Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wij moeten niet menen...

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wij moeten niet menen...

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij, jongeren

Ter kennismaking

Wij moeten niet Tc r kcnn ismaking

Een nieuwe rubriek in een nieuw jaar! We hebben ons afgevraagd: hoe moeten we dit aanpakken? — Ja, er staat „wij." Laten we metéén maar zeggen: we schrijven dit met z'n tweeën. Dat heeft een groot voordeel, want een jongen ziet het altijd weer anders dan een meisje. Nu we het samen doen, kunnen we eikaars eenzijdigheden wat aanvullen. Maar dit tussen haakjes. De

vraag was: waarover kunnen we het nu het best hebben? En op welke manier? Het gaat erom dat jullie die

dit lezen, er iets aan hebben, er iets mee doen kunnen, er verder mee komen in je leven.

Maar wie leest onze stukjes? Het liefst wilden we dat wij als jongeren van de gemeente allemaal op zoek waren naar een antwoord op de vragen die het leven ons stelt. En het zou fijn zijn als ons jeugdorgaan daarbij kon helpen. Maallaten we het maar openlijk zeggen: er zijn genoeg meisjes en jongens die het blad nooit lezen. Wat jammer dat zovelen eigenlijk al bij voorbaat buiten ons gesprek blijven! Maar in elk geval hopen we dat iedereen die Daniël wel inkijkt, meedoet. Iedereen. Of je nu in de huishouding bent of op de fabriek, op kantoor of op de middelbare school. Daarom hopen we zó te schrijven dat het iedereen aanspreekt.

Welk probleem

Vandaar dat we met iets willen beginnen waar we vast allemaal wel eens mee zitten. Op school of op je werk ga je meestal met mensen om, die niet van de Gereformeerde Gemeenten zijn, of in het algemeen bij onze kringen horen. Dan begint de moeilijkheid. Want hoe moet je omgaan met mensen, die, zoals menen dat heet, „nergens aan doen, " of die tot heel andere kerken horen, of die zelfs een heel ander geloof hebben. Hoe verder je in de wereld komt, hoe meer verschillende overtuigingen je ontdekt. Wat moet jc denken van al die opvattingen of hoe moet je praten met die mensen? Of moet je de godsdienst maar buiten beschouwing laten? Misschien vind je het moeilijk, om „je eigen standpunt te verdedigen" om „voor je geloof uit te komen." Een ander vindt het mogelijk

juist weer „machtig" om „de waarheid te verdedigen." Misschien ook word je stil als je zou moeten spreken,

omdat je voelt, dat je zelf zo weinig beleeft van het geloof.

Maar sommigen van ons reageren weer heel anders als ze met andersdenkenden in contact komen. Er rijst twijfel bij henzelf, twijfel aan de waarheid van wat ze als kinderen geloofd hebben. Dan komt de gedachte boven: er zijn zoveel geloven, wie zegt dat juist wij het ware hebben? Of minder oppervlakkig: je ontmoet ernstige mensen, die uit volle overtuiging — en vaak met de Bijbel in de hand— heel andere dingen naar voren brengen.

Niet zó maar zó.

Over al deze moeilijkheden willen we samen gaan denken. Maar vóóraf moet ons iets van het hart. Het gaat er beslist niet om, dat we voortaan „ons standpunt" beter zullen kunnen „verdedigen!"' Het is een grote misvatting, dat we tegenover anderen zouden moeten kunnen bewijzen, dat wij het bij het goede, en zij het bij het verkeerde eind hebben! Als je met buitenkerkelijken, of Roomsen, of secte-mensen omgaat, ga je met mensen om die in nood zijn. Denk maar eens na over die ander. Kijk eens verder dan de buitenkant. Iemand

kan geloven dat hij niets mist, of dat z'n geloof het ware is, — jij weet, dat hij op het verkeerde spoor zit, dat zijn leven een fatale kant uitgaat, dat hij arm is en leeg. Het is een leven zonder de God, Die het leven schiep! Maar jij weet van Hem, Die het leven kan verlossen van het verderf! En als je Hem zelf nog niet aanroept, dan ben je zelf ook nog in nood. Zou je dan nog praten over het „verdedigen" van je „standpunt? !" Bid voor jezelf, maar heb medelijden met die ander in nood! Misschien kun je helpen. Probeer te ontdekken waar iemands moeilijkheden zitten, waar iemands gedachten over God verkeerd gaan, en probeer hem de weg te wijzen.

Dat is één kant. Noem dat maar: je naaste liefhebben. Maar daar hoort die andere kant bij: God liefhebben, het erg vinden, dat zoveel mensen Hem helemaal niet dienen, niets weten van Zijn Woord, of het verkeerd lezen. Dan krijg je, — nee, niet een fanatieke ijver om de waarheid die jij in pacht zou hebben, te verdedigen, maar het verlangen om de ander te vertellen hoe rijk het is om de Heere te leren kennen uit Zijn Woord.

Alleen zó heeft het zin, om over de moeilijkheden die zich in het gesprek met andere mensen voordoen, te gaan spreken met elkaar.

In de volgende stukjes willen we dat gaan doen. Waarschijnlijk laten we allerlei meningen en stromingen, die iedereen wel eens tegenkomt, de revue passeren. Maar niet om allerlei dwalingen uitgebreid te behandelen en dan te veroordelen, nee, om beter te zien, waar je in een gesprek met allerlei mensen op moet letten. Om beter te begrijpen wat hen beweegt. En om beter te zien hoe je hen de weg zou kunnen wijzen naar het licht.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 februari 1965

Daniel | 16 Pagina's

Wij moeten niet menen...

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 februari 1965

Daniel | 16 Pagina's