Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van schoenmaker tot dominee

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van schoenmaker tot dominee

Ds. A. Verhagen (1887-1959)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ds. Adrianus Verhagen is een markant figuur in de geschiedenis van Gereformeerde Gemeenten. Ruim vijftig jaar heeft hij zijn krachten mogen geven aan de opbouw van ons kerkelijk leven. En vooral wer ^ voor zen ding en jeugd had de liefde van zijn hart. Vele jaren was hij voorzitter van de Bond van Jongelingsverenigingen. Ook had hij een leeuweaandeel in de totstandkoming van ons jeugdblad Daniël, waarvan hij tot zijn overlijden hoofdredacteur is gebleven. Met de gaven, hem van God geschonken, mocht hij meer dan dertig jaar ons jeugdwerk met bezieling leiden. Niet in het minst, omdat hij een vrouw naast zich vond, die hem in de gelegenheid stelde deze arbeid in God Koninkrijk te mogen verrichten. "Zij stond midden in de gemeente en trouw aan zijn zijde." (aldus mevrouw N. den Hengst - Verhagen uit Dirksland, dochter van ds. Verhagen).

Ds. A. Verhagen werd op 3 maart 1887 te Vlaardingen geboren, /n 1908 bevestigd als lerend ouderling van de Gereformeerde Gemeente onder het Kruis te Westzaan. Hij werd in 1914 oefenaar van de Gereformeerde Gemeente te Meliskerke. Als predikant diende hij de volgende gemeenten: Leiden (1915), Dirksland (191 7), Middelburg (1921), Lisse (1942), Kampen (1947), Gouda (1955). Op 31 juli 1959 is hij te Gouda overleden.

Zijn jeugdjaren

In het gezin van jan Verhagen en Dina • Comelia van den Ijssel was grote blijdschap, toen na vier dochters een zoon (en stamhouder) geboren werd. Dat was op 3 maart 1887 te Vlaardingen. Adrianus is gedoopt in de Nederlandse Hervormde Kerk. Later sloot het gezin zich aan bij de Gereformeerde Kerk. Op vijfjarige leeftijd werd de jonge Adriaan getroffen door een ernstige ziekte. Verlammingsverschijnselen in zijn rechterbeen zorgden ervoor dat de groei belemmerd werd. Al het mogelijke is gedaan om hier verandering in te krijgen: vanaf zijn vijfde tot zijn twaalfde jaar lag hij twintig keer in het ziekenhuis.

Ondanks de langdurige medische behandelingen bleef hij toch invalide. Vooral de eerste jaren kon hij zich maar moeilijk voortbewegen. Later is dat door betere protheses wat beter geworden. Zelf heeft hij deze handicap gezien als een rem op zijn (even. Ook hij was een kind van "Adam" en wilde zijn eigen weg gaan. Dit juk heeft de Heere hem opgelegd om hem te bewaren voor het uitleven van zijn zondige hart.

Een hartelijke keus

Op zestienjarige leeftijd leerde hij een "ander leven" kennen. In zijn hart kwam de begeerte om door genade inde gemeenschap met God te mogen leven. Zelf heeft hij daarvan gezegd: Geen leed zat dat ooit uit mijn geheugen kunnen wissen, wat het betekent om te zien, dat we zonder God in de wereld zijn en vreemdeling van de verbonden der belofte, geen hoop hebbend met betrekking tot de eeuwigheid..., maar aan de andere kant viel er ook een hartelijke keus in ons hart, een nooit berouwende keus, zodat er aan de ene kant een breken met de zonde kwam en het inleven van de diepte van ons ongeluk, maar aan de andere kant een keus om God en Zijn dienst te leren kiezen en die hartelijke en innerlijke verbinding, die we door genade op God en op Zijn instellingen en op Zijn volk hebben mogen ervaren. Wat een lust was, werd een last en wat eigenlijk onze lust was, daarmee moest ik breken. De tekst die de Heere daarvoor gebruikte was 1 johannes 2:7 7: En de wereld gaat voorbij, en haar begeerlijkheid; maar die de wil van God doet, blijft in der eeuwigheid."

Liefde tot Gode volk

De liefde tol de Heere en Zijn volk bracht hem ertoe om ook de gemeenschap te gaan zoeken met hen, die de Heere ootmoedig vrezen. Daar aan de voeten van hen, die spraken over wat de Heere wil zijn voorZijn volk, heeft hij meer geleerd dan op de dagschool. Hij noemt dit gezelschapsleven zijn leerschool. "Wat ik daar leerde? Er is een mogelijkheid tot zaligheid buiten mij in Christus jezus. Toen die ruimte aan mij werd geopenbaard, mocht ik zeggen: Al wat aan Hem is, is gans begeerlijk. Zulk een is mijn Liefste; ja, zulk een is mij Vriend, gij dochters van jeruzalem!"

Ook aan anderen...

Doorzijn omgang met Gods kinderen, kwam ook bij de jonge Verhagen een begeerte om ook anderen al de rechten van Gods mond met lust te mogen vertellen en vlijtig te onderwijzen. Die begeerte

nam hem zo in beslag, dat het te merken was in zijn dagelijkse arbeid. Eerst was hij schoenmakersknecht, later kreeg hij een eigen zaak, maar die liep al spoedig niet meer, omdat hij vol was van de roeping om het eangelie te mogen verkondigen. Toen maar weer knecht geworden, maar de drang om in de dienst des Heeren te mogen arbeiden werd steeds sterker. Veel heeft hij in het verborgene geworsteld. In Vlaardingen richtte hij samen met twee anderen een zondagsschool op. Dat werk had hij al eerder gedaan in Nieuwerkerk aan den IJssel. Onvergetelijk was voor hem de intrede van ds c H Kersten op 22 april n „ , „ , , , 1906 te Rotterdam. Onder de preek van r ds. A. Janse gaf de Heere de zekerheid dat hij ook eenmaal Gods Woord zou verkondigen.

Zijn eerste preek

Nadat hij contact gehad had met ds. D.C. Overduin van Amsterdam, moest hij op een avond om half elf voorde kerkeraad, de echtgenote van de predikant en de dienstbode een proefpreek houden. Daarvoor had hij al verteld over zijn bekering en roeping tot het ambt. Hij preekte over: "De aarde nu was woest en ledig, en duisternis was op dezelve."

Het was hem allemaal wonderlijk te moe, want na deze "preek" werd hij uitgenodigd om twee dagen later in de gemeente voor te gaan. Zijn handen nog zwart van zijn schoenmakerij, geen ambtskleding aan... en toch spreekt de Heere. Die woensdag hield hij in de samenkomst een preek over de knecht van Abraham, die uitgezonden werd om een vrouw voor Izak te halen. De Heere Zelf gaf getuigenis en ook ds.

Overduin mocht met instemming luisteren. En al voelde de jonge Verhagen zichzelf onbekwaam en al was hij onbekend met de mensen uit deze gemeenten, toch moest hij op verzoek van ds. Overduin mee naar Westzaan om daar op 9 april 1908 voor te gaan.

Hoe verder?

De gemeente van Westzaan was door impulsen van ds. Overduin weer gaan bloeien, al waren er best problemen, zeker van financiële aard. Toch kwam er een nieuw kerkgebouwen het kerkbezoek nam ook toe. Nu nog een leraar! Dit leek onmogelijk. Maar de Heere wist van het stille verlangen af! De toekomstige voorganger was reedsop weg... "Eer zij roepen, zallkantwoorden". Ds. Verhagen vertelt er zelf over: "Toen ds. Overduin met zijn voorstel kwam om die jongen, die ze nooit gezien en gekend hadden te laten optreden, waren ze daar helemaal niet mee in hun schik. Maar ds. Overduin was er toch bij? De bezwaren werden opgelost en we kregen dan het recht om daar een avond Gods Woord te brengen. Ik denk nog aan de benauwdheid, want die grote Statenbijbel en die Romeinse letters waren vreemd voor mij om een tekst te kunnen vinden. Ik zeg het u eerlijk zo het ligt. Daar lag in mijn hart om te preken over: "Uw volk is mijn volk, en uw God mijn God". U voelt, daar lag mijn leven. En eindelijk, eindelijk hadden we het boek van Ruth gevonden. Ik pleit niet voor onkunde, maar de oorzaak van de weinige ontwikkeling is bekend. En

toen ik dat woord gesproken had - ik zie in mijn gedachten nog die oude godvrezende man naar de trappen van de preekstoel komen - zei hij: "jongen, kom je zondag weer? " Toen heb ik gezegd: "Alstublieft!" Ik aanvaardde dat verzoek in de volle overgave des harten, ziende wat de Heere deed".

Benoemd

Van twee kanten werd het duidelijk, dat Verhagen geen schoenmaker kon blijven. Ds. Overduin en de Westzaanse broeders hebben hem daar op gewezen. Daar kon hij mee naarVlaardingen. En hij heeft zijn werk opgezegd, wat hij aan schoenmakersgereedschap had, verdeeld en verder...? Zich overgegeven aan de leiding van de Heere. Niet lang daarna kwam er een brief uit Westzaan. De gemeente benoemde hem als lerend ouderling. Er bleef maar één ding over: met blijdschap deze benoeming aannemen!

Ds. Verhagen en de jeugd...

Het is niet mogelijk om het gehele leven van ds. Verhagen op deze pagina's te memoreren. Ik verwijs naar het boek, dat in 1990 opnieuw is uitgegeven en geschreven door L. Nieuwland. We willen tenslotte aandacht geven aan zijn relatie tot de jongeren.

Vanaf het begin van zijn ambtelijke loopbaan heeft hij zich sterk betrokken gevoeld bij de zorg voor de jeugd van onze gemeenten. Al in 1931 werd hij gekozen tot tweede voorzitter van het Landelijk Verband van jongelingsver-enigingen. Ds. j.D. Barth, gekozen als eerste voorzitter, liet om gezondheidsredenen afweten, zodoende werd ds. Verhagen voorzitter. Hij heeft tot aan zijn dood met liefde en vastberadenheid leiding gegeven aan het werk onder onze jongeren. Vanaf 1946 (de eerste uitgave van Daniël) is hij hoofdredacteur geweest van ons jeugdblad. Verder was hij lid van diverse deputaatschappen. Bij zijn overlijden was hij ook voorzitter van het curatorium. Zijn appellerende woorden tijdens bondsdagen en zijn werkzaamheden voor Daniël hebben een onuitwisbare indruk achtergelaten.

Zijn laatste jaarvergadering

De moeilijkheden in Gouda (in verband met de scheuring) lagen hem zwaar op het hart. In het kerkgebouw, dat onze gemeente moest verlaten opende ds. Verhagen zijn laatste jaaivergadering voor het Landelijk Verband van Meisjesvereni-gingen: "Weieven in droeve omstandigheden. Het is voor mij niet gemakkelijk deze vergadering te openen. Want deze plaats is niet meer van ons. En al is het nu maar een gebouw van hout en steen, toch heeft de Heere hier gewoond". Ds. Verhagen had de gave om vergaderingen te leiden met tact, maar ook met opgewektheid en een dosis humor. Dit ontbrak deze vergadering ten ene male. Zijn stemming werd nog minder toen verschillende jonge meisjes uit Vlaardingen binnenkwamen. De dominee maakte een opmerking in de trant van: '"t Is hier geen kinderbewaarplaats!" De leiding deed er alles aan om rumoer te voorkomen. Een plaatsje vooraan, zodat ze goed konden luisteren. De collecte van die morgen bracht / 375, 90 op: voor de gemeente van Gouda.

Twee van die meisjes uit Vlaardingen kwamen naar voren, wantzi hadden met elkaar ƒ 50, - bijeengebracht.

Schuldbelijdenis

De presidente en secretaresse ontmoetten in de pauze ds. Verhagen in zijn huis. Hij was diep verslagen. Waarom? Wel, hij had deze meisjes niet eens vriendelijk ontvangen. Er was zelfs nog veel overredingskrachtvoor nodig om ds. Verhagen 's middags naar de vergadering te krijgen. En wat deed hij na de opening? "Ik wil eerst schuldbelijdenis afleggen.

Vanmorgen heb ik gezegd: '"t Is hier geen kinderbewaarplaats". Maar ik heb de aandacht gezien, waarmee deze kleine meisjes geluisterd hebben. En ik ben beschaamd, omdat ze mij ook nog f 50, - voor de nieuwe kerk hebben aangeboden. Het spijt me, dat ik hen verkeerd beoordeeld heb. Het stemt me tot grote blijdschap, dat zij liever de hele dag in de kerk zitten dan naar de speeltuin geen. Ik hoop, dat ze in hun jonge jaren mogen denken aan het goed, dat nooit vergaat."

In het laatst van zijn leven moest ds. Verhagen veel loslaten. Het zwaarste woog hem wel, dat hij het werk voor de jeugd moest opgeven. Dat was echter niet meer nodig, want nog vrij onverwacht kwam aan zijn aardse taak een einde om eeuwig de Heere te mogen groot maken in Zijn heerlijkheid.

Hendrik Ido Ambacht

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 juni 1996

Daniel | 40 Pagina's

Van schoenmaker tot dominee

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 juni 1996

Daniel | 40 Pagina's