Waar voor God
Psalm 51:8
Zie, Gij hebt lust tot waarheid in het binnenste, en in het verborgene maakt Gij mij wijsheid bekend
Wat je vooraf moet weten
David heeft deze psalm geschreven. Het opschrift van deze psalm beschrijft de omstandigheden. David heeft gezondigd, door met Bathséba naar bed te gaan en bewust Uria te laten sneuvelen. Overspel en moord door de koning, die de man naar Gods hart wordt genoemd. Een kind van de Heere, die niet tot schuldbelijdenis komt, totdat de Heere zelf de profeet Nathan stuurt. Dan volgt een diepe schuldbelijdenis uit het hart. David buigt, heel diep. Hij staat alleen voor God met zijn zonde. Psalm 51 is een bijzondere psalm. Nergens blikken we een kind van de Heere, in zijn schuldbelijdenis, dieper in het hart dan hier. Hier wordt David (opnieuw) waar voor God. Er volgen geen excuses of uitvluchten. Zijn zonde is heel groot. Stel je voor, als jij van een kind van God zou horen dat hij of zij vreemd gaat. En toch, David zegt niet met Kaïn: “Mijn zonde is te groot om vergeven te worden.”
Integendeel: Zijt mij genadig, o God, naar Uw goedertierenheid; delf mijn overtreding uit, naar de grootheid van Uw barmhartigheden.
Lees Psalm 51
- Het gaat in deze Bijbelstudie om het eerste deel, tot en met vers 8. Toch is het belangrijk om de hele Psalm, die een eenheid vormt, goed te lezen.
Wat staat er
- Probeer in eigen woorden te omschrijven wat David bidt.
- Wat zijn de belangrijkste kernwoorden uit vers 3-8?
- Wat kom je te weten over David? En wat over God?
De wetenschap wie God is en wie hij zelf is brengt David bij een gebed, dat hij drie keer herhaalt, maar er is wel verschil in woordkeus (vers 3 en 4):
1. Delg mijn overtreding uit
2. Was mij wel van mijn ongerechtigheid
3. Reinig mij van mijn zonde
Ieder aspect van zijn zonde moet worden weggevaagd. Zijn zonde moet uit het goddelijke strafregister. Hij moet weer schoon worden voor God en er moet verzoening komen.
Wat betekent het
David smeekt om Gods genade, maar doet daarbij gelijk een beroep op Gods goedertierenheid. Dat is Gods verbondstrouw, die vol liefde is. Ook noemt hij Gods barmhartigheden, zijn bewogenheid naar zondaren!
Dat is het enige waarop David kan bidden, want hij weet maar al te goed hoe God hem ziet. Hij buigt voor Gods rechtvaardigheid. Gods straf is terecht (vers 6).
Davids zonde kleeft aan hem, stelt hem doodschuldig.
Daarbij komt ook nog eens dat het niet alleen om deze zonde gaat; hij ís zonde. Al vanaf het prilste begin in de baarmoeder kleeft de zondesmet als kind van Adam aan hem (vers 7)!
Vers 8 geeft het contrast aan tussen God en David. Wat God wil, staat haaks op hoe het hart van David is. Hier wordt David waar voor God. God verlangt waarheid in het binnenste, maar er is alleen maar ongerechtigheid.
God vraagt naar waarheid en wijsheid. Toch zijn die hier bij David al zichtbaar. Want het is Gods Geest die hem waar maakt voor God en door Gods Geest ziet hij hoe zijn hart echt is voor de Heere! Haarscherp ziet David zijn zonde in het licht van Gods licht!
Jouw leven
- Welke waarheden belijdt David over God en over hemzelf?
- Wat is voor jou de betekenis van het woordje waarheid, als het om jezelf gaat?
- Hoe word je waar voor God?
Bijbelstudie
Op deze plaats staat de puzzel altijd. In de vakantieperiode is er geen puzzel. In plaats daarvan plaatsen we twee keer een Bijbelstudie over het thema van Daniël.
Juist in de vakantie heb je tijd van de Heere gekregen om Zijn Woord te lezen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 augustus 2014
Daniel | 32 Pagina's