Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Pastoraat en samenwonen (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Pastoraat en samenwonen (2)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

PASTORAAL

Achtergronden en motieven

Wat zijn de achtergronden van de keuze voor samenwonen? Heel vaak toch de vrees voor een levenslange binding. Wie kan je de garantie geven dat je als je eenmaal getrouwd bent altijd bij elkaar zult blijven? En moet je het dan zo moeilijk maken om van elkaar af te kunnen wanneer het vuur van de liefde begint te smeulen of al helemaal gedoofd is? Scheidingen zijn vandaag aan de orde van de dag. Velen ervaren allerlei vormen van ontwrichting en misère in de huwelijken en gezinnen in hun omgeving. Die ervaring werkt afschrikwekkend ten aanzien van het huwelijk. Is het officiële huwelijk niet een gevangenis waar je nog maar heel moeilijk kunt uitbreken?

„Uit een onderzoek gehouden in opdracht van de Nederlandse Gezinsraad, uitgevoerd door het NISSO - Nederlands Instituut voor Sociaal Seksuologisch Onderzoek - , bleek dat de helft van alle jongeren tussen de 18 en 2S jaar samenwoont. Voor velen is dit een experiment. Velen hebben de neiging alvorens definitief JA tegen elkaar te zeggen eerst een soort proefhuwelijk aan te gaan. Men wil meer nadruk leggen op de onderlinge verbondenheid in plaats van de gebondenheid." (J. Oosterbroek, De Saamwerker 1980-3, 3)

Dat betekent lang niet altijd dat men lichtvaardig denkt over seksuele relaties. Zulken zijn er natuurlijk ook. Zij kiezen voor losse, wisselende relaties, omdat ze dat boeiend vinden of omdat ze het vermogen missen vastere bindingen aan te gaan. Maar anderen stellen juist hoge eisen aan een relatie. Ze zijn er beducht voor dat ze gemakzuchtig zullen worden wanneer hun relatie eetunaal door een officieel huwelijk formeel is bekrachtigd. Ze menen dat de meer open vorm van samenwonen een blijvende stimulans is om zich in te zetten voor een optimale relatie.

Vrijheidsmotief

Toch zou het niet juist zijn ten allen tijde het genoemde motief achter de keuze voor samenwonen te veronderstellen. Er zijn jongeren die op zichzelf genomen geen bezwaar hebben tegen het instituut van het huweUjk, maar om één of andere reden zijn ze er nog niet aan toe. Ze zijn wel zeker van elkaar en bedoelen hun keus voor samenwonen zeker niet als experiment, maar als opstap naar het huwelijk, enigszins vergelijkbaar met de verloving van vroeger. Ze willen nog een poosje sparen voor de fuif die ze ter gelegenheid van hun officiële huweUjkssluiting hopen te geven. Anderen menen dat het vroeg genoeg is om te trouwen wanneer het eerste kindje zich aandient.

Er zijn ook heel wat jongeren die uit kritische overwegingen ten aanzien van de bestaande maatschappelijke orde bezwaar hebben tegen het huwelijk. Ze vinden het huwelijk burgerlijk, ouderwets en veel te bevestigend ten aanzien van de bestaande orde. Hun keuze voor alternatieve relatievormen wil een teken zijn van protest tegen de status quo. Vaak zie je bij jongeren een afkerigheid van het institutaire. Men kiest voor het spontane, het authentieke, voor gevoelens en emoties en tegen wetten en regels. , , Liefde, zo zegt men ook wel, laat zich toch niet vangen in wetten en regels. Moeten twee partners elkaar niet in vrijwilligheid aanvaarden? Is elke relatie niet een open relatie, die je niet mag vastleggen? Want vastleggen betekent dat je elkaar de vrijheid ontneemt, de spontaniteit doodt. Dit vrijheidsmotief doet velen kiezen voor samenwoning boven een contractueel geregeld huwelijk... Een liefdesrelatie moet vrij tijn. Externe dwang doodt de openheid van zo'n relatie" (A. Noordegraaf, Wapenveld 28/5, 1978, 117, 118).

Financieel motief

Een heel andere categorie is die van de ouderen die kiezen voor samenwonen. Mensen die een scheiding achter de rug hebben en vanwege die heel verdrietige ervaring terugschrikken voor een tweede huweUjk. Of een weduwe die graag de naam van haar overleden man wil blijven dragen, maar anderzijds de eenzaamheid zonder partner niet kan uithouden. Of er zijn financiële overwegingen om van een huwelijk af te zien: als samenwonenden of voordeurdelers kun je immers een dubbele uitkeh ring geheel of grotendeels behouden. Het fi| nanciële motief kan ook bij jongeren, bijvoorbeeld bij studenten, een rol spelen. Twee stu| denten trekken bij elkaar in omdat ze van elkaar houden. Waarom zouden ze allebei een dure kamer blijven betalen, als ze voortaan sa­ t men met één kamer toe kunnen? Geld om een b dure bruiloft te betalen is er niet. Dat komt al­ t lemaal later wel, wanneer ze de studie hebben b voltooid en ze hun plaats in de maatschappij d hebben gevonden­

Wat zegt de Bijbel ervan?

Ik ga er van uit dat ook ten aanzien van dit vraagstuk de Bijbel voor ons normatief is. Ul hebt wellicht gelezen dat iemand als dr. H. M, Kuitert onlangs nog weer in zijn boek „Het algemeen betwijfeld christelijk geloof" een ^ frontale aanval heeft gedaan op het beroep op de Schrift in allerlei ethische vragen. Volgens hem wordt er misbruik gemaakt van de Bijbel d wanneer we daarin antwoord zoeken op de m vragen wat er wel of niet mag. Daartegenover belijden wij dat de Bijbel als het Woord van God een lamp voor onze voet en een licht over ons pad is. Bij dat licht begeren we te wande ( len en in dat licht onze beslissingen te nemen, « Pastoraat zal zich, als het goed is, ook niet w buiten de door het Woord getrokken sporen m willen begeven. Dat betekent intussen niet dat ^ het altijd eenvoudig is om de bijbelse lijnen ten aanzien van aktuele vraagstukken te trekken. De Bijbel is nu eemnaal niet een ethisch hand­ f boek, waarin we de paragrafen aan de hand i van de index maar voor het opzoeken zouden hebben om pasklare antwoorden te krijgen op b onze vragen. Zo hgt het niet. Ook wanneer de vraag aan de orde is waarom we vanuit het luisteren naar de Bijbel tegen samenwonen zouden moeten zijn, kunnen we niet volstaan met het noemen van een paar teksten. SofflS wordt het beroep op de Bijbel ten aanzien van deze vragen belachelijk gemaakt door de vraag te stellen: „Waren Adam en Eva nu officieel gehuwd of woonden ze samen? Als het laatste het geval is, dan zouden we ons moeten schamen voor onze eerste voorouders. Maar ze konden toch niet anders? " (ds. A. A. Bos). Ik vind dat een goedkope poging om het beroep op de Bijbel bij voorbaat te ontkrachten. Het is duidelijk dat bruid en bruidegom in bijbelse tijden niet naar het stadhuis gingen op huD trouwdag. Een burgerlijke stand zoals wij die w kennen, was er helemaal niet. Toch was het e huwelijk nooit een zaak van alleen maar twee individuen. De wederzijdse families waren erjjij betrokken, waarbij met name de vaders regelend optraden. Denk bijvoorbeeld aan het j^aststellen van de mohar, de bruidsschat (Ex. Il:17; vgl. ook 1 Sam. 18 : 25). Jakob moest jijvoorbeeld de hoge prijs van zeven jaren arbeid aan Laban betalen om Rachel tot vrouw te krijgen. Zo'n bruidsschat was een tijdgebonden verschijnsel. Maar het gaf wel aan dat ^en huwelijk behalve een binnenkant ook een buitenkant heeft. Er is ook een formele zijde 'die dient ter bescherming van het verbond tussen die twee mensen.

Bruiloftsfeest

Verder werd via het bruiloftsfeest heel het ldorp erbij betrokken. Het bruiloftsfeest werd door velen meegevierd. Iedereen in de omgejving wist dat die jonge man en dat meisje van af die dag in de echt verbonden waren. Pas binnen dat kader was de seksuele omgang mogelijk. „Wie tegen die regel zondigt krijgt met jde vader van het meisje te maken. Wanneer iemand een maagd verleidt die niet ondertrouwd is, dan moet hij het meisje tegen de volle bruidsprijs tot vrouw nemen. De vader kan aok weigeren het meisje aan de man te geven (Ex. 22 : 16v.). Hier wordt weer bevestigd dat r voor „samenwonen" meer nodig is dan de wederzijdse instemming van de jongen en het pieisje. Hun zaak is tegelijk een zaak van andere mensen." (J. Douma, Moreel Beraad, Kampen 1992, 121). Deze en dergelijke bepalingen uit de wet van Mozes weerspiegelen natuurlijk een heel andere cultuur en kunnen zeker niet zomaar gekopieerd worden in onze tijd. We kunnen uit dergelijke bijbelse voorbeelden slechts één conclusie trekken, die overigens voor onze vraagstelling wel van grote betekenis is: et huwelijk heeft zoals gezegd altijd behalve een binnenkant - de hartelijke verbondenheid van twee mensen in liefde en trouw - ook een buitenkant, zo u wilt een institutionele kant gehad. Het huwelijk is in de Bijbel een publieke aangelegenheid, het is een rechtsinstituut. Zo lezen we bijvoorbeeld in net boek Ruth dat de bestuurders van de stad officiële getuigen waren bij het huweüjk van Boaz en Ruth. Het huwelijk is naar bijbels bestek méér dan een afspraak tussen twee mensen.

Vorm en wezen van het huwelijk

Uit Gen. 2 : 24 wordt duidelijk dat het huelijk bedoeld is als een exclusief, extensief en xistentieel verbond. Dat wil zeggen: en verbond tussen twee mensen, waar zich geen der de tussen mag dringen. Een verbond dat heel het leven in zijn lengte en breedte omvat en een verbond waar man en vrouw met hart en ziel, ook met huid en haar bij betrokken zijn. Het gaat dus om een duurzaam trouwverbond. We mogen hier spreken van een scheppingsordening. Een constant gegeven dat intussen door de eeuwen heen wel verschillende wijzen van vormgeving kent.­

Het huweUjk zoals wij dat kennen is een cultureel bepaalde vormgeving van deze blijvende scheppingsorde. Het is de vraag of wij deze vorm kunnen inruilen voor een betere? Of gaat er met de vorm van het burgerlijk huwelijk tegelijkertijd een stuk van de inhoud van de door God gewilde man-vrouw relatie verloren? Ik denk dat het laatste het geval is. Nogmaals Douma: , , Zonder de componenten van liefde, totale gemeenschap en trouw tot de dood geen huwelijk. Maar wat ligt er dan meer voor de hand dan dat een zó ver dragende belofte van trouw voor God en voor de mensen publiek wordt uitgesproken? Wie stelt een regerend persoon aan zonder dat hij trouw belooft aan de grondwet ten aanhoren van het volk? Wie vindt het niet vanzelfsprekend dat ons persoonlijk geloof ook publiek beleden wordt, als wij toelating vragen tot het Heilig Avondmaal? God en de mensen mogen ons ter verantwoording roepen als wij ons woord van trouw beschamen. En zou dan het woord van trouw dat we als man en vrouw aan elkaar voor het leven moeten geven, geen bevestiging vereisen, waarbij familie, vrienden, kennissen en met name ook de hele kerkelijke gemeente toehoorder is? " (a.w., 122).

Het is een grote zegen dat het huwelijk als instituut bestaat. „Het huwelijk als instituut is een uitwendig teken dat twee mensen elkaar trouw beloven, dat openlijk uitspreken en daarin ook een zekere wettelijke bescherming mogen vinden. Wij mogen dat zien als een grote zegen, als één van Gods goede gaven in een geschonden wereld." (A. Noordegraaf, a.w., 123).

V.

J.H.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 april 1992

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Pastoraat en samenwonen (2)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 april 1992

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's