Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De gereedliggende bijl

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De gereedliggende bijl

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

En ook is airede de bijl aan de wortel der bomen gelegd . . . . Mattheus 3 : 10a.

Aangrijpend woord, hetwelk door de Dooper gesproken wordt. Het wijst op een activiteit welke staat plaats te grijpen. De houwer staat klaar om de gereedliggende bijl te grijpen en met krachtige slagen de boom neer te vellen. Het beeld, dat gebruikt wordt is machtig en duidelijk. Wat is het geval en tot wien en onder welke omstandigheden spreekt de zoon van Zacharias en Elizabeth deze woorden. Johannes was uit de woestijn gekomen en predikte in de woestijn van Judea. Hij predikte de doop der bekering. Velen kwamen uit en werden van hem gedoopt, zo staat er. Natuurlijk kwamen ook vele Farizeën en Sadduceën tot zijn doop. Deze ziet Johannes en begint hen aan te spreken. En hoe spreekt hij hen aan. „Gij adderengebroedsels", zo zegt hij: „Wie heeft u aangezegd te vlieden van de toekomende toorn" ? Die aanspraak is allesbehalve vleiend voor de lieden, die naar des Heeren getuigenis gaarne op de hoeken van de straten stonden te bidden om van de mensen gezien te worden. Het zijn evenwel lieden, die gebroedsels van een adder zijn. Een vergiftige slang.

Evenwel beroemen ze er zich in, dat ze Abrahams zaad zijn. Johannes staat naar alle waarschijnlijkheid bij de resten van de stenen, welke waren overgebleven van de stenen, welke daar gelegd waren door Jozua op Gods bevel na het doortrekken van de Jordaan. Alles bij elkaar spreekt het boekdelen. Kinderen van Abraham noemden ze zich. Het getuigenis van Gods wonderwerken lag daar en in hoogheid des harten hadden ze genoeg aan de vorm; de naam; de belijdenis en waren het anders niet als kinderen des vergifs. Zietdaar ons beeld van nature ten volle getekend. De bijl ligt aan de wortel van de boom. Beroemen deden ze zich in alles, wat van de vaderen hun was overgeleverd, maar de inhoud dier overlevering kenden ze niet. Die inhoud van alles was Christus, zo van al de ceremoniën als van de profeten alsook hetgeen Abraham beleed. Het was anders niet dan vijandschap tegen God. Daar stelt de Dooper zich tegen met al de kracht van zijn prediking, welke hem van Gods wege was toebetrouwd.

Wat baat ons onze belijdenis met al wat we van onze „vaderen" hebben overgehouden zonder de zaken daarvan te kennén? De bijl ligt aan de wortel van de boom. Christus is gekomen wil Johannes zeggen en slaat alles weg wat van ons is. Hij komt om te stellen Zijn gerechtigheid als de eniggenoegzame om God te voldoen en om te kunnen bestaan voor het aangezicht des Heeren.

Hoe zeer het nodig is, en Goddelijke eis om naar de vorm te leven; indien de inhoud ontbreekt, missen we toch alles. O wat is het nodig om ontdekt te worden aan de breuk, die er ligt tussen God en ons. Een breuk, die alleen door de Heere kan worden geheeld. Die in Christus geheeld is voor al Gods lieve kinderen, waarvan ze evenwel kennis krijgen in de weg der geloofsoefening. Daartoe neemt de Heere alles hen uit handen, waaraan ze proberen houvast te behouden. De bijl slaat onze boom terneer en al onze werken, om er de boom des levens voor in de plaats te stellen, die Zijn vrucht geeft van maand tot maand. Dit alles kan niet gekend worden zonder het waarachtige werk des Geestes. Hoezeer bouwen we op gevoeligheden, gestalten, indrukken enz. zonder te ruften alleen in Hem, die van de Vader gezonden is om alle gerechtigheid te vervullen. We leven in zulke bange tijden, ook wat het geestelijke leven betreft. Hoe raken de vaste fundamenten zoek waarop de Heere Zijn kerk bouwt. Wat stellen we ons tevreden met alle bewegelijkheid. Wat is er weinig arbeid om te komen tot de kennis van Christus. Het vindt alleen zijn oorzaak in onze vijandschap van nature om op die wijze en in die weg gezaligd te worden, welke de souvereine God in Christus heeft bepaald. O hoe wordt Gods lieve volk aan die vijandschap ontdekt en er mee bekend gemaakt, dat we nooit en nooit op zulk een wijze behouden willen worden. Immers dan moet er al onze eer aan, en het wonder geleerd om als vijanden met God te worden verzoend en als goddelozen gerechtvaardigd. Dat is de prediking van Johannes de Dooper. Het behoort de prediking te zijn van de dagen, die we beleven. Enerzijds de volkomen afsnijding van al het onze, anderzijds de rijke troost voor een ontdekte ziel, die alles harerzijds ziet afgesneden. O dat Gods bedrukte en ontdekte volk op Hem moge zien door het dierbare geloof. Het behage Hem, die niet alleen is een Zaligmaker van verdienste, maar ook van toepassing om door Zijn lieve Geest onze harten daarvoor te openen. Ook bij de voortgang, om

niet te rusten in de weldaden en de bekei'ing, maar in Hem, die ons leven is. Hoe kostelijk is daarin Zondag 51 van onze catechismus. Is dan het leven in onze bekering? Raakt Gods volk niet almeer uitbekeerd? Ligt niet dagelijks de bijl aan de wortel van de boom? Zijn we daaromtrent met Asaf niet in morringen als we zeggen: Mijn bestraffing is er elke morgen? Dat willen we niet. We willen als God zijn in onze hoogheid. Dat is die bittere erfenis uit het paradijs en de Heere zorgt er voor, dat die bijl gebruikt wordt. Och of we meer •an Christus kenden en uit Hem en door Hem mochten leven. We zouden meer sterven aan onszelf en onze gerechtigheid. Mijn jonge vrienden, het is best, dat ge de schriften naspeurt, en de geschriften van onze vademen leest. Het is te prijzen, dat de gangen van Gods kerk door de historie door u worden onderzocht, maar weet dat al roemt ge al wat van de vaderen is, toch de bjjl aan de wortel van de boom gereed ligt-O dat de Heere uw harten inneme en inwinne voor Hem die het leven en de vrede en de gerechtigheid is. Ge kunt sterven elk ogenblik en voor God verschijnen. Hoe zult ge het kunnen? De Heere vernieuwe uw harten en schenke u een heilige onrust. Voorts verlene de Heere Zijn lieve volk om meer en meer Hem te kennen, die tot Johannes zeide: Aldus betaamt ons alle gerechtigheid te vervullen. Dat ons, daar gaat het over. De Heere Jezus betrekt Johannes in het vervullen van alle gerechtigheid. Hoe dat kan? Wel de Heere Jezus doet het metterdaad. Hij vervult alle gerechtigheid in lijden en gehoorzaamheid aan de wet, maar Johannes en al Gods knechten in hun prediking van Christus en die ge ruist, en al Gods volk door de liapd des geloof? ; te leggen op Hem, die is de Heere, onze gerechtigheid. De bijl ligt airede aan de wortel van de boom. Dat we er uit leren mochten door de Heilige Geest, die alleen in alle waarheid leidt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 januari 1948

Daniel | 8 Pagina's

De gereedliggende bijl

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 januari 1948

Daniel | 8 Pagina's