Rondom de scholen

Rondom de scholen

Coöperatie van christelijke scholen op de gereformeerde grondslag Zuis-West Nederland

De coöperatie van christelijke scholen op gereformeerde grondslag in de regio Zuid- West Nederland is eind vorig jaar formeel opgericht door het passeren van de statuten bij de notaris.
De besturen van de scholen in Andel, Arnemuiden, Bruinisse, Goes en Katwijk nemen daaraan deel. Het is de bedoeling dat er een bovenschools manager voor deze scholen zal gaan fungeren. Er is een tweetal advertenties geplaatst. De sollicitatieprocedure loopt nog.

Het is in onderwijsland niet de eerste cooperatie die wordt opgericht, maar voor onze scholen is dit wel uniek. De coöperatie is uit de nood geboren. Op verschillende van de aangesloten scholen was geen directeur aanwezig en lukte het niet - ook niet na herhaalde pogingen - een directeur te benoemen. Vanuit de VBSO is toen de gedachte naar voren gebracht dat het wel eens gemakkelijker zou kunnen zijn iemand te vinden die wel locatieleider wil zijn en belast wil worden met de uitvoering van het onderwijsinhoudelijk beleid, maar geen integraal manager wil zijn die overal, dus ook van financiën, verstand moet hebben en daarvoor verantwoordelijkheid moet dragen. Dus om in de vacaturenood te voorzien zou je een bovenschools directeur kunnen proberen te krijgen. Maar ook voor de scholen die wel een directeur hebben, betekent het aantrekken van een bovenschools manager een belangrijke taakverlichting, zodat hij zich meer bezig kan houden met zijn kerntaak, het doen geven van onderwijs. Verder kan een bovenschools directeur ook de taken van het bestuur verlichten. De vijf bovengenoemde schoolbesturen konden zich vinden in deze gedachtegang.

En zoals het er nu naar uitziet, lijkt deze gedachte in de praktijk ook bevestigd te worden. Het voorzien in de vacatures van schoolleider (locatieleider) is nu wel gelukt en een bovenschools manager zal hopelijk in de nabije toekomst benoemd kunnen worden. Dan zal moeten blijken dat taakverlichting van locatieleiders en schoolbesturen eveneens werkelijkheid is.

Het is wel zo dat de situatie van de bovenschools manager een unieke zal zijn. De coöperatievorm is gekozen omdat die een combinatie van zelfstandigheid van de leden en betrokkenheid ervan goed mogelijk maakt. De leden of plaatselijke schoolbesturen houden dus hun eigen benoemings- en toelatingsbeleid. Het bestuur van de coöperatie beslist daar dus niet over. De bovenschools manager die bij de coöperatie in dienst treedt, kan dus niet rechtstreeks in dwingende zin kaders maken voor de locatieleiders. Hij mag dit alleen doen voor zover de plaatselijke schoolbesturen deze taak als coöperatie bij de bovenschools manager hebben neergelegd. Een goede afbakening van taken en bevoegdheden tussen bovenschools manager en locatieleiders is dus nodig. De coöperatie heeft zich daar dan ook intensief mee bezig gehouden.
Het is niet uit te sluiten dat in de toekomst meer taken bij de coöperatie komen te liggen dan nu. Maar dat gebeurt alleen als de leden dat zelf wensen. In een coöperatie kan de samenwerking van onderop, dus op een natuurlijke wijze groeien. Dat is een groot verschil met bijvoorbeeld een fusie, waar na de fusie nogal eens op diverse punten de samenwerking niet van harte gaat. Dat laatste kan tot grote problemen leiden.

Hoe is in grote lijnen de taakafbakening?

Zoals in de advertentie waarin een bovenschools directeur gevraagd wordt voor de coöperatie te lezen is, houdt deze functie in dat hij verantwoordelijk zal zijn voor het voorbereiden, aansturen, coördineren en toezien op de uitvoering van het bovenschools beleid. Hij ondersteunt de locatieleiders bij het innoveren, implementeren en uitvoeren van het vastgestelde beleid.

Het gaat dus over het bovenschools beleid. In de voorbereiding en het coördineren van strategisch, financieel, huisvestings-, en arbobeleid en eventueel de externe contacten met een gemeente zal de bovenschools directeur dus een taak hebben. Hij schrijft notities zoals een personeelsbeleidsplan, een arbobeleidsplan, financieel beleidsplan, een concept-begroting en vele andere plannen en notities. Hij levert ook formats aan voor managementrapportage en vele andere verantwoordings documenten of is behulpzaam bij het opstellen ervan.
Hoever het bovenschools beleid strekt, is nog niet exact aan te geven, maar uit de hier gegeven opsomming is wel duidelijk geworden dat hij niet persoonlijk betrokken is bij de dagelijkse gang van zaken van een aangesloten school. Bovenschools kunnen in goed overleg wel kaders worden gesteld waarbinnen locatieleiders hun taak uitoefenen, maar het werk op de school zelf blijft een verantwoordelijkheid voor de locatieleider. Op de werkvloer van de school is de bovenschools directeur dus meestal niet te vinden. Wel zal hij regelmatig contact hebben met de locatieleider en daarom ook de school min of meer frequent bezoeken.

Het aanspreekpunt voor het personeel blijft dus de locatieleider oftewel de directeur van de school. Personeelsleden zullen dus van de nieuwe structuur niet zoveel merken. De consequenties ervan worden met name zichtbaar in het werk van de locatieleider. Het schrijven van allerlei beleidsnotities en verantwoordingsdocumenten is voor een locatiedirecteur als die uit het onderwijs komt, niet iets waarvoor hij opgeleid is. Hij is betrokken bij de dagelijkse gang van het onderwijs en wil dat zo goed mogelijk inrichten. Kwaliteitszorg in de praktijk brengen is een belangrijke taak van de locatiedirecteur. De bovenschools directeur zou een kaderstellende notitie als ondersteuning van de locatiedirecteur kunnen schrijven, maar het uitvoeren ervan is de taak en verantwoordelijkheid van de locatieleider. Hij spreekt zijn personeelsleden aan op hun verantwoordelijkheid om samen te zorgen voor een goede kwaliteit van het onderwijs. Hij voert dus ook de functioneringsgesprekken met het personeel.

Samenvattend kan worden gezegd dat de bovenschools directeur een taak heeft in het ondersteunen van de locatieleiders, maar ook van de besturen. Hij heeft immers een belangrijke taak bij de voorbereiding van het (strategisch) beleid. De bestuurstaak is voor vrijwilligersbesturen door de complexe materie steeds ingewikkelder geworden en gaat steeds meer tijd vragen. Ook daarin zou de bovenschools directeur taken kunnen verlichten.

L. Vogelaar

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen