Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bukken onder het oordeel (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bukken onder het oordeel (1)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Degenen onder ons die de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt zijn inmiddels bejaard tot hoogbejaard geworden. Toch zijn de oorlogsjaren nog volop onderdeel van onze collectieve herinnering. Jaarlijks worden op 4 mei de oorlogsslachtoffers herdacht en op 5 mei de bevrijding. Ook de media schenken iedere keer weer aandacht aan de oorlogsjaren.

Eind april promoveerde aan de VU E.G. Bosma, geschiedenisleraar aan het Van Lodensteincollege en lid van de gereformeerde gemeente van Rijssen-Noord, op een studie getiteld “Oude waarheid en nieuwe orde”.
Daarin behandelt hij de opstelling van de bevindelijk gereformeerden tegenover het nationaal-socialisme.
In een uitvoerige studie wordt gedetailleerd beschreven hoe allerlei bekende predikanten en anderen zich tijdens de oorlog gedroegen, maar ook hoe zij zich in de jaren daarvoor hadden opgesteld tegenover Hitler en het nationaal-socialisme. Evenzo komt aan de orde welke consequenties dat na de oorlog voor een aantal van hen had.
Onmiskenbaar is dit een gevoelig onderwerp. Ds. G.H. Kersten werd immers na de oorlog als Tweede Kamerlid weggezuiverd. Een aantal hervormde predikanten van bevindelijk gereformeerde signatuur werd tijdelijk in de uitoefening van hun ambt geschorst. De christelijke gereformeerde prof. G. Wisse werd een al te grote vriendschappelijkheid met Duitsers en NSB-ers verweten. Maar gevoelige onderwerpen hoeft men, zeker in een wetenschappelijke studie, niet uit de weg te gaan.

Cultuurschok
Nu zullen naoorlogse generaties in hun oordeel over al deze dingen wel moeten bedenken dat je achteraf altijd gemakkelijk praten hebt. De capitulatie, na het dramatische bombardement op Rotterdam, betekende dat de vertrouwde wereld was ingestort. Nederland was, anders dan België, buiten de Eerste Wereldoorlog gebleven en had al meer dan een eeuw geen vreemde bezetting gekend. De vlucht van de koningin en de ministers naar Engeland kon men in brede kring moeilijk begrijpen. Er was sprake van een cultuurschok.
Een maand na de capitulatie van Nederland moest ook Frankrijk de strijd tegen de Duitsers staken. Alleen Engeland bleef als tegenstander over.
Het leek alsof Hitler definitief zijn nieuwe orde aan Europa had opgelegd. Ook sommige ministers in het naar Londen gevluchte Nederlandse kabinet hadden weinig of geen hoop dat de oorlogskansen nog eens een keer ten goede zouden nemen.
In bevindelijk gereformeerde kring werden de Duitse bezetters gezien als een oordeel van God over de zonden van het volk. Dr. Bosma geeft daar in zijn dissertatie allerlei voorbeelden van. ‘Op het onverwachts werd ook Nederland in den vreeselijken oorlog betrokken en in vijf dagen tijds overweldigd door de Duitse macht, die in Gods hand gebruikt is als een roede, om ons te slaan. Want Gods hand is tegen ons opgeheven vanwege onze zonden’, zo sprak ds. Kersten in het najaar van 1940 in zijn dankdagpreek.
‘Men moge ons smalen voor pro- Duitsch’ - zo voegde hij er aan toe - ‘als waren wij een landverrader, de Heere is onze getuige, dat wij spreken om het heil van ons volk, opdat het buigend onder de roede waarmede God sloeg, bij Hem ontferming vinde en Hij Nederland eens vrij make’.

Terecht
Dat de bezetting geduid werd als een oordeel van God over de zonden van kerk en volk was zeker terecht. Ook al was de Nederlandse samenleving toen nog niet zo ontkerstend als tegenwoordig, toch was er veel waarover slechts Gods rechtvaardig oordeel te verwachten was. In de vooroorlogse jaren hadden ds. Kersten en anderen in bevindelijk gereformeerde kring reeds hun waarschuwende stem laten horen. In kerkelijke kringen waar men het allemaal wat gemakkelijker nam, kwam dat thema voor en tijdens de bezettingsjaren veel minder aan de orde. Ook dat laat zich plaatsen.
Maar er is hierover meer te zeggen. In de vooroorlogse jaren had ds. Kersten, ook in zijn rol als leider van de SGP, duidelijk gewaarschuwd tegen de NSB en het Duitse nationaal-socialisme. Jongeren die zich aangesloten hadden bij de NSB konden in de Gereformeerde Gemeenten niet zomaar belijdenis doen. De generale synode van 1937 sprak uit dat ‘wij van de NSB gescheiden zijn om des beginsels wil’.
Die ernstige waarschuwingen waren niet zonder resultaat gebleven. In plaatsen als Herkingen en Waarde en op het eiland Tholen, waar in de oorlogsjaren nogal wat leden van onze gemeenten zich bij de NSB aansloten, was voor de oorlog bij de verkiezingen van een overloop van SGP-kiezers naar NSB niets te bespeuren.
En als de Duitsers de roede in Gods hand waren over het Nederlandse volk, waren de geallieerden dat niet evenzo over het goddeloze naziregime dat zich onder meer op een gruwelijke wijze vergreep aan het Joodse volk? In zijn rede op de eerste naoorlogse partijdag van de SGP zou ds. Kersten deze zaken uitdrukkelijk noemen. Het rechtvaardig oordeel van God ging zowel over de Duitsers als over ons volk. Onze ontaarde vijand heeft, door satanische haat gedreven, tot zijn eigen ondergang de Joden beproefd doen worden. Want ‘wie zijn handen aan de Joden slaat, graaft zichzelf het graf’, aldus ds. Kersten.

Verantwoord en evenwichtig
Nu kon men in de bezettingstijd niet alles zo openlijk zeggen en schrijven als men dat voor en na de oorlog kon.
De dreiging van Duitse represailles was reëel. Ds. Kersten werd al in 1941 bij de SD ter verantwoording geroepen over hetgeen hij in De Banier geschreven had.
Dat neemt niet weg dat het in zo’n cruciale periode natuurlijk wel van groot belang was dat hetgeen je naar buiten bracht, een verantwoord en evenwichtig geheel vormde. Dit om te voorkomen dat mensen met je woorden de verkeerde kant uit zouden gaan. Dat gold zeker voor leidinggevende personen, zowel in als buiten de kerk.
Niet zonder reden concludeert de historicus Van Roon (Bosma verwijst daar ook naar) dat Kerstens uitspraak dat de bezettende macht een roede in Gods hand was, haar een dusdanig religieus aureool gaf, dat feitelijke collaboratie in zijn kring geen zeldzaam verschijnsel is gebleven.
Met name in de eerste oorlogsjaren heeft ds. Kersten dingen gezegd en geschreven die beter achterwege hadden kunnen blijven of in ieder geval hadden moeten worden aangevuld.
Dat is jammer. Het schaadde niet alleen zijn nagedachtenis als politicus, maar droeg ook bij aan de spanningen die zich in de loop van de jaren veertig in de Gereformeerde Gemeenten openbaarden.
De bekende Scherpenzeelse ouderling Bart Roest wist in de oorlogsjaren tot een betere afweging te komen.
Hij was er van overtuigd dat de Duitsers van God gezonden waren om ons land te straffen, maar tevens beschouwde hij hen als trawanten van de satan, niet het minst om hetgeen zij de Joden aandeden. Een zoon van hem zat in het verzet.

(wordt vervolgd)

Apeldoorn, C.S.L. Janse

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 mei 2015

De Saambinder | 20 Pagina's

Bukken onder het oordeel (1)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 mei 2015

De Saambinder | 20 Pagina's