Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wat is schriftuurlijke prediking?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wat is schriftuurlijke prediking?

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als jong predikant wil ik met schroom over dit moeilijke onderwerp wat schrijven. Al leert een predikant het preken nooit, en al zal elke prediker moeten zeggen: „Wie is tot deze dingen bekwaam", toch is ervaring niet onbelangrijk. Omdat dit artikel bedoeld is voor onze jongeren die naar de prediking luisteren en niet voor hen. die hel Woord prediken, wil ik proberen er wat over te schrijven. Ik wil dat doen aan de hand van een negental stellingen.

1. De prediking is bediening van de verzoening

De apostel noemt dc prediking in 2 Kor. 5:20 , .Zo zijn wij dan gezanten van Christus' wege. alsof God door ons bade; wij bidden van Christus' wege. laat u mei God verzoenen."

Het gaat in de prediking om genade, om verzoening met een vertoornd God. Dc prediking is Gods Woord lol een verloren zondaar, tot de kinderen des toorns. In de prediking wordt ons persoonlijk aangezegd, wie wc zijn cn wal er bij God te krijgen is. Wanneer dit element afwezig is. is de prediking ontdaan van alle ernst en is het een vrijblijvende toespraak geworden. De hoorders moeten echter voor Gods gericht gedaagd worden, zegt Calvijn. In de prediking moet duidelijk worden, dat er twee wegen zijn. De brede weg. die naar het verderf leidt en een smalle weg naar het eeuwige leven. De Hcidclbergcr

Catechismus zegt daarover dat de prediking ccn van de sleutelen is van het Koninkrijk der hemelen. Aan de gelovigen wordt verkondigd, dat alle zonden van God vergeven zijn en de ongelovigen wordt verkondigd dat dc toorn Gods en de eeuwige verdoemenis op hen ligt, zolang zij zich niet bekeren. In Joh. 20:23 lezen we: Zo gij iemands zonden vergeeft, dien worden zij vergeven; zo gij iemands zonden houdt, dien zijn zij gehouden."

Het is dus nogal wat als we mogen verkeren onder de prediking. Als we dit beseffen, is cr eerbied en aandacht. Dan luisteren we voor ons zelf. Ons vragen onder de preek is dan: Aan welke kant sta ik? Waar is mijn reis heen? Hoe krijg ik een genadig God?

2. Prediking is bediening van het Woord

In Rom. 10:17 lezen we: Zo is dan het geloof uit het gehoor cn het gehoor door het Woord Gods." Het geloof is uit het gehoor! „En hoe zullen zij in Hem geloven, van Welken zij niet gehoord hebben? En hoe zullen zij horen, zonder die hun predikt? En hoe zullen zij prediken, indien zij niet gezonden worden? " (Rom. I0: 4 en 15).

Dc Reformatie heeft de prediking in het centrum van de kerk geplaatst. Christus was in Zijn omwandeling op aarde in de eerste plaats Prediker. Hij bracht het Woord. Dat deden ook de profeten, priesters en apostelen. Zij waren de mond Gods tot het volk. zij legden dc Schrift uit.

Vanzelfsprekend vraagt dit om een nauwkeurige exegese, in biddend opzien tot de Heere. Eerst zal de dienaar dc Boodschap zelf hebben beluisterd, dan kan door hem dat Woord worden doorgegeven. Het formulier om dienaren des Woords bevestigen. zegt er van: „Gedenkt, dat God Zelf ulieden door hem aanspreekt en bidt. Neemt dan het Woord aan. hetwelk hij u, volgens dc Heilige Schrift, zal verkondigen, niet als der mensen woord, maar als Gods Woord."

De gemeente hoeft in de prediking niet alleen te horen, dat het om uiterst belangrijke dingen gaat. maar ook dat de Heere Zelf spreekt. Prediking is geen stichtelijke verhandeling. geen gemoedelijk gesprek met de gemeente, maar is verkondiging van het Woord. Het 'Zo zegt de Heere' dient centraal te staan. Daartoe moet de prediker ook in het ambt staan. Krachtens zijn roeping heeft hij volmacht om het Woord tc verkondigen.

3. Ware schriftuurlijke prediking is bevindelijk

Dc prediking is Woordverkondiging. maar het is

meer dan het voorlezen van kanttekeningen. Het is meer dan een kommentaar op de Schrift. Het is meer dan het navertellen van dc bijbelse geschiedenis, of het ontvouwen van een dogma. De prediking is meer dan een loodrechte verkondiging zonder aanzien des pcrsoons. Hel is ook meer dan een oproep tot bekering en geloof. De prediking is niet alleen explicatie, uitleggen van de Schrift, maar is ook applicatie, toepassing van het Woord.

De prediker brengt het Woord bij hel hart en het léven. Wanneer we over bevindelijke prediking spreken, bedoelen we: „het Woord bij het hart van de hoorders brengen, in de wetenschap, dat de Heere door Zijn Geest het Woord moet toepassen en in het hart moet brengen." Dat kan een prediker nooit.

Maar een prediker moet trachten het Woord konkreet te laten spreken, ook in het geestelijk leven. Met alle vragen, met alle strijd. Dc boodschap van de prediking is immers een antwoord op vele vragen. En als de prediker wil tonen, welk antwoord Gods Woord geeft, zal hij eerst de vragen moeten formuleren, zodat er van herkenning sprake kan zijn en men zeggen kan: „Ja, dat ken ik. dat zijn ook mijn vragen en dat is ook mijn beleving, en wat is hel antwoord, want daar honger ik naar..." Wel. zegt de prediking: Zie dan hel Woord Gods vandaag, in deze omstandigheden. Dit is het Woord, ook in die gestalte, ook in die vragen, ook in die moeilijkheden. Alleen zo kan de prediker het Woord dichterbij brengen. Hij zal moeten laten horen, dat hij die vragen, die gestalte en die strijd ook kent. De prediker heeft niet dc illusie, dat de zwakgelovigen in één preek geoefend worden, maar moet trachten zc tc leiden. Hij schildert de toeleidende wegen tot Christus. Hij tracht de kudde als een herder mee (e nemen cn hij verspert de omwegen, want die omwegen maakt men zelf. Dit alles doet hij om de tekst, om Gods Woord des te beter doen verstaan cn tc kunnen plaatsen. De prediker kan met een bevindelijke prediking ook laten zien, hoe dc boodschap van de tekst hém heeft aangesproken. Of hoe de schrijver van de tekst het gevoeld heeft. Hij mag laten zien, welke droefheid deze teksl wilde werken en welk onderwijs erin ligt opgesloten en welke blijdschap Gods volk hierin zal kunnen ontvangen.

Zo gaat het Woord voor de hoorders leven, de prediking krijgt dan kleur en warmte, is levend. In de applicatie (toepassing) van het Woord zit dus altijd een subjektief element. De prediker moet telkens een keuze maken op welke vragen en noden hij ingaat. De prediking reageert op wat de prediker veronderstelt in de gemeente. In de schriftuurlijk bevindelijke prediking horen ook onbekeerden niet alleen wat te krijgen is. maar zij kunnen ook horen wat zij missen. Het is ook ontdekkend. We moeten echter met nadruk zeggen, dat de beschrijving van het geestelijk leven, geen doel op zichzelf mag zijn. Het mag de verkondiging van het woord niet in de weg staan, maar het staat in dienst van de verkondiging. Dat die bevinding uit de Schrift moet opkomen, is vanzelfsprekend.

4. De prediking staat in het volle leven

De prediking is niet alleen schriftuurlijk-bevindelijk, maar ook aktueel De prediker moet zichzelf kennen, dc gemeente kennen, de krant lezen, weten wat er in de jeugd van nu omgaat. Het Woord is immers onderwijzen en de weg wijzen in deze tijd. met zijn eigen problemen. Er zijn echter grenzen, we moeten geen slapende honden wakker maken en de mensen met meer vragen de kerk uitsturen, dan ze erin gekomen zijn. als het gaat over aktuele problematiek. De prediker hoeft niet meer te doen weten dan wat nodig en stichtend is. Bovendien blijft altijd staan wat we in dc eerste paragraaf hebben gezegd: de prediking is in de eerste plaats bediening van de verzoening. De ene tekst vraagt echter meer op de aktuele vragen in te gaan dan de andere.

5. Een preek is geen evangelisatietoespraak

Een preek wordt niet op straat gehouden, niet voor een willekeurige bijeenkomst van mensen. De preek wordt gehouden in de gemeente. Je kunt ook zeggen: in Gods gemeente. Dat betekent, dat de preek zich niet beperken moet tot oproep van bekering en geloof, alsof er alleen

onherboren hoorders zouden zijn. die nog bekeerd moeten worden. De kerk is immers ten diepste een heilige vergadering van ware christgelovigen. al hun zaligheid verwachtende in Jezus Christus (art. 27 NGB).

De apostel Paulus met name. spreekt de gemeente aan als 'geliefden Gods' en 'geroepen heiligen". Wat zouden wij ervan vinden, als de predikant begon met 'volk van God"? Dat is toch dc kern van de gemeente? We kunnen er toch geen bezwaar tegen hebben als in de preek Gods volk wordt aangesproken? Zij behoren toch tot het wezen van de gemeente. Jongeren hebben het daar wel eens moeilijk mee. Maar dan wil ik je zeggen: niemand mag onbekeerd zijn en dat mogen onbckccrdcn ook voelen. Zij staan er nog buiten, zij zijn het evangelie ongehoorzaam.

Natuurlijk, moeten ook onbekeerden aangesproken worden. Dat deden de profeten van het oude Testament, ook toen zij het verbondsvolk Gods Woord verkondigden. Christus sprak dc talloze onbckccrdcn in Israël aan. Hij at met tollenaren cn zondaren.

Johannes. in zijn brief aan de zeven gemeenten, laat er geen misverstand over bestaan, dat velen dood zijn. Roept op tot bekering. Paulus heeft hen ook niet over het hoofd gezien. Maar ook voor onbckccrdcn is de prediking geen evangelisatietoespraak. Zij leven onder de bediening van het Verbond der Genade. De woorden Gods zijn hen ook toevertrouwd. Wet cn Evangelie komen daarom klemmender tot hen. dan tot anderen, die het woord op straat horen. Johannes schreef dat Christus gekomen is tot het Zijne en de Zijnen hebben Hem niet aangenomen. Dat Woord geldt ook in de gemeente.

6. De prediking moet separerend (onderscheiden) zijn

Wanneer wc spreken over de storm op het meer van Galilea cn bijvoorbeeld over de tekst „wat zijt gij vreesachtig, gij klcingelovigen." dan kan het woord niet eensluidend op iedereen worden toegepast. Niel alle leden der gemeente zijn 'kleingelovigen'. Het is misleidend de gemeente daarin mee te nemen en te doen. alsof dit Woord op dezelfde wijze tot ieder komt. De Heere Jezus heeft Zelf in Zijn prediking separerend gesproken. Hij spreekt tot kinderen des koninkrijks over de brede en de smalle weg: het huis op de rots en op de zandgrond; de gelijkenis van het zaad: over het onkruid tussen de tarwe: over de wijze en dwaze maagden. De prediker die niet separerend spreekt, laat de sleutel des hemelrijks roesten. Zonder separerend te zijn. kan men ook het Woord niet richten op het hart. moet men toch een slag in de lucht slaan en kan de prediking noch bevindelijk, noch aktueel zijn.

7. De volle Raad Gods moet worden gepredikt

Het gehele Woord Gods moet aan het woord zijn. De prediker heeft erop te letten in zijn tekstkeuze en prediking, dat Gods openbaring niet beperkt wordt doorgegeven. Ellende, verlossing en dankbaarheid: wet

en evangelie: verkiezing en verantwoordclijkheid; Adam cn Christus. Vader. Zoon en Heilige Geest: geloof, hoop en liefde dienen aan de orde te komen.

Wanneer Gods Woord nauwkeurig wordt uitgelegd en de prediker werkelijk mag luisteren naar de tekst, dan zal hij de volle Raad Gods prediken. Vanzelf kan niet alles in een preek aan de orde komen. Wanneer dc Heidelbergse Catechismus als leidraad voor de middagdienst wordt gebruikt, komt er stap voor stap heel wat aan de orde. Er mag echter ccn subjektief clement overblijven. Het kan ook niet anders, denk ik. Dc prediker kan de nood van zijn ziel voelen, de behoefte hebben om bijzondere aandacht te vragen voor zaken, die hem op het hart worden gebonden.

Hoewel de volle Raad Gods moet worden gepredikt en geheel van de Schrift moet spreken, blijft het mogelijk accenten te hebben. De prediker kan zich daartoe geroepen weten. Het mag echter geen stokpaardje worden...

8. De prediker hoeft niet tot een ondoordachte keuze te dwingen

..En de Heere zeide tot de dienstknecht: Ga uit in de wegen en heggen; en dwing hen in tc komen, opdat Mijn huis vol worde" (Luk. 14:23). Het is allereerst de vraag, of we deze tekst mogen toepassen op de prediker.

Deze gelijkenis van Christus spreekt immers over één dienstknecht die dwingt. Het ligt voor de hand. in deze dienstknecht Christus Zelf te zien. Hij dwingt om in te komen. Hij bewerkt het hart als allerhoogste Profeet, door Woord en Geest. Zo onwederstandelijk. dat dc zondaar gewillig wordt om te komen.

Wanneer wc toch een vergelijking willen maken met onze prediking, moeten wc het dwingen niet overdrijven. Anderzijds, ook niet ontkrachten. De kanttekenaar schrijft bij dit dwingen 'met ernstig en gedurig aanhouden".

Dc predikers hebben de opdracht de woorden Gods tc prediken. Zij moeten ernstig en gedurig aanhouden, smeken en bidden van Christus' wege. De bevrijding van de Wet en de vloek Gods moeten worden voorgesteld. De rijkdom van Christus moet worden gepredikt. De hoorders moeten jaloers kunnen worden. Aan het begin van de 20e eeuw ontstond in Engeland dc gewoonte, om iedere preek te beëindigen met een dwingend besluit, om ter plekke tot bekering te besluiten en voor Jezus te kiezen. Ene ds. Charles G. Einney is daarmee begonnen en heeft veel aanhangers gekregen. We moeten hier echter voorzichtig zijn. Een te sterk appèl op de mens wekt de indruk dat de mens een vrije wil heeft. Gods Woord leert echter, dat de mens dood is in zonden en misdaden.

Trouwens, 'kiest' een zondaar voor Christus? Toch niet. zoals men voor vele andere zaken kiest? Zondaren moeten leren vluchten tot Christus, maar dal is iets andcis dan verstandelijk kiezen Mi; is de enige Hoop cn niemand vlucht tot Hein. dan zij. die geen uitweg meer hebben. Dus geen rationele of emotionele keus van hel moment. Maar een keuze van het hart.

We moeten niet vergeten, dat Gods Woord leert: „niet door kracht, noch door geweld, maar door Mijn Geest zal het geschieden." De prediker kan niet het werk van de Heilige Geest doen en met mensen, die door dominees zijn bekeerd, loopt het slecht af. De prediking van Petrus op de pinksterdag bewerkte niet een enthousiaste keus voor Jezus, maar eerst een vragen: „wat zullen wij doen. mannen broeders? " Toch mogen predikers dwingen, maar dan in de zin van ernstig en gedurig aanhouden. Predikers mogen aandringen. Dat deed Jozua ook bij zijn afscheid. „Kiest u heden wicn gij dienen zult: maar aangaande mij en mijn huis. wij zullen de Hr.r.Rr dienen." En als het volk antwoordt: „wij zullen ook de Hr.FRr dienen, want Hij is onze God", dan waarschuwt Jozua: „Gij zult de Hh£rh niet kunnen dienen, want Hij is een heilig God;

Hij is een ijverig God. Hij zal uw overtreding en zonden niet vergeven." Pas als het volk bij hun keuze blijft, maakt Jozua een verbond met het volk.

9. De preek moet christocentrisch zijn

Hel hart van dc verkondiging is Christus. Van Filippus lezen we: „En beginnende van de Schrift, verkondigde hem Jezus." Paulus predikte terstond Christus in de synagoge, dat Hij de Zoon Gods is. Hij wenst ook niet anders te weten, clan Christus Jezus en Dien gekruisigd. Immers, die de Zoon heeft, die heeft het leven, die de Zoon van God niel heeft, die heeft het leven niet. Nooit mag de prediking ook maar enige grond leggen buiten Christus. De prediker moet Hem ook zoeken in dc tekst van dc prediking. Christus! De ene keer is Hij daarin duidelijker zichtbaar dan een andere keer. Maar Gods Woord wijst altijd ook op Hem.

Zonder Christus is er geen goede grondslag in de prediking. Alleen in Hem wordl het welbehagen Gods en de vrije genade Gods duidelijk.

En toch moet in de prediking niet alles Christus zijn. Met een variatie op een uitspraak van een bekend theoloog zou ik willen zeggen: „Het gaat om Christus, het draait om Hem. het scharniert om Hem." Waar gaat het dan wel om? Wel. om de ere Gods. om verzoening niel God. Daartoe is Christus nodig.

Christus' komst staal niet op zichzelf. Het heeft een oorzaak, maar ook een doel. Daarom moet de prediking niet alleen christocentrisch zijn. maar ook theologisch (op God gericht) cn ook pneumatisch (geestelijk). Het werk van de Vader en het werk van de Geest kunnen niet gemist worden. Dat neemt niet weg. dat dc prediking zonder Christus dood is.

En wie is tol deze dingen bekwaam? Mag ik vragen om je knieën le buigen voor je naar de kerk gaaf? Je begrijpt hel al: vergeet dan de prediker niet.

Meliskerke

ds. P. van Ruitenbur»

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 september 1991

Daniel | 36 Pagina's

Wat is schriftuurlijke prediking?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 september 1991

Daniel | 36 Pagina's