Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bevestigingsformulier

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bevestigingsformulier

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Of gij gevoelt in uw hart, dat gij wettelijk van Gods Gemeente, en mitsdien van God Zelf, tot deze heilige dienst geroepen zijt?

(1)

Zo luidt de eerstfe van de drie vragen die er gesteld wbrden bij de bevestiging van een predikant, alsniede ook bij de bevestiging van ouderlingen en diakenen. Men kan deze vraag dus vinden, zowel in het formulier om de dienaren des Goddelijken Woords te bevestigen, alsmede in het formulier van bevestiging van Ouderlingen en diakenen.

Mij werd een vraag gesteld in welke zin we deze vraag hebben te lezen èn wat de betekenis en de wezenlijke inhoud van deze vraag is. Allereerst wil ik overnemen wat in het standaardwerk van Ds. H. Bouwman: Gereformeerd Kerkrecht, o.a. hierover te vinden is (dl. I, blz. 367-368), Ds. Bouwman wijst er allereerst op dat er voor de ambtelijke bediening zending nodig is „Niemand neemt voor zichzelven die eer aan, maar die van God geroepen is, gelijkerwijs als Aaron (Hebr. 5 : 4). Niemand heeft het recht als gezant op te treden dan die daarvoor aangesteld is. De Heere spreekt het „wee" uit door Jeremia over alle profeten die niet gezonden zijn, en die hét gezicht huns harten spreken en het volk verleiden met leugenen". Een gezant van Christus moet zijn lastbrief kunnen vertonen en deze lastbrief is in den gewonen weg de hem onder Gods voorzienig bestuur ten deel gevallen wettige kerkelijke beroeping. •

Om de roeping tot de heilige bediening recht te verstaan, moeten wij onderscheiden tussen inwendige en uitwendige roeping. Beide zijn nodig. Zij ondersteunen elkander, yullen elkander aan. De inwendige roeping is een vereiste en wordt verondersteld bij de roeping door de kerk, gelijk in het Bevestigingsformulier aan de te bevestigen leraar gevraagd wordt: „Of gij gevoelt in uw hart, dat gij wettiglijk van Gods gemeente, en mitsdien van God zelven, tot deze heilige dienst geroepen zijt? " Bouwman schrijft dan over de gewone kerkelijke wijze waarop de dienaar des Woords in het ambt komt, n.l. door beroeping en de bevestiging die plechtig temidden van de gemeente plaatsvindt. Dan schrijft Bouwman: Deze bevestiging mag voor den bevestigde zelf een aanwijzing zijn, dat hij wettig door de gemeente en mitsdien door God Zelf geroepen is. Zeker is het, dat niet ieder, die door de Gemeente geroepen is, -en in het ambt gezet, van God geroepen is, want de genadegift en de roeping Gods zijn onberouwelijk (Rom. 11 : 29). Het gebeurt, dat iemand die reeds predikant is, in het geheel geen gaven of geschiktheid heeft. Het wordt openbaar, dat een door de gemeente gezonden leraar een wolf is in de schaapskooi van Christus, een huurling, die geen herder is, die geen zorg draagt voor de schapen, een vreemde, wiens stem dé scha­ pen niet kennen.... Al moet de Gemeente iemand, die wettig geroepen is, tot het ambt, als dienaar en dus als een door God gezondene, erkennen, de innerlijke zekerheid, dat hij door God geroepen is, mist hij. Ar gebruikt God zulk een dienaar tot den opbouw van zijn koninkrijk, hij doet slechts dienst als steigerwerk, dat, als een gebouw voltooid is, afgebroken, en verbrand wordt. .. Tenslotte kan het als bewijs van inwendige roeping gelden dat de Heere de wegen en middelen baant, welke leiden tot het gewenste doel. Maar op de inwendige roeping moet de uitwendige roeping volgen. Inwendige overtuiging alleen is niet voldoende. De liefde tot en de geschiktheid voor het ambt kan naar menselijk inzien gevonden worden, maar de begeerte kan zich later wijzigen, of ook God kan iemand niet willen gebruiken en hem in zijn ondoorgrondelijke wijsheid opnemen in den hemel, vóór hij zijn wens, om het evangelie te verkondigen, vervuld zag. De inwendige roeping ontvangt haar kroon en vervulling in de uitwendige roeping, dat is, in de roeping doof de gemeente (cursivering van mij). De roeping door de Gemeente is nodig, opdat het alles eerlijk en met orde toega, en dat niemand optrede als leraar dan van wien verwacht kan worden, dat hij tot opbouw der gemeente kan werkzaam zijn. Iemand kan menen, dat hij geschikt is voor het ambt, maar niet hij zelf beslist over zijn bekwaamheden en geschiktheid, maar de gemeente, temidden waarvan hij dienen moet.

Wie God tot zulk een gewichtig en heerlijk werk gebruiken wil, moet daartoe de gaven bezitten, maar moet ook in de kerkelijke weg voor de uitoefening van zijn ambt zijn onderzocht en toegelaten. Dit was reeds in de apostolische tijd nodig (1 Tim. 3 : 8; 4 : 14; 5 : 22; 2 Tim. 2 : 2) en in de loop der eeuwen werd het apostolisch voorbeeld gevolgd. Ook de Gereformeerde Kerken in Nederland volgden van den beginne deze regel.

Bouwman stelt de zaak dus duidelijk wat betreft de vraag die gesteld is in het bevestigingsformulier van de predikanten. Inwendige en uitwendige roeping behoren bij elkaar. De uitwendige beroeping veronderstelt een voorafgaande inwendige roeping. Voor degenen die inwendig van God .geroepen zijn, is de uitwendige beroeping door de Gemeente de bevestiging van het inwendig geroepen zijn. De inwendige roeping ontvangt haar kroon en vervulling in de uitwendige roeping. Maar dan ook verder, wié inwendig geroepen is door de Heere zal door middel van de uitwendige roeping in het ambt gezet moeten worden. Voorts, dat de uitwendige roeping door de Gemeente alleen niet genoeg is. Deze uitwendige roeping is op zichzelf alleen niet het bewijs ook van God Zelf tot het ambt van herder en leraar geroepen te zijn. Daarom is en blijft nodig: Inwendige en uitwendige roeping; zij behoren onlosmakelijk bij elkaar.

(Wordt vervolgd)

d. G.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 januari 1979

De Saambinder | 8 Pagina's

Bevestigingsformulier

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 januari 1979

De Saambinder | 8 Pagina's