Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

PERSSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERSSCHOUW

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

De vrouw in het ambt

In De Rotterdammer is bijna een hele pagina gewijd aan de vraag of de vrouw tot het ambt zal worden toegelaten. Met drie personen werd over deze kwestie een gesprek gevoerd. Ook met de geestelijk verzorgster van het bejaardentehuis te Amsterdam, mej. dr. J. C. Schreuder:

Het argument, dat het ambt voor een vrouw te zwaar zou zijn, dat het haar een te grote innerlijke belasting zou opleggen, kan zij tot op zekere hoogte begrijpen. „Dit werk, het staan in de Goddelijke opdracht, brengt een stuk eenzaamheid met zich mee, die voor de gehuwde man toch altijd iets gemakkelijker te dragen is dan voor een ongetrouwde vrouw. Een mannelijk predikant wordt iets meer „opgevangen"."

Haar mening is, dat man en vrouw elkaar overal, dus ook in dit beroep, moeten aanvullen. Ze vindt het daarom zinloos, dat vrouwelijke theologen zouden aandringen op dat „per se precies hetzelfde". Men moet met elkaar kunnen samenwérken. In de zielszorg zal men elkaar wederzijds wel eens wat moeten overdragen. Het kan ook zijn dat bepaalde werkzaamheden de man meer liggen dan een vrouw en omgekeerd.

Dr. Schreuder is heel openhartig, wanneer zij in haar antwoord op de vraag, of ze het nooit als iets krenkends heeft beschouwd, dat dezelfde studie niet dezelfde rechten verleent, de zaken zó stelt: Wie dit beroep kiest als vrouw, moet van deze moeilijkheden afweten. Daarom zou men met vrouwelijke a.s. theologische studenten deze kwestie wel moeten bespreken.

Zij weet, dat in de gemeente, zowel onder ouderen als jongeren, „iets" overwonnen moet worden om de vrouw als predikant te aanvaarden. „Vooral bij vrouwen ontmoet je dat en dat is ook begrijpelijk, want veel vrouwen willen in de dominee hun vader beleven. Als je als vrouwelijk predikant nu maar in-voelt, dat hier bepaalde moeilijkheden liggen, en je daarmee wat geduld hebt, dan is er al iets van de barrière doorbroken. Dan merk je dat bijvoorbeeld in de hulpeloosheid van ziekte of ouderdom sommigen het toch eigenlijk wel prettig vinden, een vrouwelijke predikant te spreken... Ook al, omdat de vrouw in haar optreden gemakkelijker iets hartelijks en moederlijks kan leggen dan een man."

Het zijn eigenlijk alleen gevoelsargumenten, die deze vrouwelijke theologe naar voren brengt.

Ook prof. Rasker brengt verschillende argumenten naar voren buiten de Schrift om. Ten aanzien van de uitspraken der Heilige Schrift is hij zwak in zijn verweer:

Natuurlijk vroegen we prof. Rasker hoe hij dan stond tegenover de „zwijgtekst", die zegt dat de vrouw in de gemeente moet zwijgen (1 Korinthe 14:34). Hij wees er ons op dat er zowel in het oude als het nieuwe testament profetessen voorkomen. Bovendien spreekt Paulus zelf in Rom. 16 over onze zuster Phebe, dienares der gemeente. Het woord dienares is een vertaling van diakonon, diaken.

Anderen, onder wie prof. Haitjema uit Groningen, willen wel vrouwen als ouderling en diaken erkennen, maar hun geen plaats geven in het predikambt en bij de sacramentsbediening, omdat slechts een man daar Christus kan vertegenwoordigen. Zij willen zich sterk aan deze symboliek vasthouden. Trekken we deze lijn evenwel door, zegt prof. Rasker, dan wordt het een heel precaire zaak, „wanneer men de conclusie aan de horizont ziet opduiken, dat de gemeente dan zinvol bij voorkeur uit vrouwen zou moeten bestaan, opdat zij bij uitstek als de Bruid van Christus zou kunnen worden aangesproken".

Bovendien meent hij, dat het de tegenstanders niet om gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift gaat:

De grote tegenkanting tegen de vrouw in het ambt ziet prof. Rasker niet voortkomen uit een exegese van de Bijbel, maar uit een historisch gevoel van onbehagen bij de man, als hij die „zwakke vrouw" werk ziet verrichten, dat lang slechts door een man werd gedaan. Een paar dagen geleden nog sprak hij met een collega-predikant, die in een Lutherse dienst zou voorgaan en toen door een vrouwelijke ouderling naar de kansel werd gebracht. „Het is wel vreemd", zei deze hervormde predikant later. Merkwaardig genoeg is de man een sterk voorstander van de vrouw in het ambt; ook hij kon zich echter nog niet onttrekken aan het ongewone. De man is zolang heerser geweest, dat hij er nog niet goed aan kan wennen, dat de vrouw

haar eigen plaats gaat innemen, ook in de ambten van de kerk voor het welzijn van de kerk, aldus prof. Rasker.

Prof. dr. J. Severijn ziet deze dingen geheel anders liggen:

Prof. dr. J. Severijn worstelt niet meer met de vraag of de ambten van dienaar dees Woords, van ouderling en van diaken open mogen staan voor de vrouw. Zijn verstand heeft hem niet de oplossing aan de hand gedaan. Hij heeft in volle gehoorzaamheid aan de Bijbel, het „neen" van Gods Woord aanvaard als Paulus schrijft dat de vrouwen in de gemeenten moeten zwijgen. Dit wil helemaal niet zeggen, dat hij, en met hem de gehele Gereformeerde Bond in de Ned. Herv. Kerk, zouden ontkennen dat de vrouw in de gemeentelijke arbeid geen werkzaam aandeel zou kunnen hebben.

In Romeinen 16 lezen we van Maria, Tryfena, Tryfosa en Persis, en van Phebe, die een dienares van de gemeente was. Priscilla onderwees met haar man en Euodia en Syntyche moesten eensgezind zijn in de Heere. Prof. Severijn ziet echter in al dit werk geen ambtelijk werk. Priscilla onderwees thuis, niet in de gemeente en waarom zou Phebe zich niet gewijd kunnen hebben aan de verzorging van zieken en de huisvesting van verjaagde gelovigen?

Reeds in het Oude Testament lezen we van de richteres Debora, maar zij treedt op naast Barak. We lezen ook van de profetes Hulda, maar daar gaat het niet om een kerkelijk ambt. Zij werden niet geroepen uit de priesterstam van Levi. Het typische kerkelijk ambt van het Oude Testament zien wij in de priesterdienst. Nergens lezen we van een priesteres, die bij de omwonende heidenen maar al te vaak voorkwam.

In het Nieuwe Testament vinden wij hetzelfde. Wij ontmoeten daar de profetes Anna en de dochters van de diaken Filippus, maar als Christus twaalf apostelen aanstelt zijn het mannen, als hij zeventig uitzendt lezen we van geen enkele vrouw. Als Paulus spreekt over de ambten van ouderling en diaken in I Tim. 3 en Titus 1, dan gaat het ook daar over mannen. Aan de mogelijkheid van een vrouwelijke ouderling denkt Paulus kennelijk niet, want hij spreekt alleen maar „mannelijke taal".

Als het dan zo noodzakelijk is dat vrouwelijke diakenen voor speciale vrouwenzaken geroepen zouden worden, zouden we daar wel iets van vinden in de Bijbel. Het merkwaardige is, dat als zich een dergelijk geval voordoet we juist het tegengestelde zien. In Handelingen 6 lezen we van gemor bij de Grieken, omdat hun weduwen niet gelijk behandeld worden met de weduwen van de Joden. Dit is toch een typische vrouwenzaak. Er werden diakenen aangesteld en alle zeven zijn het..., mannen.

Toen de Gereformeerde Bond zich enkele jaren geleden richtte tot de hervormde kerkeraden van Nederland om hen te wijzen op de bijbelse aspecten van de zaak, bracht zij ook de scheppingsorde naar voren. God is het hoofd van Christus •— dat is de orde in de hemel. De man is het hoofd van de vrouw — dat is de orde op aarde. De Bond verweert zich fel tegen de beschuldiging dat deze goddelijke orde de vrouw minderwaardig zou maken en men vraagt in dit verband: „Heeft de kerk van Christus, die in deze als lichtend voorbeeld geldt, het ooit als onrecht, ongeluk en leed ervaren om aan Christus haar Hoofd onderworpen te zijn? " Het gaat er bij de tegenstanders van de vrouw in • het ambt niet om dat de vrouw ongeschikt zou zijn voor het werk, maar de vrouw is wel in de orde Gods ondergeschikt. Adam is eerst gemaakt en daarna Eva.

Voor prof. Severijn is het ambt niet voortgekomen uit de gemeente, als een bijzondere uiting van het priesterschap van alle gelovigen. Het ambt komt voor hem van Boven, is door God ingesteld om God te vertegenwoordigen op aarde. Daarom kunnen we de orde van God maar niet naar willekeur veranderen.

Maar moeten we dan de woorden van Paulus aan de gemeente van Korinthe toch niet meer zien in het licht van de tijd, hebben we prof. Severijn gevraagd. Door velen wordt nl. de opmerking gemaakt. dat Paulus toch wel in een heeel andere tijd leefde. Van dit tijd-gebonden zijn van de Bijbel wil deze theoloog echter in het geheel niet weten. De Bijbel is Gods openbaring en als zodanig aanvaardt hij, en duizenden met hem, haar. Wij kunnen maar niet bepaalde eisen van de Bijbel, die in onze kraam niet geheel passen met een licht gebaar terzijde schuiven. Men wil vandaag niet meer buigen voor het Woord van God. Daarom heeft het geen gezag meer. De hele discussie over de vrouw in het ambt komt eenvoudig voort uit het niet buigen voor de Bijbel.

Bovendien gaat het idee van de tijdgebondenheid niet op als men bedenkt, dat het feminisme (de vrouw als gelijke van de man) van onze dagen helemaal niets nieuws is. Juist in de dagen van Paulus was dit onderwerp sterk in de mode. Als Paulus dan zo voor de gelijkheid van de vrouw was ook in het ambt, had hij er zeker over gesproken. Het tegendeel blijkt echter als hij gaat spreken over de plaats van de vrouw in de gemeente. Hij roert het onderwerp van het ambt zelfs niet aan. Prof. Severijn is er ten volle van overtuigd, dat de vrouw in het ambt de kerk geen goed zal doen en het de diepe kloof tussen de verschillende richtingen (die nu modaliteiten heten) slechts zal verdiepen.

De Persschouwer kan niet anders zeggen, dan dat de woorden van prof. Severijn het meest overtuigen. Dat zal ook elke onbevooroordeelde lezer moeten zeggen. Hij heeft naar de Schrift geluisterd. En dat is immers de roeping van de kerk om in gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift deze vraag te behandelen.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 16 november 1957

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

PERSSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 16 november 1957

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's