GEROEPEN TOT HEILIG LEVEN

W. H. Velema, GEROEPEN TOT HEILIG LEVEN, 195 blz., ƒ 29, 90. Uitg.mij. J. H. Kok, Kampen, 1986.

De heiliging - dit woord gebruikt de schrijver in het algemeen voor heiligmaking - is een thema dat als een peillood kan fungeren waarmede men de diepte van Gods heilsboodschap kan afmeten. Dit bijbelse gegeven bevat een veelzijdig thema. Het is van grote betekenis zich af te vragen wat dit woord in de zedelijke crisis van onze tijd betekent (de gezagscrisis, de sexuele moraal e.a.), ook in verband met de hoogmoedige pretentie van de menselijke autonomie. Daarbij komt dat we gemakkelijk óf de heiliging ten koste van de rechtvaardiging benadrukken of de heiligmaking vergeten ten gunste van de rechtvaardiging. Calvijn legt de nadruk op de eenheid van rechtvaardiging en de heiliging in Christus (Inst. 111, 16, 1).

Uitvoerig wordt geschreven over de heiliging in de Schrift; hiervan enige aantekeningen: e gelovigen zijn geroepen heiligen, d.i. zij delen in het heil van God en behoren den Here toe, gewijd aan Zijn dienst, 1 Cor. 1:30. Christus is de Zijnen geworden wijsheid van God, rechtvaardigheid en heiligmaking en verlossing. De H. Geest doet ons in Christus als onze heiliging geloven. De H. Geest verwerkelijkt de heiliging in ons leven.

Heiliging is een deel van het heil, geen voorwaarde, maar een gestalte van het heil, een gave Gods in Christus. De auteur gaat in op de opvattingen van o.a. Bavinck, Barth, Miskotte, Berkhof. 'Wij kunnen de heiliging niet beleven als we niet tegelijkertijd uit de rechtvaardiging leven'. In den brede wordt ingegaan op de exegese van Rom. 7: 14v, waar het - zo de auteur - gaat om en over de tweespalt in het leven van de gelovige.

Uitvoerig wordt de lezer voorgelicht over de betekenis van de wet in het leven der gelovigen. De wet - ook in het O.T. - is vol van Christus. Om de wet in haar diepte te kennen hebben wij haar vervulling in Christus' liefde nodig. Joh. 13:34. Alleen door te spreken van de wet van Christus, worden wij bewaard voor wetticisme en moralisme: e wet komt mee met het evangelie.

In het hoofdstuk over de gestalten van de heiliging wordt een ampele uiteenzetting gegeven over de persoonlijke verantwoordelijkheid, over de navolging van Christus - de meest klemmende omschrijving van de heiliging - over het dragen van het kruis. 'Het is niet aan het moderne bewustzijn om nieuwe normen te scheppen'. We mogen niet vergeten, dat de decaloog normatief functioneert in het Nieuwe Testament. De christelijke vrijhe, id is geen individuele zelfontplooiing ter bereiking van het hoogste genot (verwijzing naar Clv.). Men moet liever niet spreken van een gebod tot zelf-liefde, wel van verantwoordelijkheid en plichten jegens onszelf.

In een apart hoofdstuk Heiliging van structuren? wordt de opvatting van Berkhof van een objectieve heiliging verworpen. Het zijn alleen mensen in verband met wie het woord heiliging en heiligen wordt gebruikt.

Waar de heiliging niet wordt nagejaagd verschrompelt het geloof, daar laat men de ramen beslaan, die uitzicht geven op de voleinding. En - het is daarmede, dat de schrijver besluit - een geheiligd leven is een biddend leven.

Ter nadere adstructie van de tekst zijn zestien bladzijden noten opgenomen. Het geheel is een waardevolle theologische studie ter verdieping van inzicht in dit deel van Gods heilsgeheim.

H.

Bt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen