Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een impressie van de ambtsdragers conferentie te Amersfoort

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een impressie van de ambtsdragers conferentie te Amersfoort

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op 23 mei j.l. werd in Amersfoort een landelijke voorjaarsconferentie voor ambtsdragers in onze kerken gehouden. Het thema was “ZIJN AMBTSDRAGERS VANDAAG VOLDOENDE TOEGERUST OM MET DE VRAGEN ROND DE BIJBEL IN DE AMBTELIJKE PRAKTIJK VERANTWOORD OM TE GAAN?” Daarvan is men kennelijk niet overtuigd. Waarom dit een onzekere zaak wordt geacht is uit het thema niet af te leiden. Het zou zowel aan de ambtsdragers van vandaag kunnen liggen als aan de vragen die hun vandaag de dag worden gesteld. Het thema werd ingeleid door dr. B. Loonstra, predikant te Hoogeveen. Vragen konden worden voorgelegd aan een forum dat was samengesteld uit de inleider, de hoogleraren dr. T.M. Hofman (N.T.), dr. J.W. Maris (dogmatiek) en dr. H.G.L. Peels (O.T.), ds. P. den Butter en de voorzitter van de conferentie, ouderling D. Koole. Het zal de lezers bekend zijn, dat dr. Loonstra een boek geschreven heeft over “De geloofwaardigheid van de Bijbel”. Dit boek heeft buiten en binnen onze kerken veel stof doen opwaaien. Het is bepaald niet onweersproken gebleven, ook niet in de boekbesprekingen van De Wekker en Bewaar Het Pand. Men kan zich dan ook afvragen, of dr. Loonstra de aangewezen man was om de ouderlingen en diakenen toe te rusten door een inleiding over dit thema te houden. Is zijn standpunt inmiddels door onze kerken overgenomen of gelegitimeerd?

Begrijpelijk dat men dan gaat denken dat het organiserend comité eigenlijk het standpunt van dr. Loonstra bespreekbaar wilde maken op de conferentie. Niet door openlijk zijn boek in bespreking te geven, maar wel door juist hem te vragen of we in de ambtelijke praktijk nog wel in staat zijn met de vragen rond de Bijbel verantwoord om te gaan. Men zou het conferentiethema zelfs kunnen lezen als een vraag aan dr. Loonstra naar aanleiding van zijn boek: “Als het allemaal is zoals u schrijft, is een eenvoudige ambtsdrager dan nog wel in staat om in de ambtelijke praktijk op een verantwoorde wijze de Bijbel te hanteren?”

Voor mij waren deze gedachten mede aanleiding om deze conferentie, die voor ouderlingen en diakenen bedoeld is, te bezoeken. Het gaat hier om uiterst belangrijke zaken. Als we niet meer weten hoe we de Schrift moeten lezen, waarvan zijn we dan nog zeker? Als we het over de Schrift niet meer eens zijn, waarover dan nog wel?

Dat het op de conferentie feitelijk over de inhoud van zijn boek ging, werd bevestigd door wat we te horen kregen in zijn inleiding. Wie het boek gelezen had hoorde niets nieuws; dezelfde visie op de Schrift, dezelfde voorbeelden. Maar voor wie erop had gehoopt, geen enkele correctie op het eerder ingenomen standpunt.

Ik tracht in het kort zijn verhaal weer te geven. Volgens dr. Loonstra heeft de Schrift een menselijke kant en daarom heeft ze een tijdgebonden deel naast een blijvend deel. Daaruit komen vele vragen voort. Wat hoort bij het een en wat bij het ander? Vereist is een goede geestelijke instelling om met de vragen om te gaan. Geen vrees ervoor maar er moet in de kerken ruimte zijn om de dingen met elkaar te bespreken. Liefde moet er zijn tot het Woord van God en de bereidheid om tot het uiterste met elkaar te spreken. Hoe moeten we met de vragen omgaan? We moeten ons afhankelijk weten van de Heilige Geest als de eerste Auteur. Christus is de inhoud der Schriften. Anders is de belijdenis leeg dat de Schrift het Woord van God is. Maar onze westerse omgang met de dingen is anders dan in de Bijbel. Onze omgang is meer analyserend, ons waarheidsbegrip is anders. Het verschil is duidelijk te maken met het verschil tussen een schilderij en een foto. Op een schilderij worden dingen weggelaten, toegevoegd en op een bepaalde wijze weergegeven. Terwille van de boodschap. Fotografie bestond vroeger niet, en dat niet alleen in technische zin. Wordt alles dan onzeker? Uitgangspunt is: het is Gods Woord. Het gaat om de boodschap. Die is betrouwbaar. De heilsfeiten blijven feiten. De wetenschap heeft haar grenzen maar kan wel hulpdiensten verrichten. Bij de Schrift als norm voor het leven moeten we nagaan wat de bijbelse voorschriften wilden doorbreken en hoe ze ons leven wilden verheffen. Ze kunnen niet zomaar in onze tijd worden toegepast. Was Paulus Schrift beroep bij de plaats van de vrouw alleen daar geldig of algemeen? Beslissend was voor hem de vraag: wordt de doorwerking van het evangelie gediend of belemmerd. De onfeilbaarheid van de Schrift betekent niet een absolute, letterlijke juistheid, maar onfeilbaar is wat God te zeggen heeft. Dit moet in een eerbiedige luisterhouding worden ontdekt.

Na de inleiding van dr. Loonstra konden er vragen worden gesteld. Daar werd meer dan een uur gebruik van gemaakt. De meeste vragen en opmerkingen waren nogal kritisch van toon. Zo zelfs dat later zowel de voorzitter als de inleider aangaven dat ze er van waren geschrokken. Er waren broeders die zeiden dat ze nu meer vragen hadden dan eerst. Sommigen spraken hun verontrusting uit over wat er naar voren gebracht was. Anderen zeiden dat we meer met de geestelijke vragen bezig moesten zijn. Sommigen zeiden de genoemde vragen bij de jeugd niet te zijn tegengekomen. Wat de jeugd nodig heeft is een authentiek getuigenis. Er was een broeder die zich terug waande in de gereformeerde kerk en daarover zijn droefheid uitsprak. Al met al heeft dit deel van de dag mij nog enigszins bemoedigd. Blijkbaar zijn de kerken er nog niet aan toe om alles maar voor zoete koek te slikken.

De voorzitter, br. Koole, vond het aan het eind van de morgen nodig de vergadering vermanend toe te spreken omdat sommigen hadden gezegd dat ze de vragen nog niet waren tegengekomen. Volgens de voorzitter ontbreekt er dan iets aan ons getuigenis, want de vragen leven overal en je komt ze overal tegen. We hebben volgens de voorzitter niet door hoe ver de twijfel al ingevreten is ook in onze kerken. Merkwaardig hoe verschillend men de dingen kan taxeren. Volgens mij bleek juist uit de vele kritische vragen dat velen heel goed door hebben hoever de twijfel al ingevreten is in onze kerken.

In de middagvergadering werden de gestelde vragen voorgelegd aan het forum. Maar dan zo dat de voorzitter bepaalde bij wie de vraag werd neergelegd. Dan weer eens werd de bal toegespeeld aan de inleider, dan weer aan een ander lid van het forum. Of de vraagstellers daar altijd gelukkig mee zijn geweest betwijfel ik. Op deze wijze behoefden vragen die eigenlijk bedoeld waren voor de inleider niet door hem beantwoord te worden. Ook werd tijd verknoeid aan vragen die het thema niet raakten. Mede daardoor moesten vele vragen, waaronder ook heel belangrijke, blijven liggen. Ik zou ook wel eens willen weten hoe de forumleden deze gang van zaken hebben ervaren.

Door enkele forumleden werd er op sommige vragen wel een duidelijk antwoord gegeven. Zo werd erop gewezen dat de “oplossing” die dr. Loonstra aandraagt ten aanzien van de hemelvaart van Christus ons niets verder brengt en dat het daarom veel beter is om ons eenvoudig te houden aan wat onze belijdenis zegt. Ook werd gezegd dat het feit dat de Bijbel door mensen is geschreven niet betekent dat er fouten in staan. God die niet liegen kan heeft er immers voor gezorgd dat de woorden die Hij in de Bijbel wilde hebben er ook werkelijk kwamen te staan. Verder bleef het antwoord op verschillende vragen helaas onduidelijk. Teleurstellend. Zo zitten meerdere bezoekers waarschijnlijk nog steeds met de vraag, waar de slang in Genesis 3 nu eigenlijk vandaan komt: uit het paradijs of alleen uit de mythologie van Israels buurvolken. Wel was het antwoord op de vraag van het thema duidelijk: de ambtsdragers zijn vandaag niet voldoende toegerust om met de vragen rond de Bijbel in de ambtelijke praktijk verantwoord om te gaan. Je zou geen ambtsdrager meer durven worden. Met veel vragen en onzekerheden moeten we naar het schijnt al zoekend als kerken verder gaan. We moeten de vragen leren stellen. Aan de antwoorden komen we vandaag nauwelijks meer toe. Voorzover ze gegeven worden roepen ze nog meer vragen op. Zijn het dan wel de goede antwoorden? Waar blijft op deze wijze de zekerheid van de kerk? De suggestie werd gedaan bandopnamen van deze conferentie aan de gemeenten ter beschikking te stellen. Dat lijkt me geen goede zaak. Als de ambtsdragers al met een hoop vragen werden opgezadeld, moet dan ook nog de jeugd en de gemeente ermee worden belast? Wie de verwarring in de kerken wil vergroten, moet het vooral doen. Petrus schreef: “Wij hebben het profetische woord, dat zeer vast is”. Maar dat is niet “van eigen uitlegging”. En Johannes kon nog schrijven: “En gij weet alle dingen”. Toegeruste ambtsdragers en gemeenteleden, door het Woord en de Geest van God. De Heere kan er ook vandaag nog voor zorgen. Ons gebed zij, dat Hij er nog velen in onze kerken zal geven.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 juni 1998

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Een impressie van de ambtsdragers conferentie te Amersfoort

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 juni 1998

Bewaar het pand | 12 Pagina's