Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De tabernakeldienst (194)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De tabernakeldienst (194)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tijdens de Krimoorlog (1853-1856) tussen Rusland en de Europese grootmachten werd er ontzaglijk veel geleden. Gebrekkig voedsel, slechte verzorging, kou en een cholera-epidemie kostten veel soldaten het leven. Nadat deze ellendige toestand door krantenberichten in Groot-Brittannië bekend werd, leidde dit tot grote protesten. Florence Nightingale werd op uitnodiging van het ministerie van oorlog aangesteld om de medische zorg voor de soldaten te reorganiseren. Zij verkreeg de naam ‘De vrouw met de lamp’, omdat zij met haar lamp in haar hand tussen de hospitaalbedden liep om de gewonde soldaten te verzorgen en bij te staan.

Van oneindig meer waarde is Christus, Die als het Licht in het midden van de zeven gouden kandelaren wandelt, om de zwakken onder Zijn volk - ook wel ‘rokende vlaswieken’ genoemd - te verzorgen zodat de liefdesvlam niet wordt uitgeblust: En de rokende vlaswiek, die zal Hij niet uitblussen (Jes. 42:1-3). De rokende vlaswiek is een zinspeling op de zeven olielampjes, die los op de schaaltjes waren geplaatst. Om helder licht te geven, gebruikten de priesters snuiters en blusvaten (Exod. 25:38, 39). Ter afsluiting van het schrijven over de gouden kandelaar in de tabernakel, staan we nogmaals stil bij genoemd gereedschap.

Rokende vlaswieken

De Heere gebruikt verschillende beelden in Zijn Woord om de zwakken onder Zijn volk aan te duiden. Zo vergelijkt Hij hen met zwakke kinderen, nietige wormpjes, jonge planten, gekrookte rieten en rokende vlaswieken. Worden jonge bekeerlingen niet treffend met rokende vlaswieken vergeleken, die meer rook dan licht hebben en zelfs lijken uit te gaan?

Laten onze lezers zich onderzoeken of het volgende bij u te vinden is. Bent u een zondaar die nog in de macht van de vorst der duisternis verkeert? God verlichte uw donkere hart! Hebt u de vonk van genade in uw hart ontvangen, maar dat u meer rook vertoont dan licht? Ziet Christus bij u de rook aan verdorvenheden, zwakheden en gebreken? Neemt Hij de rook waar van uw zondige hartstochten? Zendt u uw gebeden gewoontegetrouw op, zonder de rechte gebedsgestalte? Eindigt u uw gebed met ‘om Jezus’ wil’, zonder zelfs maar te weten wat u zegt, laat staan dat u Jezus in uw gedachten hebt? U bent een rokende vlaswiek.

Verspreidt u de rook van aardsgezindheid, omdat u met uw gedachten meer aan het aardse verkleefd bent dan dat u uw ziel tot God in de hemel opheft? Kunt u het leven vinden in het nakomen van uw godsdienstplichten of bij uw vorige versterkingen? U rookt, omdat u weinig kennis van Christus hebt. U kunt niet spreken van vurige uitgangen tot Christus en van innige gemeenschap met Hem. U hebt niet alleen weinig licht, maar ook weinig troost in het lezen van Zijn Woord, om niet te spreken van troost in het dragen van het opgelegde kruis. U bent een geestelijke vlaswiek, maar u walmt en verspreidt niet de geur van Christus.

Rokende vlaswieken uitblussen?

Zal het met u gaan als een kaars die vóór dat zij uitgaat rook van zich verspreidt? Zal Christus u om al uw wangestalten uitblussen? Om elke zondige gedachte en elke ongelovige redenering verdient u verloren te gaan. U bent door dit alles uw oordeel waardig.

Maar is het mógelijk dat rokende vlaswieken zullen worden uitgeblust? Nee! Want God de Vader heeft hen van eeuwigheid liefgehad. Christus heeft niet alleen voor de sterkgelovigen Zijn bloed gestort, maar ook voor zwakke, rokende vlaswieken, en heeft door Zijn Geest de vonk van genade in hun hart ontstoken. Als Christus de rokende vlaswiek onder Zijn volk zou uitblussen, Hij zou Zijn eigen werk teniet doen en het werk van Zijn handen niet voleindigen (Fil. 1:6). Laat de hel proberen de liefdesvlam in u uit te blussen. Laat satan werken op uw zwak gestel, uitgeput gemoed en pijnlijke omstandigheden, zodat u verkeerde conclusies trekt. Laat ongeloof en vijandschap in uw hart oorzaak zijn dat het kleine vlammetje lijkt te worden uitgedoofd. Laat de wereld en de godsdienst samenspannen om het smeulende vlammetje uit te blussen. Hoort de belofte: Die zal Hij niet uitblussen. Christus draagt voor u zorg dat de vonk van genade op Zijn tijd door verse olie hoog ontvlamt.

Vrienden, als Christus het heilige vuur in uw hart ontsteekt, dan verbranden in een ogenblik alle verdorvenheden, zoals wereldsgezindheid, ongeloof, boosheid, koudheid en dodigheid. Uw hart wordt week, en u wordt bedroefd over uw zonde. Uw hart wordt heet van liefde tot Christus, net als bij de Emmaüsgangers, zodat u uitroept: Was ons hart niet brandende in ons? (Luk. 24:32). U neemt de toevlucht tot het kruis van Christus. Het beste onderwijs wat een geestelijke vlaswiek kan ontvangen is in de schaduw van het kruis van Christus, meestal in de nachtelijke uren. In Christus is vergeving voor de schuldigste, veiligheid voor de zwakste, hoop voor de wanhopigste en overwinning voor de moedelooste zondaar.

Van oordeel tot overwinning

U vraagt zich af wat we bedoelen met ‘Van oordeel tot overwinning’. Het zijn de woorden van Jezus voor de rokende vlaswieken in Mattheüs 12:20: ‘Het rokende lemmet zal Hij niet uitblussen, totdat Hij het oordeel zal uitbrengen tot overwinning.’ Christus geeft hier te kennen dat Hij Zijn Woord diep in hun ziel laat indringen, zodat zij zich veroordeeld voelen! Als de priester het zwartgeblakerde uiteinde van het lemmet afknipte, dan trok hij met de tang het verse stukje vlas omhoog en stak het met vuur aan. Door het lampje te voorzien van olie begon het opnieuw te branden. Welnu, Christus zegt dat als Hij Zijn Woord aan uw ziel heiligt, Hij tegelijk ‘het oordeel zal uitbrengen’. Wat bedoelt Christus met deze woorden? U krijgt een teer geweten, dat uw zonden in gedachten brengt en u veroordeelt. U hebt bijvoorbeeld boze woorden geuit, waardoor u een kwade rook verspreidde. Uw geweten veroordeelt u. Of uw hart was begerig naar een ongeoorloofde zaak, of dat de zonde over u de overhand had gekregen. Uw geweten veroordeelt u. Of u was opstandig om het opgelegde kruis, of om de weg die de Heere met u insloeg. Uw geweten veroordeelt u. Of u had Christus en Zijn bloed niet recht nodig in de strijd tegen de zonde. Uw geweten veroordeelt u. Zal Christus u veroordelen en uw lamp uitblussen? Nee! Ook al wijst satan op uw zonden, en schreeuwt hij in uw ziel dat u het eigendom van Christus niet bent maar van hem. Weet dat Christus Zijn dierbaar bloed niet voor een tijd, maar voor heel uw leven heeft gestort om uw zonden te verzoenen. Christus’ bloed heeft waarde voor tijd en eeuwigheid!

Als u door genade uzelf veroordeelt, zal de Heere u rechtvaardigen tot overwinning. Dat is de betekenis wat Christus tot de geestelijk rokende vlaswieken zegt: ‘Het rokende lemmet zal Hij niet uitblussen, totdat Hij het oordeel zal uitbrengen tot overwinning.’ Is dit geen woord van vertroosting voor zwakke zondaars, voor rokende vlaswieken, dat Christus u eenmaal de eeuwige overwinning zal geven? Als Christus Zijn bloed op uw geweten sprengt, veroordeelt het u niet langer. U hebt geen gewetensschuld meer, maar een vrije consciëntie. U stemt met Paulus in: Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars, door Hem Die ons liefgehad heeft (Rom. 8:37). In Christus bent u hier op aarde in beginsel een overwinnaar. Straks bij uw sterven zal uw lamp niet worden uitgeblust, ook al kunnen zware duisternissen u in het laatst van uw leven overvallen. Christus houdt uw lamp brandende, zodat het licht wordt en u op Christus mag zien. Wat een wonder als u bij uw sterven hetzelfde mag zeggen als Ralph Erskine (1685-1752): ‘Overwinning! Overwinning voor eeuwig!’

Ter afsluiting

Met het afsluiten van het schrijven over de gouden kandelaar, willen we de Heere danken voor Zijn dierbare hulp. We hopen dat het tot zegen is geweest voor arme, verloren zondaars, en tot versterking van geestelijk rokende vlaswieken. Straks zult u de eeuwige overwinning in Christus verkrijgen en in Zijn licht wandelen: En aldaar zal geen nacht zijn (Openb. 22:5).

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 9 mei 2018

De Wachter Sions | 12 Pagina's

De tabernakeldienst (194)

Bekijk de hele uitgave van woensdag 9 mei 2018

De Wachter Sions | 12 Pagina's