Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het evangelie in een arrestantencel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het evangelie in een arrestantencel

16 minuten leestijd Arcering uitzetten

Week na week trekt Willem den Hertog langs de politiecellen van Rotterdam-Rijnmond. Om arrestanten bij te staan, en hen zo mogelijk in aanraking te brengen met de bevrijdende boodschap van het Evangelie. „Toon, jongen, de Zaligmaker zegt vandaag tegen jou: Kom tot Mij!

Gebukt onder zijn zware last sjouwt Willem den Hertog twee big shoppers door het hoofdbureau van politie in Rotter- dam. Gevuld met lectuur, Bijbels, agenda’s, pennen, cake en stroop- wafels. De agenda’s en pennen zijn bestemd voor het personeel, als ein- dejaarspresentje. In de controlekamer houden Mustafa en Frank via een batterij beeldscher- men toezicht op het politiecomplex. „Je kent het protocol, Willem”, roept Frank. „Je mag blijven tot je cake op is.”

Vandaag is er meer dan cake. Zicht- baar content incasseert het tweetal de Parker en een agenda voor het nieuwe jaar. Een deel van de lectuur uit de tassen zet de voormalige zakenman op de tafel in het advocatenkamertje dat hij mag gebruiken. ‘En nog is er plaats’ van Thomas Boston naast ‘Ik zal nooit meer huilen’ van Nicky Cruz. De kinderbijbel van H. van Dam naast ‘Jezus, onze bestemming’ van Wilhelm Busch. „Dat is een gewel- dig boek. We hebben er al duizenden van verspreid.”

Gebed

De twee gangen met cellen zijn vrij- wel symmetrisch. Links en rechts ijzeren deuren, erachter nog een traliedeur. Chef arrestantenzorg Aad Rolloos loopt mee, om ze te openen. „Dit zie je niet elke dag”, reageert Den Hertog verrast als hij door het luikje in de deur van cel 18 naar bin- nen blikt. De arrestant ligt geknield voor zijn brits, op de stenen vloer. Milos, heet hij, en hij maakt in een fabriek de ovens schoon. Werk dat vrijwel geen Nederlander wil doen. „Voor mij geen probleem. Ik werken voor vrouw en kinderen in Portugal. Twee kinders: veertien en acht. En goed vrouw.” Op het tafeltje in zijn cel ligt ‘El secreto de la vida christiana’ (‘Het geheim van het christelijke leven’) van de Engelse predikant John Char- les Ryle. „Dit is zó mooi boekje, echt waar. Bijbel soms moeilijk, maar deze man legt heel goed uit wat God wil. Ik herken wat hij zegt. Jezus vergeet mij nooit, ik soms wel Jezus.”

Portugese Bijbel

De Portugese eigenaar van het uit- zendbureau waarvoor hij werkte, nam hem fors te grazen. Het stevige gesprek daarover leidde ertoe dat de uitzendbaas twee personeelsleden te hulp riep. Die leverden de Portugees bij de politie af. Zijn verontwaar- diging daarover is verdwenen. Hij bracht zijn zorg bij God. Wat hij las in het boek van Ryle, versterkte de rust in zijn hart. „Milos, broeder, de Bijbel verbindt ons”, stelt Den Hertog vast. „Het is het Woord van onze God, Die we samen lief mogen hebben. We zullen een paar bekende verzen lezen uit Johannes 3.”

„Daarover gaat het ook in mijn boek”, reageert de gastarbeider verrast. Na de Schriftlezing legt de inwoner van Dirksland de buitenlandse arrestant in een bewogen gebed neer voor Gods genadetroon. „Amen”, herhaalt de rooms-katholieke Portugees, terwijl hij een kruis slaat. Ans Blok en Cobie Kom, vrijwilligsters van Stichting Volharding, hebben lectuur voor hem opgehaald. De Portugese vertaling van ‘Jezus, onze bestemming’ en een Portugese Bijbel, zodat hij zich niet meer hoeft te behelpen met een Spaanse vertaling. Milos bedankt hen met een elegante buiging en drukt ‘A Bíblia sagrada’ aan zijn borst.

Talenprobleem

Na de verkoop van zijn ijsfabriek, in 1991, werkte Den Hertog meer dan vijftien jaar als onafhankelijk evangelist in het Scheveningse gevangenissencomplex. Met de status van vrijwilliger. Daarnaast was hij tien jaar officieel aangesteld pastor van de gevangenis in het Belgische Merksplas. Tegenwoordig trekt hij langs de 150 politiecellen in de regio Rotterdam- Rijnmond, verdeeld over zes bureaus.

In cel 30 van het hoofdbureau zit Alexander, een jonge Litouwer. Gearresteerd vanwege mishandeling. Verbaasd kijkt hij naar de bezoeker die hem in het Russisch begroet. Daarmee zijn de grenzen van de communicatie ook nagenoeg bereikt. Den Hertogs kennis van het Russisch reikt niet veel verder dan de groet, de Litouwer spreekt marginaal Nederlands. „Mag ik nog bidden met jou?” vraagt de evangelist. „Oké, dan bidt jij eerst. ‘Onze Vader die in de hemelen zijt’, dat ken je wel.” De arrestant aarzelt even, begint dan te fluisteren. Na het ‘amen’ vervolgt Den Hertog: „Heere God, sterk deze jongeman. Voor U is er geen talenprobleem. Heere Jezus, U die zit aan de rechterhand van Uw Vader, ontferm U over hem. Reinig ons van de zonde, uit louter genade, amen.” Rolloos vergrendelt de celdeur weer. Den Hertog is al op weg naar de volgende klant. „Niet vergeten dat ik straks even in de bibliotheek kijk of we echt niks in het Litouws hebben.”


Stichting Volharding

Om het door Willem den Hertog opgezette werk onder delinquenten en arrestanten een structurele basis te geven, werd in 2003 Stichting Volharding opgericht. De stichting, die zo’n vijftig vrijwilligers omvat, brengt de doelgroep in aanraking met het Evangelie. Dit gebeurt via persoonlijke contacten, het organiseren van erediensten achter de tralies en het verspreiden van lectuur in alle gevangenissen in Nederland, België en Suriname waarmee Volharding contact heeft. Ook asielzoekerscentra ontvangen Bijbels en lectuur in allerlei talen. De laatste tijd ligt de nadruk op het werk in politiecellen, waarbij sociale zorg wordt gecombineerd met evangelisatie. De politie Rotterdam-Rijnmond loopt daarmee voorop. Inmiddels is het werk uitgebreid naar Dordrecht. Met Politie Haaglanden zijn besprekingen op komst. Ideaal van de initiatiefnemers is het opzetten van ketenzorg. In samenwerking met andere christelijke hulpverleningsinstanties, zoals Gevangenenzorg Nederland, Ontmoeting, Horeb en het Leger des Heils. Veel arrestanten komen met handboeien naar de cel. Na de cel dient er een andere keten te zijn. Van hulpschakels die naadloos op elkaar aansluiten.

Zie voor meer informatie www.stichtingvolharding.nl


Betonnen hok Voor de meeste arrestanten is het onverwachte bezoek een lichtpunt tussen de vier blinde muren, waar minuten uren lijken. „Mensen zitten hier maar kort, dus de politie biedt vrijwel niets aan sociale ondersteuning”, verklaart Rolloos. „Bij Willem kunnen ze hun verhaal kwijt.” Dat de oud-zakenman wordt gedreven door een christelijke levensovertuiging, is voor de politiechef geen probleem. „Voor niemand hier. De manier waarop Willem de dingen brengt, slaat aan. Veel arrestanten zijn na een gesprek een stuk rustiger. Daar hebben ook wij plezier van. We zitten niet op heibel te wachten.” De tijd dat alle cellen bezet waren, is voorbij. „Mensen zitten hier nu hooguit een dag of drie. Wat vast moet blijven, gaat naar een huis van bewaring. Door de afname van illegale vreemdelingen is daar tegenwoordig plek zat.” Voor de arrestanten is overplaatsing een uitkomst. „De echte criminelen zeggen dan: ‘We gaan van de hel naar de hemel.’ Hier heb je een betonnen hok van ruim twee bij twee, met een bed, een tafeltje en een metalen wc. Dat is het.”

Claustrofobie

Achter een traliedeur staart een slonzige vrouw van middelbare leeftijd voor zich uit. De stank van sigarettenrook walmt van haar kleding. Nee, ze heeft geen behoefte aan een gesprek. Haar ogen volgen de bewaker, die een dertiger in een blauwpapieren pyjamapak naar zijn cel begeleidt. „Alles komt hier vers van de straat binnen”, zegt Rolloos. „Deze man is waarschijnlijk ingerekend door een arrestatieteam. Zulke fi guren kleden we meteen uit, waarna ze zo’n overall krijgen. Dan weet je zeker dat ze geen blaff er meer in hun zak hebben.”

De voorste celdeur van Toon staat open. Hij heeft net bezoek gehad van een arts. Zijn lichaam schreeuwt om heroïne, maar de dreiging van een isoleercel ontzet zijn geest nog meer dan het ontbreken van drugs. „Ik heb claustrofobie, in een isoleercel word ik helemaal gek”, huilt hij. In het spreekkamertje van Den Hertog braakt de Rotterdammer zijn ellende uit. Na zijn vertrek uit een afkickkliniek greep hij weer naar de drank en de heroïne. Gisteren is hij opnieuw opgepakt, voor winkeldiefstal. „Toen heb ik al m’n pillen ingeslikt. Had ik het maar niet gezegd, nou zit ik nog steeds in de hel.” De evangelist legt een hand op zijn arm.

„Heroïne is een doodlopende weg, jongen.” „Ik weet het”, snikt Toon. „Daarom wil ik een vrijwillige rechterlijke machtiging, maar die geven ze me niet.”

Kruis

Van de 38 jaren die zijn leven telt, zat hij er twaalf vast. Zijn ouders, allebei alcoholist, stierven binnen hetzelfde jaar aan longkanker. „Ik was toen vijftien, een jaar later zat ik vast voor poging tot doodslag.” De zus bij wie hij woont, is net als hij aan de harddrugs. „M’n broer is alcoholist. M’n tweede zus heb een kroeg, die is ook verslaafd. Alleen m’n andere broer en zus zijn niks.” Stil hoort Den Hertog het verhaal aan. Zelf was hij veertien toen hij alleen op de wereld stond. Zijn moeder verloor hij op zevenjarige leeftijd, z’n enige broer verongelukte, zijn jeugdliefde verdronk. Toen besloot hij afscheid te nemen van het leven, maar God greep in. Door een woord uit het Bijbeltje dat de wanhopige jongen van zijn meisje had gekregen. ‘Vernedert u dan onder de krachtige hand Gods, opdat Hij u verhoge te Zijner tijd.’ „Dat heeft mijn leven radicaal omgekeerd, Toon. Dat wil God ook in jouw leven doen.” „Nou, ik heb een kruis om m’n nek en een in m’n broekzak, maar het help niks. Sorry dat ik het zeg.” „Weet je wat dat kruis betekent, Toon?” „Ik weet het niet. Af en toe heb ik het idee dat ik zelf Jezus ben. Dat ík de pijn van alle mensen moet opvangen. Trek me alsjeblieft weg van deze aardbol!” „Weet je, Toon, waarom jij nog mag leven? God wil niet dat jij onbekeerd sterft. Jezus, de Verlosser, is gekomen om jou te redden. Luister!” In eenvoudige bewoordingen zet de evangelist het Evangelie uiteen. „Toon, jongen, de Zaligmaker zegt vandaag tegen jou: Kom tot mij!” „Mijn leven zal altijd wel een hel blijven”, antwoordt de verslaafde moedeloos. „Het klinkt misschien oneerbiedig, maar ik zit alleen aan roken te denken.”

Bibliotheek

Ans en Cobie hebben de bibliotheek aan het eind van de gang weer aangevuld. Een deel van de lectuur staat in een boekenkar, waarmee de twee huismoeders langs de cellen trekken. Een agente opent voor hen de deuren. De meeste arrestanten willen een tijdschrift of een strip, is de ervaring van Cobie. „We doen ons best ze aan een goed boek te krijgen. Net vroeg iemand om een King-Jamesbijbel. We hebben Bijbels in 26 verschillende talen, tien vertalingen komen van de Gereformeerde Bijbelstichting.” „Is er nog een boek van Busch in het Papiamento?” vraagt Ans. „Daar heeft deze meneer belangstelling voor.”

Een Indische arrestant krijgt de laatste Bijbel in het Hindi. „Daar moeten we nieuwe van bestellen.” Toon heeft toestemming gekregen om op de luchtplaats een sigaret te roken. Hij is er zichtbaar door opgeknapt. Achter de tralies zit hij rustig te lezen in het boek dat hij heeft gekregen: ‘Jezus onze bestemming’. Enkele cellen verderop wordt Den Hertog enthousiast begroet door een Turkse arrestant. „In zomer 2007 zat ik hier ook. U hebt mij toen hand gegeven, warme hand, en met mij gesproken over God. Als ik op televisie reclame van Hertog zie, ik denk altijd aan u.” „Denk je ook nog wel eens aan God?” vraagt Den Hertog. „Daar gaat het om. ‘Bekeert u!’, zegt de Bijbel. Dat betekent: ‘Breek met al het oude, keer je om, breng je verleden bij het kruis van Jezus, en begin een nieuw leven met Hem.” „Ja, natuurlijk”, erkent Arsan. „Dat is nooit te laat.” „Eén keer is het wel te laat”, waarschuwt Den Hertog. „Als we sterven en Jezus niet kennen. God wilde dat ik jou nog een keer ontmoette, om dat te zeggen.”

Kinderbijbel

Alex zit te lezen in de ‘Bijbel in vertelling en beeld’ die hij van Ans en Cobie heeft gehad. Een politiefunctionaris bracht hem net een verlengde inverzekeringstelling, vanwege vuurwapenbezit. Sinds hij in Nederland is, om een opleiding te volgen, zakt de jonge Arubaan snel weg. „Mijn moeder weet dit gelukkig niet. Ze zou erdoor kapot gaan. Daarom voel ik me slecht, weet je. Mijn vader zei altijd: ‘Sla erop als ze iets negatiefs over je zeggen.’ Mijn moeder vond dat niet goed, maar ik luisterde naar hém.”

Sinds de dag dat zijn vader stierf, komt hij niet meer in de kerk. „Ik geloof in God, maar ik ga niet naar Zijn huis zolang ik dingen doe die niet goed zijn. Ik vraag God alleen om hulp als ik in nood ben. Dat is niet eerlijk.” Hij herkent zichzelf in de eerste aardbewoners van wie hij zojuist las. „Bij Adam en Eva ging ook alles fout omdat ze niet luisterden naar God.” „Vanaf nu niet meer in de bar komen, maar naar een kerk gaan waar ze de Heere God prediken”, adviseert Den Hertog. „Mee eens, meneer. Dat zegt mijn moeder ook.” De Arubaan verbergt zijn gezicht in zijn handen. Zijn lichaam schokt door de kracht waarmee het verdriet naar buiten kolkt. „Geeft niks”, troost Den Hertog, „Je voelt je van binnen eenzaam en kapot. We zullen samen een stukje uit de Bijbel lezen, daarna breng ik je verdriet bij de Heere.”

Tijdens het lezen komt de jonge arrestant tot bedaren. Eerbiedig luistert hij naar de woorden van Psalm 32 en het gebed dat de onbekende bezoeker voor hem doet. „In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest”, vult hij na het ‘amen’ aan. „Precies kerel”, beaamt Den Hertog. „Van de drie-enige God moet je het hebben.”

Methadon

Iets na half twee verlaat de gedreven evangelist het hoofdbureau aan het Doelwater. Hij wil nog even bij bureau Rotterdam-West langs. Veel is daar volgens de chef van dienst niet te doen. Slechts drie cellen zijn bezet, een vrouwelijke arrestante wordt momenteel verhoord. De vrouw in de cel ernaast weigert een gesprek. „Ik wil maar één ding en dat is methadon.” Het arrestantenvertrek voor in de gang bergt drie personen, die gezamenlijk zijn opgepakt. Een van het trio, een jonge Bosnische vrouw, komt meteen naar voren als wordt gevraagd wie behoefte heeft aan een gesprek met een pastor. Op hooggehakte schoentjes trippelt ze achter Den Hertog aan. Die diept in zijn gesprekskamertje eerst een pakje papieren zakdoekjes uit zijn tas op. „Zo zeg, hier kun je vrijuit huilen, schelden, je hart luchten... Bij mij mag alles behalve vloeken.”

„Dankuwel meneer”, lacht de liberale moslima, terwijl ze de tranen onder haar zwart geverfde wimpers begint weg te vegen. Behoedzaam, om te voorkomen dat ze de vochtige mascara over haar knappe gezichtje verspreidt. Minstens dertig lijkt ze. In werkelijkheid is ze nog geen twintig. Als Den Hertog vertelt dat hij net op bureau Doelwater is geweest, begint ze opnieuw te huilen. „Daar was ik vannacht ook. Ze hebben me met handboeien om binnen gebracht, ik voelde me zó vernederd. Ik studeer in Amsterdam, ik heb twee baantjes, ik hoor hier helemaal niet. Ik wil naar huis. Wat moet ik straks tegen m’n moeder zeggen...”

IJsboer

Door een jaloerse Bosnische vriend zit ze al bijna een dag vast. Om te voorkomen dat ze met een andere jongen op stap ging, sloot hij haar op in haar eigen huis. Buren die haar hoorden gillen, belden de politie. Die ontdekte in haar tas een revolver. „Die heeft die mongool erin gestopt zonder dat ik er wat van wist. Ik weet nu al wat m’n moeder gaat zeggen. ‘Heb je dan niets geleerd van je vorige relatie?’ Die was nog erger dan deze.” „Waar gaat het die kerel om, om je hart of om je lijf?” vraagt Den Hertog. „Luister naar de raad van deze ouwe ijsboer. Een vriend moet je niet in het nachtleven zoeken. Dan krijg je een twijfelachtige figuur, dat zie je nu. Een Oudhollands spreekwoord zegt: ‘De nacht is voor het ongedierte’.”

Nu het ijs is gebroken, stort de Bosnische studente haar hele hart uit. „Toen ik dertien was, zijn mijn ouders gescheiden. Je denkt dat ze van elkaar en van jou houden, ze hebben jou gemaakt, en dan gaan ze uit elkaar. Waarom zou ik aan een vaste relatie beginnen? Vroeg of laat gaat die tóch kapot. Misschien dat ik daarom die macho-typetjes uitkies. Omdat ik weet dat daar sowieso geen toekomst in zit.”

„Dat is een list van satan”, verzekert Den Hertog. „Die vindt het prachtig als jij je leven vergooit met vriendje zus en gozertje zo. Ga eens goed nadenken over je toekomst. Ik weet het, je bent erbij opgevoed dat God geen Zoon kan hebben, maar God zij dank heeft Hij Die wel. Mijn hemelse Vader wilde dat wij jou vandaag zouden ontmoeten. Omdat ik jou moet vertellen dat Hij Zijn Zoon ook voor jou aan het kruis heeft gegeven. Misschien zeg je later: ‘Dank U wel, Heere God, dat U me met harde hand even apart hebt gezet. Begrijp je wat ik zeg?”

„Ja meneer”, bevestigt de moslima, daarom moet ik nu huilen.” „Dan heb ik voor jou iets moois. Dit boek vertelt je wie Jezus is. En dit doe ik erbij als herinnering aan deze bijzondere ontmoeting. Nieuwsgierig pakt de arrestante het boek aan, en leest hardop de titel. Dan begint ze door haar tranen heen te lachen. „Wat mooi. ‘Ik zal nooit meer huilen’.”

Ter bescherming van hun privacy zijn voor de arrestanten schuilnamen gebruikt.

Zie voor meer foto’s www.terdege.nl


Stichting Volharding

Om het door Willem den Hertog opgezette werk onder delinquenten en arrestanten een structurele basis te geven, werd in 2003 Stichting Volharding opgericht. De stichting, die zo’n vijftig vrijwilligers omvat, brengt de doelgroep in aanraking met het Evangelie. Dit gebeurt via persoonlijke contacten, het organiseren van erediensten achter de tralies en het verspreiden van lectuur in alle gevangenissen in Nederland, België en Suriname waarmee Volharding contact heeft. Ook asielzoekerscentra ontvangen Bijbels en lectuur in allerlei talen. De laatste tijd ligt de nadruk op het werk in politiecellen, waarbij sociale zorg wordt gecombineerd met evangelisatie. De politie Rotterdam-Rijnmond loopt daarmee voorop. Inmiddels is het werk uitgebreid naar Dordrecht. Met Politie Haaglanden zijn besprekingen op komst. Ideaal van de initiatiefnemers is het opzetten van ketenzorg. In samenwerking met andere christelijke hulpverleningsinstanties, zoals Gevangenenzorg Nederland, Ontmoeting, Horeb en het Leger des Heils. Veel arrestanten komen met handboeien naar de cel. Na de cel dient er een andere keten te zijn. Van hulpschakels die naadloos op elkaar aansluiten. Zie voor meer informatie www.stichtingvolharding.nl

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 16 december 2009

Terdege | 180 Pagina's

Het evangelie in een arrestantencel

Bekijk de hele uitgave van woensdag 16 december 2009

Terdege | 180 Pagina's