Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Schrijven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Schrijven

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

(4).

Oud-Hebreeuws schrift

Het schrift, dat wij tegenwoordig als het Hebreeuwse kennen, en dat iedereen wel eens gezien heeft in een opschrift boven een ingang van een synagoge of op Joodse grafstenen, is niet het oudste schrift van de Joden. In de tijd, toen Mozes leefde en ook nog vele eeuwen daarna, kende men dat nog niet. Dat is men te weten gekomen door opgravingen en verdere archeologische onderzoekingen. Wat men gevonden heeft in het Oud-Hebreeuwse schrift is echter niet veel. Het was:

1. De steen van Mesa.

2. De Siloh-inscriptie.

3. De kalender van Gezer.

4. Ostraca.

X. De steen van Mesa.

Een Duitse missionaris, dr. F. Klein, kwam in het jaar 1869 in de buurt van het oude Dibon en vond daar een steen van zwart bazalt, vier voet hoog en twee voet breed, van boven afgerond en erop een inscriptie in letters.

Hij zag nog niet in, van hoe grote betekenis deze ontdekking was en het enige dat hij deed, was het maken van een afschrift van enkele erop voorkomende woorden, terwijl hij wilde proberen, de steen te verwerven voor het Berlijns museum. Een vol jaar later werd de koop gesloten tussen de Pruisische regering en de Turkse pacha's voor de prijs van tachtig pond sterling.

Toen kwam iemand van het Franse consulaat te Jeruzalem en probeerde de steen voor Frankrijk in bezit te krijgen: door hem werd 375 pond voor de steen geboden.

Daardoor werd in de omgeving bekend, dat de steen waarde had en verkocht zou worden.

Dit was niet naar de zin van de Arabische bevolking daar en die trachtte de koop te verhinderen door een afdoend middel. Rondom de steen werd een vuur gestookt. Toen de steen heet was geworden, werd er koud water overheen gegoten en zo viel hij in stukken en stukjes uiteen, die door de mensen in de omtrek werden verzameld, en zorgvuldig bewaard als een tovermiddel!

Er was een onherstelbaar ding gebeurd. Gelukkig hadden de Fransen voor die tijd reeds gipsafdrukken van de tekst gemaakt, zodat deze zakelijk toch bewaard was gebleven. Ook gelukte het nog weer de meeste fragmenten te achterhalen en alles weer in elkaar te passen en zo kwam de steen tenslotte toch nog weer terecht, maar nu in het Louvre te Parijs.

Bij de ontcijfering bleek, dat het een gedenksteen was van Moabietische koning Mesa uit 2 Kon. 3. Hij deelt erin mee, dat hij met succes oorlog heeft gevoerd tegen Israël en verschillende steden heeft veroverd.

2. De Siloah-inscriptie.

In 1880 speelden in Jeruzalem bij de vijver van Siloam enige jongens. Een ervan kwam in het water terecht en zag toen, dat in de tunnel, waar het water door liep, een inschrift voorkwam.

De jongen was een inheemse leerling van de Duitse architect C. Schick, die geruime tijd in Jeruzalem woonde. Die leerling deelde hem dat mee en hij ging op onderzoek uit, waarbij hij probeerde om een copie van het inschrift te maken. Dat ging eerst slecht, want de wand was bedekt met vuil. Dat vuil werd verwijderd en ongeveer een jaar later bezat men reeds goede copieën van de inscriptie, die zes regels bevatte in een schrift, dat wel iets anders was dan dat op de steen van Mesa, maar in wezen eraan gelijk. Een klein gedeelte was beschadigd en onleesbaar geworden. De taal was Hebreeuws en het inschrift bevatte een mededeling over het tot stand komen van de tunnel.

Evenals bij de steen van Mesa kon men ook hier nagaan, wanneer het opschrift was aangebracht: n de tijd van koning Hiskia: Het overige nu der geschiedenissen van Hiskia, en al zijn macht, en hoe hij de vijver en de watergang gemaakt heeft, zijn die niet geschreven in het boek der kronieken der koningen van Juda? " (2 Kon. 20 : 20). Dit was dus tegelijk een aanwijzing, dat men in die tijd deze schriftvorm in het Joodse land gebruikte.

3. De kalender van Gezer.

Dit werd bevestigd door het vinden van de kalender van Gezer door R.A.S. Macalister in 1908.

Het is een tablet van kalksteen, bijna 11 cm lang, 6 cm breed en ruim 1 cm dik. ]/2 De hoeken bovenaan zijn iets afgebroken. Onderaan is er ook een stuk af; het schijnt, dat de breuk daar midden door een langwerpig vierkant gat loopt, dat gediend kan hebben om het ergens te bevestigen of op te hangen. Het is een z.g. palimsest, dus een weer uitgewist schrijftafeltje. Er was reeds op geschreven en dat schrift heeft men verwijderd en het tablet toen weer gebruikt. Van dat eerste schrift komen hier en daar nog sporen voor.

Er staat op: een maand voor inzamelen, een maand voor zaaien, een maand laat oogsten, een maand van vlas snijden, een maand van gerst oogsten, een maand van oogsten en (onleesbaar), een maand van wijnoogsten, een maand van fruit oogsten.

Het schrift is met weinig nauwkeurigheid aangebracht. Archeologen beweren, dat het uit de 9e of 10e eeuw voor Christus moest stammen, dus uit de vroegste koningstijd.

4. Ostraca.

Dit zijn scherven, die gebruikt werden als schrijfmateriaal, (zie vorige artikel). Bij opgravingen in Samaria werd een aantal scherven gevonden, die een schrift bevatten, dat in wezen gelijk is aan het hiervoor genoemde.

De inhoud van de opschriften is niet zo belangrijk. Ze handelen over bestellingen of leveringen van wijn en olie door of aan verschillende personen, een soort

van geleidebrieven dus. Het schrift is met inkt geschreven en over het algemeen goed duidelijk. M|en meent te mogen vaststellen, dat ze dateren uit de tijd van Jerobeam II.

Van meer betekenis zijn de beschreven scherven, die men in 1935 en 1938 heeft gevonden bij het Bijbelse Lachis onder leiding van J. L. Starkey. De 21 gevonden scherven zijn beschreven met hetzelfde oud-Hebreeuwse schrift als de vorige. Het zijn brieven, vermoedelijk alle aan een en dezelfde persoon gericht: mijn heer Jaos en die blijkbaar bevelhebber van de stad Lachis is geweest. Ze bevatten militaire mededelingen.

Van de 21 brieven zijn er 6 nog leesbaar. Op de overige treft men wel hier en daar wat letters aan, maar het meeste van het schrift is verdwenen. Dat behoeft niemand te verwonderen. Het is veeleer een wonder, dat er nog wat op staat, nadat ze zoveel jaren in de grond hebben gezeten.

Tenslotte willen we hier nog iets opmerken over het feit, dat tot nu toe zo weinig schriftelijke gegevens van het volk Israël voor de dag zijn gekomen. In andere landen heeft men soms hele bibliotheken opgedolven. Daarmee vergeleken is het resultaat van de opgravingen in Palestina wel heel pover een tunnelinschrift, een stukje kalender, nog een paar kleinigheden en wat scherven, waarvan het merendeel onleesbaar is geworden.

Het is natuurlijk mogelijk, dat het nog eens anders wordt: clat hier of daar in een ruïne-heuvel op een goede dag een grote verzameling geschriften voor cle dag komt.

Uiteraard hebben cle oude Israëlieten wel geschriften gehad, wat wij weten uit het Oude Testament, maar dat er zo weinig van overgebleven is, ligt hoofdzakelijk aan twee dingen: aan het gebruikte materiaal en aan het klimaat. Het materiaal, dat gebruikt werd, is vermoedelijk leer of papyrus geweest, en wat daarvan bestond en nog in een of andere puinhoop aanwezig is geweest, is door vocht vergaan.

De geschiedenis van het volk des Heeren is echter bewaard gebleven in Israëls heilige boeken, en men vraagt zich onwillekeurig af, of er ook een goddelijke bedoeling achter schuilt, dat er naast die openbaring Gods zo weinig aan schriftelijke gegevens is overgebleven.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 september 1958

Daniel | 8 Pagina's

Schrijven

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 september 1958

Daniel | 8 Pagina's