Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Zon der Gerechtigheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Zon der Gerechtigheid

"Ulieden daarentegen die Mijn Naam vreest, zal de Zon der gerechtigheid opgaan, en er zal genezing zijn onder zijn vleugelen en gij zult uitgaan, en toenemen als mestkalveren." Maleachi 4:2

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

<br />

Want zie, die dag komt, brandende als een oven; welke dag? Wel, de dag des Heeren. In het Oude Testament werd daarmee bedoeld de Messiaanse heilstijd. Israël dacht, dat het dan voor de heidenen een dag van duisternis zou zijn, en voor hen een dag van het licht. Echter, Maleachi wijst in de Naam des Heeren op een onderscheid dat zowel de heidenen als Israël zal gelden. De komende dag des Heeren zal tot een oordeel zijn voor alle hoogmoedigen en goddelozen en tot voordeel en troost van degenen die de Naam des Heeren vrezen. De dag des Heeren zal alle goddelozen in vlam zetten. Geen wortel noch tak zal hen worden gelaten. Maar de godvrezenden zal de Zon der Gerechtigheid opgaan. Zal het laatste ons mogen gelden? Laat ons dan met intense aandacht lezen het woord van de stervende profetie. Immers, na Maleachi zal de profetie vier eeuwen zwijgen. Doch de Heere zal de godvrezenden niet zonder troost laten leven in die donkere tijd.

Ulieden daarentegen die Mijn Naam vreest zal de Zon der Gerechtigheid opgaan. Wie zijn dat, de godvrezenden? Dat zijn zij in wier leven God naar Zijn vrijmachtig welbehagen het wonder van Zijn vernieuwende genade heeft verheerlijkt. God heeft Zich in het leven van deze zondar(ess)en willen openbaren en een eeuwige band der liefde door Woord en Geest in hun hart gelegd in Christus. De kinderlijke vrees van Zijn Naam is hun geschonken. Deze godvrezenden hebben gebeefd voor de majesteit Gods, toen zij ontdekt werden aan hun ongerechtigheid. Immers, zo God hun ongerechtigheid zou gadeslaan, wie zou bestaan? Als de Heere naar de eis van Zijn heilig recht met hen handelde, dan was het voor eeuwig verloren. Bovendien leerden zij dat hun eigengerechtigheid een wegwerpelijk kleed was en is. Op geen enkele wijze konden ze het met God in orde maken. Verloren was en is het aan hun zijde en dat erkennen zij. Gods rechtvaardig oordeel verdiend. Zo kwam er in hun leven plaats voor de honger en dorst naar die gerechtigheid, die redt van het toekomend oordeel.

Welk een troostboodschap gaat er tot hen uit. De Zon der Gerechtigheid zal hen opgaan. Zo wordt door Maleachi de beloofde Messias genoemd, de Heere Jezus Christus. Hij wordt vergeleken bij de zon. Een schoon beeld. Het betekent: Het licht van Gods genade geopenbaard in Christus gaat allengskens in hun leven op, gelijk de zon in de natuur langzaam opgaat. Nu weten wij, dat voor de zon in de natuur opgaat, de nacht op het donkerst is. Welnu, zo is dat ook in het leven van de godvrezenden. In de nachten van zonde en schuldontdekking, als het oordeel Gods over de zonde en schuld wordt ervaren en Zijn geduchte toorn, denken zij voor eeuwig onder te gaan en dat rechtvaardig. ,,Uw doen is rein, uw vonnis gans rechtvaardig." Donker was het in de dagen van Maleachi op velerlei wijze. Zou God Zijn gena vergeten, nooit meer van ontferming willen weten? O, wat benauwd. Doch lees, ongetroosten, door onweder voortgedreven zielen, in wie nochtans de vreze des Heeren woont. De Zon der Gerechtigheid zal u opgaan en er zal genezing zijn onder de vleugelen van de Zon der Gerechtigheid.

ALs in Hem de vergevende liefde Gods des Vaders wordt geopenbaard in het evangelie door de Heilige Geest, dan geneest het onze ziel. Al de wonden der ziel worden door de balsem van Christus' bloed en gerechtigheid genezen. Vergeving der zonden in en door het geloof in Christus en Zijn gerechtigheid geneest ons leven. Immers, daarin ligt het herstel van de verbroken gemeenschap met God. En de gemeenschap met God in Christus is het leven. Die uw krankheid kent en liefderijk geneest. Die van het verderf uw leven wil verschonen, met goedheid en barmhartigheid u kronen; Die in de nood Uw Redder is geweest. Moogt u het kennen? Nu staat de zon in de natuur niet dadelijk loodrecht boven de evenaar. Het geschiedt in een langzaam opgaan. De eerste stralen van de zon veriichten de duistere aarde. Zo worden verloren en schuldige zondaren verlicht met de kennis van Gods genade in Christus al meer en meer.

En gij zult uitgaan en toenemen als mestkalveren. Daarbij moeten wij niet denken aan onze kalveren die vet gemest worden voor de slacht. Neen, er staat eigenlijk: Gij zult uitgaan en toenemen als kalveren der mest. De kalveren staan op stal in de mest. In de winter en in perioden dat de dieren binnen moeten vertoeven. Ten diepste tieren de beesten dan niet. Dat geschiedt als de staldeuren weer opengaan en zij vrolijk huppelend de groene weide ingaan, en zich laten koesteren door de verkwikkende stralen van de zon. Welnu, dit mag nu de godvrezenden gelden in overdrachtelijke zin. Zij tieren geestelijk in de dadelijke geloofsvereniging met Christus. Zijn heerlijkheid aanschouwende als de eniggeborene van de Vader, vol van genade en waarheid. In Hem is de volheid des levens. Hij is de Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Hem. Zo worden het geloof en de hoop en de liefde beoefend. Zijn liefde is de banier over hen. In Christus beschikt God voor de treurenden Sions vreugdeolie, en sieraad voor as en een gewaad des lofs voor een benauwde geest, opdat zij eikebomen der gerechtigheid zouden zijn, een planting des Heeren. Uitgaan en toenemen. In zichzelf worden zij al minder, in Christus mogen zij wassen en toenemen. In zichzelf sterven, in Christus leven door het geloof, tot eer van de Vader. Mijn genade is u genoeg, o godvrezenden, in alle wegen van uw leven. Ook in de diepste wegen. Het is hier de woestijn, het vreemdelingschap. Hier kan Gods Kerk nog niet ten volle tieren. Maar eenmaal zullen zij volmaakt uitgaan en toenemen, als zij in mogen gaan in het land der rust, overvloeiende van melk en honing, het hemelse Kanaën. Want dan zal God zijn alles en in allen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 5 december 1990

Terdege | 72 Pagina's

De Zon der Gerechtigheid

Bekijk de hele uitgave van woensdag 5 december 1990

Terdege | 72 Pagina's