Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

James Usscher

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

James Usscher

Een puriteinse aartsbisschop

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zijn trouw aan het koningshuis was even groot als zijn trouw aan de gereformeerde confessie. Daarom wenste James Ussher niet te participeren in de Synode van Westminster, reden waarom zijn bezit werd geconfisqueerd. Toch was er geen theoloog die de Westminster geloofsbelijdenis diepgaander beïnvloedde.

Richard Baxter heeft eens opgemerkt dat, als alle episcopalen waren geweest als aartsbisschop Ussher, alle presbyterianen als Stephen Marshall en alle ongregationalisten als Jeremiah Burroughs, de breuken van de kerk spoedig geheeld zouden zijn. Achtergrond van deze opmerking was de toenemende verdeeldheid onder 17eeeuwse puriteinen over de wijze waarop de kerk geregeerd moest worden. James Ussher werd op 4 januari 1581 in Dublin geboren, als telg van een vooraanstaand oud-Engels geslacht dat al eeuwen in Ierland woonachtig was. Zijn vader was klerk van de Ierse kanselarij, terwijl zijn grootvader van moeders zijde voorzitter was geweest van het Ierse Lagerhuis. In geestelijk opzicht was de familie waaruit hij kwam, verdeeld. Richard Stanihurst, een broer van zijn moeder, was een erudiet jezuïet en gaf les aan de universiteit van Leuven. Zijn moeder keerde kort vóór haar dood terug naar de Rooms-Katholieke Kerk. Twee ongetrouwde blinde tantes hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan zijn opvoeding. Zij maakten hem vertrouwd met de inhoud van de Bijbel. Volgens de overlevering kenden zij grote gedeelten van de Bijbel uit hun hoofd. Op tienjarige leeftijd werd Ussher innerlijk voor de boodschap van het Evangelie gewonnen met de woorden van Romeinen 12 vers 1: „Ik bid u dan, broeders, door de ontfermingen Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levende, heilige en Gode welbehagelijke offerande, welke is uw redelijke godsdienst." geleerde jezuïet die gevangen zat in Dublin Castle. Het leidde ertoe dat hij systematisch de kerkvaders ging bestuderen; een karwei dat hem achttien jaar kostte. In 1599 werd Ussher tot fellow van Trinity College benoemd. Twee jaar later behaalde hij de graad van Master of Arts. Hij ontving daarop het verzoek de catechetische lezing over het verschil tussen Rome en de Reformatie te verzorgen. Deze werd elke zondagmiddag in de Christ Church van Dublin gegeven. Op 20 december van het jaar 1601 werd hij door zijn oom Henry Ussher, die toen aartsbisschop van Armagh was, zowel tot het ambt van diaken als tot dat van priester gewijd.

Ierse kerkgeschiedenis
Naar zijn eigen getuigenis had Ussher met zijn prediking een dubbele doelstelling, namelijk zielen voor Christus winnen en zijn hoorders van de dwalingen van Rome overtuigen. Hij had niet alleen een pastorale instelling, maar was ook een groot geleerde. In Engeland hielp hij sir Thomas Bodley bij het opzetten van de bekende Bodleian Liberary in Oxford. In 1607 behaalde hij de graad van Bachelor of Divinity en werd hij benoemd tot de eerste hoogleraar in de theologie van Trinity College. In 1614 trouwde Ussher met Phoebe Challoner. Het jaar daarop werd hij gekozen tot vice-kanselier van het Trinity College. Ussher begreep dat Rome met name op het terrein van de kerkgeschiedenis bestreden moest worden en dat er een gedegen antwoord moest komen op de vraag van roomse zijde waar de kerk van de Reformatie vóór de zestiende eeuw te vinden was. Met zijn eerste publicatie. De Ecclesiarum Successione, wilde hij aantonen dat Rome afweek van de oorspronkelijke leer van de christelijke kerk en dat daarom de Gereformeerde Kerk van Ierland de ware voortzetting was van de vroegchristelijke kerk in dit land. Dat zijn studie van de vroege Ierse kerkgeschiedenis werd gewaardeerd, blijkt wel uit het feit dat koning James I hem de gelegenheid gaf van eind 1623 tot begin 1626 in Engeland te verblijven om zich helemaal aan het onderzoek van de kerkgeschiedenis te wijden

Cultuurpatroon
Evenals de Kerk van Engeland was de Kerk van Ierland los komen te staan van Rome, omdat Hendrik VIII zonder toestemming van de paus scheidde van zijn vrouw Catharina van Arragon. De Ierse bevolking bleef echter in overgrote meerderheid trouw aan Rome. De Kerk van Ierland mocht dan de enige door de wet erkende kerk zijn, de praktijk was anders. Naast de godsdienstige verschillen speelde ook de antipathie van de Ieren tegen de Engelse overheersing een rol. De Kerk van Ierland werd hiermee geïdentificeerd. Het feit dat de diensten in het Engels gehouden moesten worden, heeft dit alleen maar versterkt. Zo werd de prediking van het Evangelie verbonden aan een bepaald cultuurpatroon. Helaas is Ussher in dit opzicht een kind van zijn tijd en milieu geweest. Toen William Bedell als provoost van Trinity College de Bijbel in het Iers vertaalde en zijn lesprogramma in deze taal verzorgde, met de bedoeling dat predikers de Ieren in hun eigen taal het Evangelie konden verkondigen, bekeek Ussher deze ontwikkelingen met argusogen

Geloofsbelijdenis
Op 34-jarige leeftijd werd Ussher door de convocatie (gezamenlijke vergadering) van Ierse bisschoppen belast met het opstellen van een geloofsbelijdenis voor de Kerk van Ierland. De Irish Articles komen vrijwel overeen met de Lambeth Articles. Die waren in 1595 in opdracht van John Whitgift, aartsbisschop van Canterbury, door de puriteinse theoloog William Whitetaker opgesteld. Zowel in de Lambeth Articles als in de Irish Articles wordt heel nadrukkelijk de dubbele predestinatie beleden. Deze leer wordt daarin zelfs op supralapsarische wijze verwoord. Duidelijk is dat men op dit punt een leemte voelde in de Negenendertig Artikelen, de officiële geloofsbelijdenis van de Kerk van Engeland. Een ander verschil met deze geloofsbelijdenis is dat in de Irish Articles het ambt van bisschop niet wordt genoemd. Ussher wenste presbyteriaansgezinde predikanten graag binnen de Kerk van Ierland te houden. Zij moesten wel bereid zijn binnen het kader van de bisschoppelijke vorm van kerkregering te werken, maar werden niet verplicht confessioneel hun voorkeur hiervoor uit te spreken. Voor Ussher was de wijze waarop een kerk geregeerd wordt, ondergeschikt aan de prediking van het Evangelie en de bediening van de sacramenten. Hij wenste dat de Kerk van Ierland een brede gereformeerde kerk zou zijn, waarbinnen mensen met een verschillende visie op de kerkregering konden samenwerken.

Wcstminster
In de Irish Articles wordt de mis als zeer goddeloos getypeerd en de paus met de mens der zonde gelijkgesteld. Het is daarmee het eerste gereformeerde belijdenisgeschrift dat de laatste visie een confessionele plaats geeft. Ook komen we er de puriteinse visie op de sabbat in tegen. Het gereformeerde karakter van de Irish Articles komt niet in de laatste plaats naar voren in de wijze waarop de leer van de rechtvaardiging is verwoord. De Irish Articles van 1615 zijn de belangrijkste bron geweest voor de Geloofsbelijdenis van Westminster. Zowel in de ordening van de christelijke leer als in de verwoording ervan hebben de godgeleerden van Westminster zich nauw bij de door Ussher opgestelde geloofsbelijdenis aangesloten. Aanzetten tot een uitgewerkte verbondsleer, met de tweeslag verbond der werken en verbond der genade, zijn mede met gebruikmaking van Usshers A Body o/Diuinity in de Geloofsbelijdenis van Westminster tot bloei gekomen. Na de parochies van Fingles, Assey en Trim te hebben gediend, werd Ussher in juni 1621 geordend tot bisschop van Meath en Clonmacnoise. Op 22 maart 1625 werd hij tijdens zijn tweejarig verblijf in Engeland tot aartsbisschop van Armagh en daarmee tot primaat van de Kerk van Ierland benoemd. 1\issen 1628 en 1640 voerde hij regelmatig correspondentie met William Laud, de leidsman van de hoogkerkelijke richting, die in 1633 aartsbisschop van Canterbury werd. Ussher wees de arminiaanse theologie van Laud af, maar voelde zich met hem verbonden in zijn liefde voor wetenschap en zijn belangstelling voor de Vroege Kerk. Wat ze ook gemeenschappelijk hadden, was hun afkeer van revolutie en hun nadruk op het aanvaarden van het wettig gezag. Ussher heeft Laud nog bezocht vóór deze op 10 januari 1645 werd onthoofd.

Kerkpolitiek
De invloed van Laud op de Kerk van Ierland had tot gevolg dat het kerkelijk ideaal van Ussher in scherven viel. De regering bepaalde dat de Irish Articles vervangen moesten worden door de Negenendertig Artikelen, als grondslag voor de Kerk van Ierland. In 1634 ging de convocatie van Ierse bisschoppen onder zware druk overstag. De kerkpolitiek van Laud leidde ertoe dat in de jaren daarna verschillende presbyteriaansgezinde predikanten gedwongen werden hun ambt in de Kerk van Ierland neer te leggen. Dit heeft er ten slotte toe geleid dat de presbyterianen hun kerkelijk leven los van de Kerk van Ierland gestalte zijn gaan geven.Na in maart 1640 nog voor het Ierse parlement te hebben gepreekt, verliet Ussher Ierland voor een bezoek aan Engelse bibliotheken. Door de politieke ontwikkelingen is hij nooit meer naar Ierland teruggekeerd. Nadat het "Long Parliament" in november 1640 voor het eerst bijeen was gekomen, begaf hij zich naar Londen om advies te geven in kerkelijke zaken. Zijn voorstel voor een gematigde vorm van kerkregering werd in 1656, nadat hij reeds was overleden, gepubliceerd. Het kreeg de instemming van meerdere gematigde presbyterianen. Het moet voor Ussher een teleurstelling zijn geweest dat het "Long Parliament" in 1643 besloot de bisschoppelijke vorm van kerkregering geheel af te schaffen.

Confiscatie
In deze tijd kreeg Ussher een verzoek van kardinaal De Richelieu om naar Frankrijk te komen en zijn talenten voor het Franse protestantisme aan te wenden. Daarnaast kreeg hij een professoraat in de theologie aan de universiteit van Leiden aangeboden. Op beide aanbiedingen is hij niet ingegaan. Toen Ussher als antwoord op de uitnodiging om zitting te nemen in de synode van Westminster zich in een preek tegen de wettigheid van deze synode keerde, antwoordde het Lagerhuis met de confiscatie van zijn eigendommen. Nu was door de opstand van rooms-katholieken in Ierland heel zijn bezit reeds verloren gegaan, met uitzondering van zijn bibliotheek. Deze werd nu door de maatregel van het parlement getroffen. Vele nog niet gepubliceerde manuscripten en heel Usshers correspondentie gingen verloren. Ussher achtte de synode van Westminster onwettig omdat het parlement zonder instemming van de koning handelde. Dit neemt niet weg dat hij onder de puriteinen grote achting genoot vanwege zijn calvinistische theologie, zijn godzaligheid en zijn grote geleerdheid. Ook binnen de hoogkerkelijke richting werd met ontzag naar hem opgezien, vanwege zijn grote kennis van de kerkvaders, terwijl royalisten hem waardeerden om zijn trouw aan de koning.

Nalatigheid
In 1645 verliet Ussher Oxford. In eerste instantie vertrok hij naar Wales, om na een jaar weer naar Londen te gaan. Daar was hij de gast van Elizabeth Mordant, de weduwe van John Mordant, de eerste graaf van Peterborough. Terugkomend op haar eerdere behandeling van Ussher, stemde het parlement erin toe dat Ussher in 1647 als "lecturer" aan Lincoln's Inn, een van de vier Londense centra voor studie in de rechten, werd verbonden. In november 1648 veroordeelde hij de wijze waarop het parlement koning Charles I behandelde. Vanuit het huis van Elizabeth Dormant maakte hij de executie van deze vorst mee, op 30 januari 1649. Sinds dat jaar was hij gewoon de bewuste datum vastend door te brengen. In de jaren vijftig zocht Oliver Cromwell regelmatig advies van Ussher. Cromwell stond persoonlijk voor zijn veiligheid in. Invloedrijke posten werden Ussher aangeboden, maar hij ging daar niet op in, omdat hij dan door middel van een eed afstand had moeten nemen van zijn trouw aan de koning en zijn gehechtheid aan de bisschoppelijke vorm van kerkregering. In september 1655 stopte Ussher om gezondheidsredenen geheel met preken. Hij stierf op 21 maart 1656. Op bevel van Cromwell kreeg hij een staatsbegrafenis. Zijn lichaam werd ter aarde besteld in de Westminster Abbey, waarbij Cromwell er toestemming voor gaf dat bij de begrafenis de liturgie van het Book of Common Prayer werd gevolgd. De laatste woorden van Ussher waren: „O Heere, vergeef mij in het bijzonder mijn zonden van nalatigheid."

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 11 februari 2004

Terdege | 92 Pagina's

James Usscher

Bekijk de hele uitgave van woensdag 11 februari 2004

Terdege | 92 Pagina's