Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een klimaatinterview met Henri Bontenbal

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een klimaatinterview met Henri Bontenbal

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Abstract Henri Bontenbal (1982) is altijd in de weer met duurzaamheid en klimaat. De natuurkundige schrijft, discussieert en twittert zeer frequent over deze thematiek (zie bijvoorbeeld www.twitter.com/HenriBontenbal). Ook in zijn werk is hij er mee bezig, als energieconsultant en beleidsadviseur op het gebied van duurzaamheid en energie, vooral voor overheden en bedrijven. Bontenbal, zelf politiek actief als burgerraadslid voor het CDA, kan zich druk maken over verkiezingsprogrammas en regeerakkoorden die in zijn optiek kortzichtig zijn op het gebied van klimaatbeleid. En wat hem betreft zouden ook de kerken zich actiever met het milieu mogen bezighouden. Dat weerhoudt hem er niet van een kritische houding aan te nemen tegenover de utopie van sommige activisten of de hypocrisie van sommige dierenvrienden. Sterker nog, hij onderkent het gevaar van een seculiere heilsverwachting in de klimaatbeweging. De combinatie van bevlogenheid en een kritische houding maken hem tot een interessante gesprekspartner op dit terrein. Een gesprek over optimisme en pessimisme, utopisme en conservatisme, politiek en religie.

klimaat, natuur, milieufilosofie, duurzaamheid, rentmeesterschap

Probleem en beeld
Welke houdingen zijn er volgens jou te onderscheiden ten aanzien van het door velen (maar niet allen) erkende klimaatprobleem?
“Allereerst is er natuurlijk ontkenning, negeren, gewoon net doen of het niet bestaat. Dat kan ook zijn in de vorm van het geloven dat de vrije markt alles oplost. Iets is alleen werkelijk van belang wanneer mensen bereid zijn ervoor te betalen. Verder is er de houding van technologisch optimisme, de gedachte dat er overal een technisch antwoord op is of zal komen. “De techniek zal ons redden.” Dan is er het ‘terug naar de natuur’-denken. De oorspronkelijke natuur wordt als een soort oertoestand beschouwd waarin alles goed was. Dit wordt overigens wel gekoppeld aan een ‘weg met ons’-denken. De mens wordt gezien als spelbreker die het beste maar zou kunnen verdwijnen. Tenslotte is er nog het pessimisme, de verwachting van een klimatologisch Armageddon.”

Kun je eens wat reflecteren op deze houdingen?
“Bij klimaat-sceptici vraag ik me altijd af wat hun werkelijke beweegredenen zijn. Veel klimaatsceptici hebben in mijn optiek een dubbele of diepere agenda. Klimaatscepsis heeft alles te maken met een toenemend wantrouwen in de wetenschap en gezag in het algemeen. Hetzelfde wantrouwen in de wetenschap werd zichtbaar bij de reactie op de Mexicaanse griep en het inenten tegen baarmoederhalskanker. Burgers bezoeken een kritische website en zijn er daarna heilig van overtuigd dat het allemaal doorgestoken kaart is.
Bij conservatief georiënteerde mensen zie je vooral een sterke afkeer van maakbaarheidsdenken, utopie en hypes. Het lijkt me goed om onderscheid te maken tussen het erkennen van enerzijds het bestaan van een klimaatprobleem en van de menselijke bijdrage daaraan, en anderzijds het vermogen van de mens om er iets aan te veranderen. Een sceptische houding ten opzichte van menselijke inspanningen hoeft niet samen te gaan met het ontkennen van een probleem als zodanig. Ik denk dat juist een stroming als het conservatisme goede aanknopingspunten biedt voor een verantwoord klimaatbeleid. Conservare betekent immers bewaren en beschermen? Er zijn inmiddels voorzetten gedaan voor de ontwikkeling van een ‘groen conservatisme’.
De houding van het technologisch optimisme getuigt mijns inziens vaak van menselijke hubris. Het is bijvoorbeeld het idee dat we met geo-engineering of climate engineering aan de knoppen van het klimaat kunnen draaien, met een positief resultaat uiteraard. Ook de populaire cradle to cradle-filosofie vind ik van dit technologisch optimisme getuigen. De boodschap van deze ontwerpfilosofie is dat afval niet bestaat en dat we onze consumptie niet hoeven terug te schroeven. Hoewel er een aantal belangrijke knelpunten in deze ontwerpfilosofie zit, spreekt deze de mensen aan omdat de boodschap positief is en de belofte voorhoudt dat onbeperkte groei mogelijk blijft.
Het ‘terug naar de natuur’-denken is een Romantische reactie in de geest van Rousseau. We zijn een soort paradijselijke oertoestand kwijtgeraakt. Die moeten we weer terug zien te krijgen. Daarbij wordt vergeten dat de natuur verschillende kanten heeft: enerzijds hard en rauw, anderzijds mooi en fascinerend. De zachte kant wordt naar voren gehaald, de harde vergeten.
Al deze reacties lijken me levensbeschouwelijk gekleurd. Ze raken allemaal aan onze opvattingen over het totaal van de werkelijkheid, over oorsprong, doel en zin, over wat is en zou moeten zijn. De laatste twee grondhoudingen, technologisch optimisme en de Romantische houding, komen uitgebreid aan de orde in het werk van de Canadese filosoof Charles Taylor. Ik zou het erg interessant vinden als Taylor zijn ideeën verder zou uitwerken richting de milieufilosofie.”

Filosofie
Kun je kort beschrijven waarom jij denkt dat Charles Taylor de juiste aanknopingspunten biedt voor een adequate milieufilosofie?
“Charles Taylor beschrijft in zijn Bronnen van het zelf en De malaise van de moderniteit de wording van de moderniteit, met als belangrijke ingrediënten de opkomst van de individualiteit en het dominant worden van de instrumentele rede. Gemeenschappelijke doelen raakten uit het zicht en persoonlijke belangen werden doorslaggevend. Rationaliteit versmalde zich tot maximale efficiëntie en nut, wat resulteerde in een vervlakking van het leven en een dominante plaats van technologie.
De omgang van de moderne mens met zijn medemens, de natuur en het milieu kenmerkt zich door haar instrumentele karakter. De natuur heeft haar sacraliteit verloren en wordt beschouwd als een voorraad grondstoffen die kunnen voorzien in de menselijke behoefte. De gevolgen van deze instrumentele benadering van de natuur en het milieu worden zichtbaar in de ecologische crisis. De moderniteit loopt hier tegen haar grenzen aan.
Taylor schrijft dat als reactie op het wetenschappelijk-naturalistische denken vanuit een onthechte rede het Romantisch expressivisme sterk opkwam. Het gebruik van de instrumentele rede herkennen we in het technologisch optimisme; de romantische reactie zien we terug in de milieubewegingen. Men spreekt daar vaak van een terugkeer naar de natuur, het in harmonie leven met de natuur.
De vraag die het werk van Charles Taylor bij mij oproept, is: is het probleem van klimaatverandering de consequentie van de moderne instrumentele rede? Toont dit haar failliet aan? Is de terugkeer naar een romantisch expressivisme een optie? Of is alleen een theïstische herbronning een oplossing?”

Wat gaat het probleem van klimaatverandering doen met ons beeld van de natuur en de plaats van de mens daarin?
“Onlangs laaide de discussie over het bijvoeren van de grote grazers in de Oostvaardersplassen weer op. Moet de ‘natuur’ hier zijn gang gaan of moeten we ingrijpen? In deze discussies wordt het begrip ‘natuur’ heel verschillend gebruikt. Is de natuur de plek waar de wilde dieren leven? Is de natuur de plek waar wij een fijne wandeling kunnen maken? Is de natuur een voorraad grondstoffen ten dienste van de mens?
Feit is dat veel natuurgebieden kunstmatig door de mens in stand worden gehouden. Het in standhouden van heide is daar een goed voorbeeld van. Interessant vind ik het onderscheid dat wordt gemaakt tussen ‘natuurlijk’ en ‘kunstmatig’, door de mens in stand gehouden. Blijkbaar wordt de mens niet op dezelfde lijn geplaatst als de natuur. Terwijl de mens toch ook onderdeel is van die natuur?
Dezelfde paradox zie je in de discussie over klimaatverandering. Klimaatverandering wordt beschouwd als een onnatuurlijk, door de mens veroorzaakt proces. Soorten stierven ook in het verleden uit, maar het tempo waarmee dat nu gebeurt is ‘onnatuurlijk’. We worden (terecht!) opgeroepen deze roofbouw op de aarde te stoppen.
Puur naturalistisch gedacht is alles een natuurlijk proces. In dit verband moet ik denken aan de evolutiebioloog E.O. Wilson, bekend van zijn sociobiologie en evolutionaire verklaring van de moraal.
Ook hij maakt zich zorgen om klimaatverandering. Hij schreef het boek The Creation, waarin hij een oproep doet, niet alleen aan wetenschappers, maar ook aan geestelijken om samen zich hard te maken voor de strijd tegen klimaatverandering. Blijkbaar acht hij de mens ertoe in staat een beslissende rol te spelen in de toekomst van onze aarde en een ‘natuurlijk’ proces te sturen. Er zit naar mijn gevoel een paradox tussen deze oproep en zijn naturalistische wereldbeeld.”

Politiek
Behalve dat je adviseur bent, ben je politiek actief. Wat is de rol van de politiek in dit verband?
“In politiek verband, zeker op wereldschaal, kijkt men vooral naar elkaar en wacht men vaak af. Het is daarbij opmerkelijk dat China meer aan duurzame energieopwekking doet dan Nederland. De Chinese overheid heeft onlangs besloten een reeks van de meest vervuilende fabrieken te sluiten. Dat kan natuurlijk in hun politieke bestel eenvoudiger dan bij ons, maar toch. De meeste mensen maken zich niet echt druk over klimaatproblemen. Milieukundige Jan Boersema heeft onderzocht hoe belangrijk ‘groene waarden’ zijn voor het welbevinden van mensen. Het blijkt dat die nauwelijks invloed hebben. Mensen maken zich alleen werkelijk druk over wat heel nabij is in plaats en tijd, zoals de boom in hun tuin, niet over zoiets abstracts als het klimaat. Je ziet dat heel sterk bij allerlei dierenvrienden. Dion Graus van de PVV maakt zich druk over huisdieren. Hij bedacht ‘1-1-4, red een dier’. Tegelijk ontkent hij klimaatverandering door menselijk toedoen en heeft hij niet door dat er wereldwijd dertig procent van de diersoorten de komende decennia dreigt uit te sterven.

En als we op het niveau van de politieke filosofie insteken...?
“Ik denk dat het christen-democratisch gedachtegoed de beste voedingsbodem is voor het denken over duurzaamheid en rentmeesterschap. Rentmeesterschap heeft alles te maken met rechtsvaardigheid door de tijd heen en naar alle plaatsen. Daarnaast is ‘verantwoordelijkheid’ een belangrijke notie in dit gedachtegoed.”

Kun je dat wat uitwerken?
“Naast de rentmeester wordt ook wel gesproken van de wachter. Zie hierover bijvoorbeeld het werk van Bob Goudzwaard. Ook Henk Woldring schrijft erover in zijn boek Politieke filosofie van de christen-democratie.” Bontenbal pakt het boek uit de kast, bladert er in en citeert dan Woldring, die op zijn beurt weer de theoloog Anton Houtepen aanhaalt. “‘De rentmeester als wachter houdt toezicht op het reilen en zeilen van mens en dier, houdt de tekenen der tijden in het oog, waakt waar anderen slapen en kondigt tijdig gevaren aan. Zorg staat bij zo’n rentmeester hoger in het vaandel dan winst of efficiency. (...) De wachter is niet een handelsagent die loert op de hoogste prijs, noch een huurling, die niet echt om de spullen geeft, maar iemand die zorg draagt als plaatsbekleder, vicarius Dei, die ook voor God rekenschap moet afleggen over zijn beleid.’ (p. 31) Het gaat er bij de opvatting van de natuur als schepping niet alleen om dat God het geschapen heeft, maar ook dat de mens in zijn rentmeesterschap gehouden is aan Gods beleid en diens criteria. We beheren namens God. Rentmeesterschap is geen vrijbrief. Het begrip rentmeesterschap wordt echter steeds meer economisch ingevuld, in de zin van: het huishoudboekje moet op orde zijn. Dat is echt een versmalling van rentmeesterschap. Rentmeesterschap gaat over een duurzaam beheer op allerlei gebied, sociaal en natuurlijk, naast economisch. In het algemeen geldt daarbij: iets kapot maken is makkelijker dan iets opbouwen of herstellen.”

Kerk
Zie je hier een rol voor de kerk?
“Zeker. In de christelijke traditie zijn er voldoende aanknopingspunten voor duurzaamheid. Ik denk dan bijvoorbeeld aan de monastieke tradities. Het is opvallend dat veel kloosters nu en al veel langer bezig zijn met duurzaamheid in en om het klooster. De Benedictijnse spiritualiteit biedt veel waardevols als het gaat om duurzaamheid, soberheid en dienstbaarheid.
Een van de geloften die een Benedictijner monnik aflegt bij zijn intrede in het klooster is de gelofte van stabilitas, door Wil Derkse vertaald als ‘op je plaats blijven’. De monniken weten zich sterk verbonden met de plek waar zij wonen en proberen op deze plaats een duurzame bijdrage te leveren. Veel abdijen bewerken het omliggende land volgens ecologische principes.
Chemicaliën worden niet gebruikt. Sommige kloosters werken aan bosbouwprojecten, andere faciliteren een zorgboerderij of onderhouden een vlindertuin. Het kloosterleven is dus een vorm van localisme en doet denken aan de transition towns, waar burgers op vrijwillige basis duurzame leefgemeenschappen creëren.
Vanuit de kerken gebeurt gelukkig al veel. Er zijn diverse werkgroepen waarin de thematiek van klimaatverandering en milieu wordt uitgewerkt. Ook kan gedacht worden aan de Michacampagne. In de laatste encycliek van Paus Benedictus XVI, Caritas in Veritate, wordt de thematiek van duurzaamheid en klimaatverandering grondig behandeld. Ook de Raad van Kerken en andere internationale oecumenische samenwerkingsverbanden hebben het onderwerp op de agenda gezet.
De kerk kan ook op het gebied van duurzaamheid een ‘contrasterende’ gemeenschap zijn.
Gewoon door sober te leven, tevreden te zijn met genoeg en op die manier te laten zien er belangrijker zaken zijn dan leven als een god in Frankrijk.”

(Reageren? h.bontenbal@gmail.com)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.forumc.nl/radix

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 december 2010

Radix | 72 Pagina's

Een klimaatinterview met Henri Bontenbal

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 december 2010

Radix | 72 Pagina's