Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Psychologie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Psychologie

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bart (28 jaar) loopt er steeds meer tegenaan dat hij moeilijk keuzes kan maken. „Over de simpelste dingen lijk ik veel langer te doen dan anderen, bijvoorbeeld beslissen wat ik aan zal trekken of wat ik zal eten.

Toen Bart nog bij zijn ouders woonde, was het niet zo’n groot probleem, omdat zijn ouders vaak de knoop doorhakten. Toen hij alleen woonde en studeerde, was het soms wel lastig, dan kwam hij soms te laat, maar verder had niemand er hinder van. Nu heeft hij echter een volle werkweek... „Ik krijg er steeds meer last van en zou het willen veranderen.”

Keuzes maken, we doen het de hele dag. Het begint als ‘s ochtends de wekker gaat: Ga je er meteen uit, of blijf je nog even liggen? Koffie of thee bij je ontbijt? Brood of yoghurt? Welke kleding trek je aan?
Veel mensen zullen nu zeggen: Daar denk ik helemaal niet over na. Ik doe gewoon altijd hetzelfde als de dag ervoor. Ik eet áltijd brood en ik drink áltijd koffie bij mijn ontbijt, dus dat zijn geen keuzes.
Toch zijn dat wel degelijk keuzes, alleen is de ‘kiezer’ zich dat niet bewust. Mensen hebben per dag ongeveer 50.000 gedachten. Daarvan is 98 procent hetzelfde als de dag ervoor (en de dag daarvoor). Die 98 procent stuurt ons gewoontegedrag en onze routines aan.
Het is natuurlijk erg handig en energie sparend dat we veel dingen uit gewoonte doen. Als je denkt: ‘ik ga nu naar de winkel’, dan pak je automatisch je jas, je fiets- of autosleutel en rijd je naar de supermarkt waar je meestal je boodschappen doet. Stel je voor dat je bij al die automatismen een halve minuut zou stilstaan om een bewuste keus te maken: ‘ik kies er nu voor om naar de kast te lopen en mijn tas te pakken’, ‘ik ga er nu voor kiezen dat ik mijn jas pak en die aantrek’. Dat zou heel veel tijd vragen.

Bij jou, Bart, lijkt net het omgekeerde te spelen. Je hebt veel tijd nodig, schrijf je, om heel alledaagse keuzes te maken. Alsof je daarin weinig automatismen hebt. Wat daar de reden van is, weet ik niet precies. Er zijn een paar zaken die zouden kunnen mee spelen.
Misschien maak je die dagelijkse zaken elke keer tot een opdracht voor jezelf, waarin je wel of niet kunt slagen. Je moet dan van jezelf precies de juiste kleding aantrekken, die perfect past bij je activiteiten die dag. Omdat ‘het perfecte’ niet bestaat, blijf je maar zoeken en overwegen. Of je bent veel bezig met wat anderen vinden wat passend of goed is. Ook dat kun je nooit zeker weten, dus blijf je heen en weer bewegen tussen verschillende mogelijkheden.
Een derde mogelijkheid is dat jij tot de groep mensen behoort die, nadat ze een beslissing hebben genomen, onrust ervaren, omdat de andere opties opeens veel meer voordelen lijken te hebben. Door die onrust ga je je aanvankelijke beslissing weer heroverwegen. Je schrijft dat, toen je nog bij je ouders woonde, zij voor jou de knoop doorhakten. En, hoe begrijpelijk ook van je ouders, het is mogelijk dat je daardoor van jezelf het beeld hebt ontwikkeld dat je zelf niet in staat bent om goede en adequate beslissingen te nemen.

Je zou kunnen proberen voor elke beslissing, waarvan je nu vindt dat je daar te veel tijd voor nodig hebt, een tijdslimiet in te stellen. En begin dat dan langzaam af te bouwen. Als je nu bijvoorbeeld drie kwartier voor de kast staat om je kleding uit te zoeken, dan ‘mag’ je daar in het vervolg nog een half uur over doen. Als je dat een week hebt gedaan, ga je bijvoorbeeld naar twintig minuten, enzovoort.
Zo kun je dat ook doen met boodschappen en met andere zaken die je nu té veel tijd kosten. Geef jezelf daarna positieve feedback: ‘ik heb dit goed gedaan, ik kán dit soort beslissingen nemen en het zijn beslissingen die misschien niet perfect zijn, maar wel goed genoeg’.

Naam en leeftijd zijn gefingeerd.

Heeft u ook een vraag? Mail naar psycholoog@terdege.nl

Hilleke Hoekstra, GZ-psycholoog

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 22 oktober 2014

Terdege | 108 Pagina's

Psychologie

Bekijk de hele uitgave van woensdag 22 oktober 2014

Terdege | 108 Pagina's