Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hoe moet dat nu verder?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hoe moet dat nu verder?

Najaarsconferentie christelijke gereformeerde ambtsdragers 1991

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

I.

Enkele weken geleden werd in de kerkelijke pers, waaronder in ons eigen blad, de landelijke ambts-dragersconferentie aangekondigd. Het comité dat zich daarvoor steeds weer beijvert had dit keer als thema gekozen de vraag die boven die artikel staat: “Hoe moet dat nu verder?” De aankondiging gaf als het ware al een preludium op de bedoeling van dit merkwaardige onderwerp. Ik citeer er enkele zinnen uit.

Met twee belangrijke gebeurtenissen in het vooruitzicht (de viering van het 100-jarig bestaan van onze kerken en de generale synode in 1992) meende het comité er goed aan te doen de eenheid (zou wilt de gescheidenheid) binnen onze eigen kerken nog eens onder de ogen te zien. (...) De viering komt op een moment waarop vanwege de interne verdeeldheid aan een zinvolle viering nauwelijks gelijkgerichte inhoud kan worden gegeven. (...) Het past ons als jubilerende kerken elkaar nog eens diep in de ogen te kijken en vast te stellen waar we nu tegenover God en ten opzichte van elkaar staan en hoe we ons voorstellen in de kracht en onder de zegen van de Heere God met elkaar verder te gaan.

Welnu - de conferentie in inmiddels gehouden. Als u er al niet was - zaterdag 5 oktober jongstleden in de Ich-thuskerk te Amersfoort - dan hebt u er via de pers kennis van kunnen nemen. Onderwerp was dus de kerkelijke eenheid, ofwel het gebrek daaraan - nu niet in relatie tot de ons aangrenzende andere kerken, maar in de onderlinge verhouding binnen de eigen kerken. Voorwaar, geen onbelangrijk maar evenmin een gemakkelijk thema.

Als inleider was uitgenodigd prof.dr. W. van ‘t Spijker. De bespreking werd ondersteund door een panel dat naast voorzitter en inleider bestond uit een drietal predikanten, te weten ds. P. den Butter (Driebergen), ds. J.H. Velema (Nunspeet) en ds. J. Plantinga (Groningen). Broeder D. Koole uit ‘s-Gravenhage fungeerde ook dit keer als voorzitter - op de hem eigen vaardige en soepele wijze. Wat zijn bedrevenheid in de correcte formulering van lange, doorwrochte zinnen betreft, kan hij met enig recht de “prof. I.A. Diepenhorst” van onze kerken worden genoemd...

Daartoe uitgenodigd door de redactie zal ik trachten iets weer te geven van het in Amersfoort gesprokene. Om recht te doen aan de sprekers heb ik er een tweetal artikelen voor nodig. Desondanks zal ik moeten volstaan met een keuze. Er kwam veel aan de orde. Heel wat facetten van de aangegeven problematiek kwamen naar voren - in inleiding, vraagstelling en discussie. Er is met ernst, indringend en af en toe ook scherp gesproken. Hoewel ook, met name in de plenaire bespreking, de momenten van ontspanning niet ontbraken.

Aan het begin van de conferentie klonk even na tienen in de volle Ichthuskerk het psalmgezang met de woorden van Psalm 103. “Loof. loof de HEER”, mijn ziel met alle krachten... Och of nu al wat in mij is Hem Preez”.”

In zijn korte openingswoord typeerde de voorzitter het samenleven in onze kerken als een situatie waarin in tenminste drie werelden wordt geleefd. Dat is al enige tijd zo en als God het niet verhoedt, zal het zo blijven. Het is evenwel onze roeping om met Gods hulp pogingen te ondernemen teneinde punten van herkenning te vinden en wegen tot toenadering te zoeken. Hij wenste dat op een dag als deze het spreken met elkaar op behoedzame en bedachtzame wijze zou plaatsvinden, de één de ander uitnemender achtend dan zichzelf.

Een groot deel van de ochtendvergadering werd gevuld door de hoofdspreker, professor Van ‘t Spijker. Zijn betoog liet zich onderverdelen in een drietal punten, te weten 1) een schets van het beeld dat onze kerken vertonen, 2) een poging tot verklaring hoe het allemaal zo gekomen is, en 3) de toegespitste vraag van deze dag: “hoe moet dat nu verder?”. Naar mijn indruk was de “toepassing” met name bij de behandeling van dat laatste punt te beluisteren. Vooraf nog benadrukte de spreker dat het hem vooral te doen was om een eenvoudige en praktische benadering van het thema.

Hoe is het...?

Kon ééns gesproken worden van “het charisma van de onderlinge eenheid” als kenmerk van onze kerken - thans geldt dat niet meer. Jawel, er is een zekere eenheid onder ons, maar dan slechts gebaseerd op een aantal conventies en gedragspatronen. Niet als een bijzondere genadegave. Eerder kan gesproken worden van een vreedzame coëxistentie, een naast elkaar leven. Maar weet wel - dat is een term uit de koude oorlog. Betekent dat niet dat er slechts van een schijnbare eenheid sprake is? Door middel van de gesloten kansels wordt er censuur over de predikanten uitgeoefend. Hoevelen van ons hebben er inmiddels mee leren leven. Zo schuiven we op naar een modaliteitenkerk.

De spreker gaf vervolgens een overzicht van de diversiteit aan stro-mingen/liggingen in onze kerken. Daar is de groep van Bewaar het pand, ooit opgericht ter voorkoming van een dreigende kerkscheuring. Datgene waarvoor men stond, behoort inderdaad tot het wezen van het kerk-zijn dat ook in de toekomst bewaard zou moeten blijven. Ondanks de goede bedoelingen draagt Bewaar het pand echter minder bij aan de eenheid van het kerkverband dan aan de verbijzondering van een groep binnen ons kerkelijk leven, aldus prof. Van ‘t Spijker. Aan de andere zijde van de kerk is er de zogenaamde Amersfoortse groep die eveneens het geheel van de kerken zegt op het oog te hebben. Tussen beide in bevinden zich zij die weliswaar niet gerekend willen worden tot zoiets als de middengroep maar er in werkelijkheid wel bij behoren. Ook hier is er sprake van verscheidenheid: de Calvijnkring die zich bezighoudt met bestudering van de Reformatie, anderen die zich meer op de Nadere Reformatie of het Puritanisme oriënteren en tenslotte de meer oecu-menisch-evangelisch gezinden.

Aldus de staalkaart van onze kerk, geschetst door prof. Van ‘t Spijker. Hij noemde vervolgens een viertal motieven die tot deze verbijzondering leid (d)en. De keuze wordt gemaakt op basis van theologische, liturgische, sociale en meer persoonsgebonden criteria. Met name de laatste achtte hij verwerpelijk. Het is de gezindheid van de gemeenten van Corinthe. “Ik ben van Paulus...” Zijn dit drijfveren, dan gaat het soms hard tegen hard. En alle nadelen van een latent schisma zijn dan reeds aanwezig, zo waarschuwde hij. Overigens zijn deze problemen ook te vinden bij kerken die naar buiten toe de indruk wekken te beschikken over meer gesloten gelederen.

Hoe komt het...?

Vanwaar komt nu echter dat gebrek aan wezenlijke eenheid onder ons?, zo luidde de vraag vervolgens. De spreker noemde er een viertal. Allereerst meende hij dat de beweging waarvan in 1892 en latere jaren sprake was, tot stilstand is gekomen. Het kerkelijke leven van voorheen, ondermeer tot uiting komend in een bloeiend verenigingsleven, is verworden tot een gestage gang die weinig inspiratie biedt.

En wat te denken van de verhouding kerk en wereld. De omslag in het primaire levensgevoel gaat ook onze mensen niet voorbij. De welvaart heeft ook op ons een niet geringe invloed. Wie léést er overigens nog? Als derde element: de steun van een goede gereformeerde theologie is weggevallen. Lang hebben we aangeleund tegen Bavinck en anderen. Ook hierin kwam verandering. Tenslotte - de toenadering van de kerken van gereformeerde belijdenis ontving helaas geen resultaat, ondanks het werk van drie generaties deputaten. Wat een bron van inspiratie had kunnen zijn, bleek eerder een oorzaak van onrust en onzekerheid.

Hoe moet het...?

De inleider gaf op deze vraag - de centrale vraag van de conferentie - een zesvoudig antwoord. Ik tracht samen te vatten.

Allereerst bepleitte hij een goed kerkelijk besef. We zullen ons uiterst moeten inspannen om te zijn wat we zijn: kerk van Jezus Christus. Dat corrigeert naar twee richtingen: ten aanzien van zowel kerkisme als kerkelijk relativisme, “vormen van collectieve werkheiligheid respectievelijk onverschilligheid”.

Grote nadruk legde de spreker vervolgens op de trouwe en hartelijke binding aan Schrift en confessie. Er dient een volle aanvaarding van de Heilige Schrift te zijn. De kerk is uit de Schrift geboren.

Zij is geroepen tot een gezagvolle en pastorale prediking. Immers de ambtelijke verkondiging is niet minder dan ontvouwing van de Heilige Schriften en ze dient tot geestelijke leiding van de kudde Gods. Wat de binding aan de belijdenis betreft: we moeten elkaar daar vinden waar we elkaar in het ver

leden gevonden hebben. Dr. Van ‘t Spijker noemde in dit kader drie momenten die kenmerkend zijn voor de gereformeerde theologie: de Heilige Schrift zelf, de genade zelf en de kerk zelf. Leven we daaruit?, zo bevroeg hij zijn gehoor. In het verlengde daarvan staat de kerkordelijke trouw. Grote behoefte is er aan geestelijke leiding door de kerkelijke vergaderingen.

Tot slot accentueerde de spreker de noodzaak van de betrachting van de ware vroomheid, het leven in de verborgen omgang me de HEERE. Zou het ontbreken aan de vreze des HEEREN niet de grootste kwaal zijn waaraan ons kerkelijk leven mank gaat?

Daarmee is tevens de oorzaak aangegeven van het gebrek aan liefde die zichzelf om Christus’ wil weet te verloochenen.

Laat ons het altaar helen dat gebroken is. Laat ons de twaalf stenen die Gods volk symboliseren zoeken te vergaderen. Met een hartelijke belijdenis: “Wij hebben gezondigd...” en het gebed: “Herdenk de trouw...”. De HEERE heeft Zich geopenbaard. “Ik zal hun afkeringen genezen... Ik zal Israël zijn als de dauw”.

Tot zover een korte samenvatting van professor Van ‘t Spijkers lezing op de recente ambtsdragersconferentie te Amersfoort.

Ze werd besloten met het zingen van enkele verzen uit Psalm 79.

(slot volgt)

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 oktober 1991

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Hoe moet dat nu verder?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 oktober 1991

Bewaar het pand | 12 Pagina's