Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

EEN LEVENSGESCHIEDENIS,

VII.

IN ONRUST.

De eerste gedachte van onzen kapitein was geweest aan zijn vrouw te schrijven, doch de eerste dagen ging dat nog niet. Zoodra mogelijk echter, vroeg hij pen en papier en wilde beginnen. Maar jawel wat hij ook deed, zijn handen beefden zoo, dat hij geen letter leesbaar op het papier kon zetten.

De dokter werd er bij gehaald, die zei:

„Je zult geschrikt zijn, man. Dan komen zulke dingen wel meer voor. Ik zou je raden 't schrijven nog wat uit te stellen. Of laat een ander het voor je doen."

Dat was nu heel mooi gesproken en ook kende onze kapitein Engelsch genoeg, om een brief in die taal aan iemand voor te zeggen; want onze taal verstond in dit ziekenhuis niemand. Maar Pouwels bedacht, dat zijn vrouw geen woord Engelsch verstond. Wat zou zij dan met den brief beginnen?

Evenwel, hij moest van den nood een deugd maken, en zoo wist hij dan, voor geld gedaan te krijgen, dat een der oppassers een briei voor hem schreef en op zich nam, dien te verzenden. Tot zoover ging alles goed, maar gelijk later bleek, ook verder niet. Want het adres met zijn Hollandsche namen, was den Engelschman, al werd hem alles voor gespeld, toch te moeilijk.

Ge vindt dit misschien vreemd, vrienden, maar ge moet er bij bedenken, dat men in het Engelsch de letters heel anders noemt dan bij ons. Zoo klinkt a = e; e = i; i = ij; w = dubbeljoe, enz. 't Is dus nog al moeilijk niet in de

war te raken. (Zelfs had men onzen vriend onder den naam Powell in het boek der zieken geschreven). Van het adres kwam dus niets terecht, en dat was weer reden, dat de brief niet terecht kwam, en juffrouw Pouwels in de grootste ongerustheid bleef.

De heeren te Rotterdam hadden intusschen hun woord gehouden en naar Londen geschreven over het uitblijven van den schipper. De Britsche kooplui, die den brief ontvingen, hadden daarop onderzoek gedaan bij scheepslui en bij de politie, doch dit had niets gebaat. Of men , ook aan de ziekehuizen had gevraagd weet ik niet. Misschien wel was de naamsverandering, waar ik boven van sprak, oorzaak dat het toch niets gaf.

Ik behoef u wel niet te zeggen, hoe teleur gesteld de vrouw en de moeder van Pouwels waren, toen zij de droeve tijding kregen, dat de vermiste nergens was te vinden. Wat moesten ze doen? ledere bekende gaf raad, maar weinig baat.

„Hoor eens, moeder, " zei de vrouw eindelijk, „we moeten tot een besluit komen. De tijd verloopt en wie weet wat het eind zal wezen. Ik moet weten wat er met Hendrik is gebeurd. Kunnen andren hem niet vinden, dan ga ik zelf hem zoeken.

„Ja kind, ” zei moeder, „ik weet haast niet wat te zeggen. Het is geen geringe zaak naar zoo'n groote, wildvreemde stad te gaan, waar L je niemand kent. Maar dat begrijp ik, dat je het zoo niet kunt uithouden. Zouden de heeren van het kantoor misschien nog niet een weg weten."

Nu de heeren beloofden het nog eens te zullen beproeven, 't Schip ging toch weer naar Londen, maar de eehe dag na den anderen verliep, en wat er kwam, geen tijding van Pouwels.

Deze laatste, die allengs beter werd, zat eveneens eiken dag naar tijding uit te zien. Mijn vrouw, zoo dacht hij, heeft in Rotterdam best iemand kunnen vinden, die haar mijn brief uitlegt. Ik begrijp niet dat ze niet schrijft.

Toen dit echter niet gebeurde, had Pouwels zelf wijselijk maar nog eens geschreven, èn aan zijn vrouw èn aan de heeren van zijn schip. t Dit was, als gezeid, heel verstandig, maar niet g dat hij, BU zijn wonden mooi begonnen te ow genezen, het ziekenhuis verliet en zijn intrek nam in een herberg. Wel was het gasthuis o geen aangename plaats, maar door zijn vertrek k was hij zelf oorzaak, dat er al weer minder A kans was om tijding te krijgen, al had hij dan ook zijn adres aan den oppasser achterge laten.

Intusschen kwam zijn vrouw te Rotterdam al meer tot het vast besluit, om zelf haar man te gaan opsporen. De oude moeder, die den Heere om wijsheid en licht had gebeden, vond zoo'n reis wel bedenkelijk, maar kon toch haar schoondochter geen ongelijk geven, te meer daar deze een vrouw was voor geen klein gerucht vervaard.

Zoo ging dan de vrouw eindelijk naar het a kantoor en deelde den heeren haar plan mee. tr Deze lieden het eerst sterk af, want, spraken ze, 't is een tegen honderd, dat ge den man vindt. Doch toen zij ronduit zei, toch te zullen gaan, verklaarden de heeren, dat zij bereid waren, A haar den tocht te laten maken met het schip, waar haar man gewoonlijk op voer. De stuurman, die tijdelijk als kapitein dienst deed, kreeg last goed voor haar te zorgen, en ook te Londen naar een geschikt verblijf uit te zien. Alles op kosten van de heeren. Want die waren op schipper Pouwels zeer gesteld, en hoopten nog steeds dat hij spoedig zou worden weergevonden.

Niet lang daarna zeilde het schip uit en bevond de vrouw zich op de wateren der Noordzee, die ze nog nooit had bevaren. Moeder had dien morgen vooraf ernstig met haar dochter gebeden, dat de Heere God haar mocht bewaren, haar geleiden en haar den man doen terugvinden, over wien haar hart zoo bekommerd was. Vol ernstige gedachten zat zij nu in de kajuit, en 't was haar tusschenbeiden als zag zij raad noch uitkomst meer. Zij had zich nooit veel bekommerd over den dienst van Hem, in wiens hand ons leven en adem is en bij wien al onze paden zijn, en altijd gemeend als een braaf mensch, er wel te zullen komen. Doch nu gevoelde zij recht, hoe zwak en onmachtig wi] zijn, ook in de dingen van dit leven, om ons zelf te helpen. En in den nood steeg uit haar ziel een bede • op tot God, om hulp, om leiding en bestier, voor de redding van haar man, dien zij innig lief had. H v v B / g

Zonder ongeval bereikte het schip de hoofdstad van Brittanje. Weldra begaf de kapiteinsvrouw zich aan land.

De vraag was echter wat nu te doen? Men kon kwalijk in de buurt . gaan vragen, of iemand schipper Pouwels ook gezien had. De v stuurman echter wist raad, en wel een zeer T goeden. Daar was — en is nog"— in Londen Z een HoUandsche kerk, waar de predikant eiken e Zondag in onze taal predikte. Naar dezen A dominee, wiens woonplaats welbekend was M gingen nu beiden, en vertelden wat was voor B gevallen. De predikant kon niet zoo aanstonds n zeggen, welken weg het best was in te slaan, P 't Was in die dagen niet zoo gemakkelijk in F een groote stad een vermiste op te sporen. Intus e schen bood hij de vrouw vriendelijk aan, daar h zij te Londen geheel vreemd was, en^ het schip u spoedig weer vertrok, bij een zijner kennissen D haar intrek te nemen. Men kon dan zien, wat v verder te doen. Zoo kwam de kapiteinsvrouw o bij lieden, die haar verstonden en met wie zij E spreken kon. Dat was al reeds een groot bezwaar E weggenomen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 april 1905

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 april 1905

De Heraut | 4 Pagina's