Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Toosten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Toosten

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is vrij lang geleden dat ’Rens’ zijn vraag stelde over het toosten (omhoog houden van het drinkglas en daarbij een wens uiten). Eerlijk gezegd was de vraag ongewild blijven liggen. Totdat ik ergens kwam waar opeens getoost werd.
Het was op een reünie van gemeentebestuurders. De burgemeester gaf een overzicht van wat de gemeente in het afgelopen jaar allemaal gedaan en bereikt had. Aan het eind van zijn toespraak zei hij: ”Laten we nu het glas heffen op het komende jaar.”
Gaan staan. Glazen omhoog. Proost!
En ja, wat doe ik dan bij zo’n plotseling verzoek? Dát is de terechte vraag van Rens. Het kan ook in een vriendenkring gebeuren. Bij allerlei gelegenheden. Bruiloft. Examenfeest. Of zomaar op een gezellige bijeenkomst.

Rens, mag ik jou een eenvoudige vraag stellen? Hoe zou je het vinden als je - bij een receptie bijvoorbeeld - één van onze dominees zou zien toosten?
Je voelt het aan: Dat past beslist niet bij elkaar.
Weet je wie dat ook heeft ervaren?
Dominee Van Velzen (1809 - 1896). Zijn naam is - evenals die van ds. De Cock van Ulrum en anderen - nauw verbonden aan de Afscheiding van 1834.
Hij was predikant in één van de Friese kerken. Ook hij was zeer verdrietig over wat allemaal in de Hervormde Kerk plaats vond. Namens zijn gemeente probeerde hij tijdens een classisvergadering terug te roepen tot Gods Woord en onze reformatorische belijdenisgeschriften. De jonge dominee werd in stilte aangehoord. Zijn verzoek zou tijdens de maaltijd besproken worden.
Hoe dat ging beschreef ds. Van Velzen zelf. Enkele hoofdzaken daaruit.

”Het kwam mij vreemd voor, dat predikanten zulke hoog ernstige zaken bij de maaltijd wilden bespreken; evenwel moest ik in dit voornemen berusten. Onder de maaltijd werd men weldra zeer luidruchtig. Er werden op de koninklijke familie en op anderen toosten uitgebracht. Veel predikanten deden dat met groot gejuich. Ten laatste werd ook met groot vreugdegeschreeuw gedronken op de eendracht en liefde in de kerk.
Bij deze spotternij met de heiligste zaken ontroerde ik. Hoewel ik nog geen woord uitte, kon iemand, die tegenover mij zat, op mijn gelaat lezen wat er in mij omging. Althans hij deed mij nu de vraag - hoewel ik nooit gedronken had bij een toost - : ”Drinkt u niet bij den ingestelden toost?” ”Ik vind het verschrikkelijk”, gaf ik ten antwoord, ”dat predikanten zich op zo’n manier over de heiligste zaken uitlaten.”
”Nauwelijks had ik gesproken, of ik bemerkte, dat men onder al de luidruchtigheid de aandacht op mij gevestigd hield, want eensklaps heerste er de grootste stilte.
”Wat zegt hij?” riep een stem. Op die vraag antwoordde ik niet. ”Waarom drinkt hij niet?” werd nu geroepen. Geen antwoord.
Hierop werd dezelfde vraag aan mij persoonlijk gedaan. En nu zei ik tot allen, hetgeen ik reeds aan de predikant, die tegenover mij zat, had verklaard, dat ik geheel verontwaardigd was over hun uitgelaten vrolijkheid, bij het vermelden van de eendracht en liefde in de kerk.

Zodra ik gesproken had, ontstond de grootste verwarring. Met onstuimig geweld kwamen velen op mij toe. Ze lieten allerlei smaadredenen horen. Ik was genoodzaakt op te staan, en zag de aangezichten tegen mij ontstoken.
Velen getuigden toen, dat zij de banden der kerk (zo noemden zij de Formulieren van Eenheid) verwierpen. Een der predikanten plaatste zich recht voor mij, stroopte zich de halsdoek neder, en riep, dat hij zich liever de hals wilde laten afsnijden, dan de Dordtse Leerregels ondertekenen. Voorts werd het geschreeuw zo verward en zo groot, dat ik de meeste woorden niet kon verstaan en mijzelf niet kon laten horen.
Met veel moeite verkreeg de president stilte. ”Wij zijn”, begon hij, „in ons vaderland beroemd, wegens de liefde, de eensgezindheid en het broederlijk verkeer, die altijd in onze kring geheerst hebben, en nu komt hij met het gelaat van een farizeeër dat alles verstoren!” Enzovoort… Tot zover de ervaring van ds. Van Velzen in de negentiende eeuw.

Ik haast me om te zeggen, dat het tijdens de reünie zo beslist niét ging. Een nette toespraak van de sympathieke burgemeester. Hartelijk was hij en open keek hij iedereen aan. Bij het toosten geen gejuich of baldadigheid. Wel even die gebruikelijke, verheven stemming. Dan voel je duidelijk aan dat in het toosten iets zit dat boven het gewone uitsteekt. Van wie wordt gezondheid en succes verwacht? Van ’iets vaags’. Niet van God, want wie denkt bij het toosten aan Hem?
Ik moet denken aan de zieke koning Aházia. Hij zond knechten tot de God van Ekron om te vragen of hij van zijn ziekte zou genezen. Maar de Heere laat Elia tot hem zeggen: ”Zo zegt de HEERE, is het omdat er geen God in Israël is, dat gij zendt om Baäl-Zebub, de God van Ekron te vragen?”
Gezondheid en zegen op ons werk komen bij God vandaan. Wij hebben Hém daarom te vragen. Daar past toosten absoluut niet bij. Dat zijn twee totaal tegenstrijdige zaken.
In alle bescheidenheid mogen we het zeggen: Een christen toost niet, maar hij bidt…

Maar Rens, ik weet dat je mij nu wilt vragen: ”Schrijver, wees eerlijk, wat hebt u gedaan toen iedereen toostte?”
Ik heb niet meegedaan, Rens. Maar ik voel me tóch schuldig. Ik had na het toosten op moeten staan en moeten zeggen:
”Burgemeester, u zult het me niet kwalijk nemen als ik mijn gevoelens weergeef. Het doet me goed om na zoveel jaren weer oude bekenden te ontmoeten. Wat is het waardevol om herinneringen aan vroeger te delen. Ik mag wel namens iedereen u hartelijk bedanken voor de uitnodiging. Het was ook fijn om te horen, dat er veel goede dingen zijn in deze mooie gemeente. Maar misschien merkte u dat verschillenden van ons niet meededen met de toost. Dat is niet om spelbreker te zijn, maar - het zij met schroom gezegd - in het sterke besef dat het Gód is Die u als gemeentebestuur gezondheid en kracht gaf om het werk te doen. En graag wil ik u en de uwen toewensen, dat Hij ook voor het nieuwe jaar ál het nodige wil geven. Dat betreft alles voor de tijd, maar ook wat nodig is op onze reis naar de eeuwigheid.”

En weet je wat ik óók gevoeld heb, Rens? De zware last die vroeger op mijn schouders lag. De verantwoordelijkheid en plicht om dit soort zaken eerlijk te bespreken op de plek waar het hoort. Vertrouwelijk met de burgemeester zelf. Ook vragen aan de SGP-wethouder of hij het punt in B&W aan de orde wil stellen. Hopelijk mag het lukken om het toosten te doen stoppen.
Besef je hoe moeilijk dit is?
Er is zoveel vrijmoedigheid en wijsheid nodig om het te doen.
Maar de Heere kán helpen, Rens. Ook als jij het in jouw omgeving gaat bespreken. Van harte sterkte toegewenst…

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 januari 2017

De Wachter Sions | 12 Pagina's

Toosten

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 januari 2017

De Wachter Sions | 12 Pagina's