Om het minste of geringste boos

Kaïn was de eerste mens waarvan we weten dat hij boos was. Op zijn broer (Genesis 4: 5). Of misschien wel op God, die Abels offer wel aannam en dat van hem niet. Kaïn ontstak zeer. Er ontbrandde een geweldige boosheid in hem. Hij werd woedend. Dat is gevaarlijk. Het kan heftige gevolgen hebben. Woede. Als je erg boos bent, ligt de zonde voor de deur (vers 7). Wie een echte driftkikker is, herkent dat. Je zegt of doet dingen, waarvan je later spijt hebt. Als je driftig bent, in woede ontstoken, zondig dan niet, staat er in Psalm 4: 5. Wat moet je dan doen? Lees maar verder: Spreekt tot uw hart op uw leger – je bed – en wees stil. Dus, trek je even terug. Ga naar je slaapkamer. Denk na. Kom tot jezelf. Vraag je eens af wat er onder je boosheid zit. Als je niet boos zou zijn, wat zou je dan voelen? Machteloosheid, verdriet, jaloezie, miskenning? Calvijn geeft in zijn commentaar op Efeze 4: 26 aan dat er een aantal zonden aan de deur liggen als je boos wordt. Het eerste is dat je om het minste of geringste boos wordt. Of dat je boos wordt omdat jou persoonlijk iets is aangedaan: je voelt je beledigd of gekwetst. Het tweede is dat je onbeheerst boos wordt. En het derde is dat je de boosheid die je tegen jezelf koestert, of tegen de zonde, afreageert op de ander. Calvijn reikt je hiermee genoeg bruikbaar materiaal aan om mee te nemen als je je terugtrekt om over je boosheid na te denken.

Schelden
Boosheid moet niet blijven zitten. Dat is niet alleen dwaas (Prediker 7: 5), het is ook heel gevaarlijk. Je kent misschien ook voorbeelden van mensen die iets verdrietigs meemaken, bijvoorbeeld een baan verliezen, en van wie het leven versteent in wrok en boosheid. Boos op wie hen dit heeft aangedaan. Boosheid schiet gemakkelijk wortel en wordt een ongeneeslijke ziekte. Het woekert voort. In Efeze 4:26 staat heel praktisch dat je de zon niet moet laten ondergaan over je boosheid. En in het volgende vers staat niet minder ernstig wat de consequentie is als je dat niet doet: je geeft de duivel ruimte! Je geeft de duivel een kans, als je je boosheid laat zitten. Een kans om je langzaam vol te gieten met haat. Je gaat de ander kwetsen, benadelen, schelden. Dat is ernstig. Als je daarin volhardt, brengt het je in het grote vuur, zoals Jezus zegt in de Bergrede (Mattheüs 5: 22). Misschien heb je een driftig karakter. Misschien word je snel boos of geïrriteerd. Het zou kunnen dat je er tegen vecht, maar dat dat niet erg wil vlotten. Er is een remedie: vernieuwing van je gemoed door de genade van Christus. Dan word je zachtmoedig. Als Gods genade levend is in je hart, dan kunnen mensen je niet meer kwetsen of beledigen. Dan gaat het je niet meer om de eer of om het oordeel van mensen, maar dan gaat het je om het oordeel van God. De Heere heeft een welgevallen aan Zijn volk. Hij zal de zachtmoedigen versieren met heil (Psalm 149: 4) Verlang je daarnaar?

Bliksem
Word je dan niet meer boos? Ja: op jezelf. Ja: op de zonde. Ja: op de verwoestende acties van de duivel. Dan haat je wat God haat en wie God haat. Misschien ben jij boos op God. Dat kan. Hoe kan God het nu zo doen in je leven, in je omgeving? Dat is niet vreemd. Dat komt vaker voor. God vroeg aan Jona: Is uw toorn billijk ontstoken? Jona geeft het keihard terug: Ja! Billijk ten dode toe! (Jona 4: 8). Dat is zonde. Je denkt dan diep in je hart: ‘God is wel almachtig, maar Hij is niet wijs. Was ik maar God, ik zou het beter doen!’ Wat zijn wij hemeltergend hoogmoedig en arrogant. En wat doet God? Veegt Hij Jona met één beweging van Zijn arm weg? Bliksem uit de hemel? Nee. De Heere God is in Christus Jezus zo onbegrijpelijk lankmoedig. Er staan zelfs voorbeelden in de Bijbel waarin profeten hun boosheid tegenover de Heere uitschreeuwen. Waarom bent U mij een loerende beer? zegt Jeremia. Waarom doet U ons van Uw wegen dwalen, vraagt Jesaja. Waarom is Uw bestraffing er iedere morgen, roept Asaf. Je hoeft voor de Heere je boosheid niet te bedekken. Je mag het eerlijk aan Hem belijden hoe het in je hart is. Hij moedigt zelfs aan om je hart voor Hem bloot te leggen: Betuig tegen mij. Komt, laat ons tezamen richten.

Vrede
Wat een wonder als dan tijdens het bidden het licht van Woord en Geest over je boosheid valt. Dan zie je ineens dat de zaken totaal anders liggen. Dat niet jouw toorn tegen God, maar Gods toorn tegen jou gerechtvaardigd is. Dan smelt je. Dan verdampt je boosheid en blijft verwondering over. En het gebed: Wend Uw toorn van mij af. Zie op mij in genade neer. Door die Geest verbreekt je hart. Dan komt vrede in plaats van woede. Dan wordt de barricade van boosheid geslecht worden vanaf de overkant. Dit zegt de Hoge en Verhevene, die in de eeuwigheid woont en wiens Naam heilig is: Ik zal niet gedurig verbolgen zijn. Ik was verbolgen over hun ongerechtigheid. Evenwel gingen zij afkerig heen in de weg van hun hart. Ik zie hun wegen. Ik zal hen genezen. Ik zal hen geleiden en hun vertroostingen weer geven. Ik schep vrede, vrede degenen die nabij en die verre zijn, zegt de Heere. Ik zal hen genezen (Jesaja 57).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen