Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ds. Adam van der Heijden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ds. Adam van der Heijden

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het CURATORIUM der Theologische School geeft met innige droefheid aan de Kerk bericht, dat het den Heere behaagd heeft den WelEerw. Zeergel. Heer 

Ds. Adam van der Heijden

Docent aan de Theologische School, in Zijne eeuwige heerlijkheid op te nemen.
Sedert langen tijd leefde de vreeze, dat de geliefde ontslapene niet meer van zijn krankbed zou opstaan. Het was het droevig slot van een smartelijke beproeving, welke hem sinds de laatste jaren als een zware last drukte. Een kaak-operatie deed hopen, dat de pijnen in mond en hoofd daardoor zouden weggenomen worden. Maar niet lang duurde het, of het lijden begon opnieuw, en nu in toenemende mate, zoodat in de laatste weken het lijden schier ondragelijk werd. Het hart was in hevige mate aangetast, waarbij nog longontsteking kwam. Het onderzoek door den hoogst bekwamen hart-specialiteit, Prof. Dr. Heijmans van den Bergh, ontnam alle hoop op herstel. En toch gingen er sinds dat consult nog weken voorbij, eer dat de dood kwam. Onbeschrijfelijk is het lijden geweest, waaraan onze Broeder onderworpen was; nacht nog dag was er eenige verkwikking; geen injectie kon rust geven. En onder dat alles was er geen klacht over de leiding des Heeren. Bij oogenblikken verkwikte de Heere zijne ziel met een uitzicht op een zalige eeuwigheid, en dan zeide hij; „Wat zal dat straks zijn, als de Heere mij de kroon der rechtvaardigheid op het hoofd zal zetten.” De wetenschap, dat hij straks het Lam zou volgen, waar Het henenging, was hem ziele weelde. En nu heeft hij zijn wensch verkregen. Verzadiging van vreugde is nu voor eeuwig zijn deel; hij is verlost, zoowel naar lichaam als ziel; God heeft hem welgedaan!
Op aarde viel hem de vorstelijke onderscheiding ten deel, dat H M. de Koningin hem benoemde tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau. Maar hooger eer viel hem van den Koning der koningen te beurt, door hem op te nemen onder de huisgenooten Gods en de burgers van het Nieuwe Jeruzalem.
Voor de Christelijke Gereformeerde Kerk is het verlies van een harer uitnemendste dienaren zeer smartelijk. In 1900 werd Ds. v. d. Heijden bevorderd tot den Dienst des Woords, en werd hem van Christus' wege de herderstaf over Zijne kudde toevertrouwd. Predikant was Ds. A. van der Heijden met hart en ziel; voor hem bestond niets hoogers. Toen dan ook de Generale Synode in 1909 hem riep tot de opleiding tot den dienst des Woords, gaf hij aan die roeping gehoor, doordat hij in het „werpen van het lot” de stem Gods meende te onderkennen. Weigeren dorst hij niet. En zoo verbond hij zich als Docent aan de Theologische School. Achttien jaren heeft hij zijn krachten en gaven besteed om mede op te leiden jonge menschen tot de verkondiging des Evangelie's. Docent A. van der Heijden heeft met ijver en volle toewijding zijn roeping vervuld. In het diep besef van zijn hooge verantwoordelijkheid heeft hij gearbeid zoolang als hij kon. Ja, toen hij eigenlijk niet meer kon, onderwees hij de studenten aan zijn huis; dan ging het van het slaapvertrek naar de studeerkamer en omgekeerd. Totdat de Heere er een einde aan maakte en hem bond aan het smartelijke krankbed, waarop hij strijdend en biddend den dood is ingegaan.
De kerk verliest in hem een trouwen zoon en een bekwaam dienaar, die met geheel zijn hart haar diende. De Theologische School derft in hem een ijverig Docent. De Docenten betreuren een vriendelijk en medelevenden ambtsbroeder; de Studenten missen een vaderlijken Vriend, die in al hun moeiten en zorgen medeleefde. De Predikanten, in wier hart hij een plaats van liefde en hoogachting had, zullen hem in waardevol aandenken houden.
Het CURATORIUM had vertrouwen in den arbeid van wijlen Docent A. van der Heijden. Het gedenkt met groote dankbaarheid de jaren van de alleraangenaamste saam werking met den ontslapen Broeder, die in liefdevollen ijver heelt gearbeid tot het welzijn der Kerk en tot de komst van het Koninkrijk Gods.
De Heere doet alles wat Hem behaagt. Hij geeft geen rekenschap van Zijne daden. En in aanbidding wenschen we ons te buigen voor Hem, wiens doen alleen majesteit en heerlijkheid is.
Gedenke de Heere de weduwe en de kinderen, die thans Man en Vader betreuren. Trooste Hij hen bij het gemis van hun trouwen leidsman en voorbidder, en binde Hij deze rouwdragenden op het hart der Kerk.
Zij dit heengaan allen, die den Heere dienen en Zijn Naam liefhebben, eene aansporing om nuchteren te zijn en te waken in de gebeden. Ziet, de Heere komt. Zalig zij, die als Hij komt, zullen wakende en wachtende zijn, de lendenen omgord en de kaarsen brandende.

Namens het CURATORIUM,
Ds. L. H. van der Meiden, President.
Ds. J. W. Geels, Secretaris.
Dordrecht, 22 Juli 1927.
Apeldoorn

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 juli 1927

De Wekker | 4 Pagina's

Ds. Adam van der Heijden

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 juli 1927

De Wekker | 4 Pagina's