in der eeuwigheid."

Lisse

Ds. D. Hakkenberg

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen