Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor de jeugd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor de jeugd

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Beste jongelui!

We hadden het over de preek. Daarin moeten de drie stukken „ellende, verlossing en dankbaarheid” tot hun recht komen. Een preek, waarin deze drie stukken niet voorkomen, deugt niet, aldus mijn oud-lecrmeester in de predikkunde. Ik meen dit ook gelezen te hebben in een van de geschriften van Prof. Wisse, die in zijn leven ook les gegeven heeft in de homiletiek (predikkunde). Wij zijn het hier natuurlijk hartelijk mee eens. En dan niet omdat Prof. v. d. Meiden, of Prof. Wisse, of wie dan ook dit gczcgd heeft, maar omdat dit in de bijbel de doorgaande lijn is, die men overal vinden kan. Tenminstc, wanneer men nog ogen heeft om tc zien. Is men met verblindheid geslagen, dan ziet men daar natuurlijk niets van. De zodanigen kan ik alleen maar toebidden, dat ze om opening der ogen vragen, opdat ze zullen mogen zien.

In orde gaat dan altijd de ellende aan de verlossing vooraf. Want als ik mijn ellende niet ken, hoe zal ik naar verlossing verlangen? Die gezond zijn hebben de Medicijnmeester niet van node, maar die ziek zijn. Men moet natuurlijk niet in de ellende blijven hangen, als zou er geen verlossing zijn. Dat is ook verkeerd. Dan doet men te kort aan de evangeliebediening. En evangeliebediening is toch de blijde boodschap uitdragen, dat de Heere Jezus Christus in de wereld gekomen is om zondaren zalig te maken.

Als deze dingen recht worden verkondigd, dan kan de dankbaarheid niet achterwege blijven. Die komt tot openbaring in een leven in heiligmaking. Dat is een leven naar de wil van God. De wil van God n.l. zoals deze in de wet geopenbaard is. Daarom wordt in de Heidelbergse Katechismus de wet ook behandeld in het derde stuk.

En dan moeten jullie niet denken dat deze drie stukken na elkaar worden geleerd, in die zin, dat men eerst wat onderwezen wordt in de ellende, liefst niet te lang, om dan daarna nog wat onderwijs te krijgen in de verlossing, om dan tenslotte het leven in de dankbaarheid te laten uitlopen, waarin men dan in een voortdurende halelujastemming zou verkeren. Het lijkt wel of het bij sommigen zo is. Men ontkent de noodzakelijkheid van de drie stukken niet. O neen, men houdt ten deze nog vast aan de belijdenis. Maar dat eerste stuk, daar is men al gauw overheen en het tweede is men ook in een enkel ogenblik gepasseerd, om dan in het derde stuk z’n leven te vinden, naar men denkt. Men noemt zich dan „vrijgemaakt” en heeft zichzelf daarbij een „vrijbrief” uitgereikt om te gaan leven naar het vlees. Men is dan boven de wet uitgegroeid. Die leefregel der dankbaarheid weegt hen niet zwaar. Men acht alles geoorloofd en doet dan tegelijkertijd alles maar ook. Dcgenen die met dit gemechaniseerdc en geautomatiseerde Christendom niet mee kunnen komen, worden zo wat voor „achterlijk” versleten. Met zulke mensen zou je dan cigenlijk misschien nog een beetje medelijden kunnen hebben, doch verdcr moet je ze maar laten lopen.

Doch zo liggen, naar onze vaste overtuiging, de zaken niet. Want de drie stukken worden niet „na” elkaar, maar „naast” elkaar geleerd. Wat zoveel zeggen wil, als dat men er nooit in uitgestudeerd komt. In het derde stuk met, maar in het eerste en tweede ook niet. Men moet in alle drie!e stukken steeds dieper onderwezen word" a. En dan geloof ik altijd nog, dat men in het derde stuk, het stuk der dankbaarheid dus, het beste zijn eilende leert kennen. Want in het derde stuk komt men er pas achtcr hoe weinig men van dat Godewelbehagehjke-leven terecht brengt. De allerheiligste toch heeft maar een klein beginsel van deze nieuwe gehoorzaamheid. Het „willen” is wel aanwezig, n.l. om naar de wet Gods volkomen te leven, maar het volbrengen vindt men niet. En dan roept men het uit met Paulus: lk ellendig mens. Paulus een verlost mens, een dankbaar mens en toch nog een ellendig mens. Hoe is dat nu allemaal te rijmen? zullcn julhe mogelijk vragen.

Weten julhe hoe dit zit? Paulus behoorde bij dat volk, dat de Heere Zichzelf had overgehouden, en waarvan je lezen kunt in Zefanja 3:12: „Maar lk zal in het midden van u doen overblijven een ellendig en arm volk; die zullen op de Naam des Heeren betrouwen.

Wanneer men steeds maar weer bij zijn eilende bepaald wordt, dan wordt de Heere Jezus Christus, de Verlosser, voor zo een al dierbaarder, van ai groter waarde. Men komt er dan steeds meer achter, wat het Hem gekost heeft, om zulk een zondaar, die het er maar nooit beter af kan brengen, vrij te kopen. Want de schuld, die men door de zonde gemaakt heeft, is niet in getahen uit te drukken. De losprijs, die de Heere Jezus Christus daarvoor gegeven heeft, is evenmin in getahen uit te drukken. Gods kinderen zijn niet gekocht met de prijs van goud of zhver, doch met de dure prijs van het bloed van Christus. God was over de zondaar niet eerder tevreden, voor Hij bloed zag. En dat heeft nu de Zoon van God opgebracht. Wanneer men daar iets van verstaat, dan kan het niet anders of dit heeft een „nauw” leven tot gevolg. En dan is een nauw leven iets anders dan een „benauwd” leven. Zo stelt men het wel eens voor, alsof het „ware leven” (.wat men dan niet voor leven ziet) een benauwd leven zou zijn. Doch dat is het in geen geval. Het is een ruim leven. Maar dan in God. Men heeft dan in God ruimte gevonden. Men verstaat dan: Hij doet mij in de ruimte gaan.

Dat wh natuurlijk weer niet zeggen, dat degenen die het „ware leven” deelachtig zijn, het nu nooit meer eens benauwd hebben. O zeer zeker, maar dat vindt dan niet zijn oorzaak in het leven-naarde-wil-van-God, maar in een-gevallen-zijn-in-dezonde. En dat komt helaas nog al eens voor. Wij struikelen, zegt Jacobus, dagelijks in velen. Doch die benauwdheid wordt dan weer mede-oorzaak dat men er door naar de Heere uitgedreven wordt. Het vergaat dan de zodanigen net als een kind, dat de hand van vader of moeder heeft losgelaten en gevahen is. Het begint te huilen en moet door een der ouders geholpen worden. Ja, de tranen houden niet eerder op, voor dat moeder of vader er een kusje op gegeven heeft.

Ik hoop niet, beste vrienden, dat juhie dit kinderachtig zullen vinden, want dit is niet kinderachtig, maar geestelijk-kinderlijk. Het geestelijke kind, dat is het kind van God, geestelijk genoemd omdat het door de Geest Gods wederomgeboren is, ervaart het zo.

Weten jullie daar ook wat van? Je bent te feliciteren als deze „omgang” met God geen vreemde zaak is in je leven.

En nu nog wat anders. Ons blad,,Bewaar het Pand” bestaat nu vijf jaar. Je zoudt ten deze van een lustrum kunnen spreken. Het heeft een vaste en ik mag ook wel zeggen: enthousiaste lezerskring gekregen. Meerdere malen mogen we daar iets van vememen. We zijn daar blij mee.

Het kontakt tussen ons bestond tot nu toe aheen maar via Bewaar het Pand. Misschien dat juhie mij en de andere schrijvers meerdere malen hebben gezien, maar juhie zijn als trouwe „Bewaar het Pand-vrienden”, voor het merendeel, ons onbekend. Daarom meende de Redaktie eens een ontmoetingsdag te moeten organiseren. Deze dag is vastgesteld op Zaterdag 17 april 1971. We hopen dan elkander te ontmoeten in de Christelijke Gereformeerde Kerk te Dordrecht, Singel 192. Aanvang 10.30 uur.

Na de opening enz. hopen wij dan te spreken over: „TEMPELVERVAL EN VREZE GODS IN DE JEUGD”.

Ik zou zeggen, beste vrienden, met de zaterdag hebben de meesten van juhie vrij. Misschien heb je ook een auto of kun je iets organiseren, waardoor je gezamenlijk naar Dordrecht komt, maar laat ons elkanders aangczicht eens zien. De wercld heeft voor haar zaak allcs over. Voor een bokswedstrijd blijft men nachten op en geeft men miljoenen uit. Wat is ons de dienst des Heeren waard? Praat er ook eens ernstig over met je ouders en brengt ze mec. Want voor hen is er ook nog wat in het vat.

Zie verdere mededclingen in dit blad.

Jullie aller vriend,

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 maart 1971

Bewaar het pand | 4 Pagina's

Voor de jeugd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 maart 1971

Bewaar het pand | 4 Pagina's