Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Psychisch en geestelijk schuldbesef

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Psychisch en geestelijk schuldbesef

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is heel belangrijk om het verschil tussen deze twee goed te zien. Anders kun je vooral in de prediking en de pastorale arbeid enorme brokken maken, anders kun je Gods geliefden en uitverkorenen heel veel pijn bezorgen en ook veel schade berokkenen aan Zijn Koninkrijk.

Wat is psychisch schuldbesef?

Dat is een schuldbesef, dat voortkomt uit de psyche, d.i. de ziel. Ook uit de ziel van een dier kan zulk een schuldgevoel opkomen. Bestraf maar eens je hond. Dan laat hij oren en staart hangen. Dan merk je aan heel zijn uiterlijk en reaktie, dat er in hem iets omgaat dat veel lijkt op het schuldgevoel van een kind. En wanneer een hond iets verkeerds heeft gedaan b.v. 's nachts niet zindelijk is geweest, dan kun je dat meteen aan hem merken de volgende morgen. Dan springt hij niet meer zo vrolijk tegen je op als anders, wanneer je beneden komt. Dan kijkt hij je schuw en aarzelend aan.

Ook de mens heeft een ziel, waaruit allerlei gevoelens opkomen, die we ook bij het dier bemerken, gevoelens van angst, woede, weerzin, sympathie. Het wezenlijke verschil echter tussen de mens en het dier bestaat daarin, dat de mens zichzelf verstandelijk kan bezitten. Hij kan zich op zichzelf bezinnen. Hij kan toekijken, hoe hij angstig, kwaad, bedroefd wordt. Dat kan het dier niet. Dat is dan ook één van de redenen, lijkt mij, waarom van de mens gezegd wordt, dat hij geschapen is naar Gods beeld. De mens kan door zijn verstand heersen over zichzelf (en daardoor ook over de wereld rondom hem). Zoals de Heere God Zichzelf, maar dan volkomen, bezit, zo heeft ook de mens iets van dat zelfbezit.

Hoe wordt het psychisch schuldbesef gewekt?

Door de wet. Echter beslist niet alleen door de wet, zoals we die in de Bijbel vinden, maar door allerlei vormen van religieuze geboden en verboden. Dat volgt ook eigenlijk uit het bovenstaande en blijkt ook uit de praktijk.

Wanneer een hindoe een koe zou slachten in uiterste nood, om althans in leven te blijven, dan zou hij daarna gekweld worden door een verschrikkelijk schuldbesef, want de koe is voor hem een heilig dier. De koe is voor hem het beeld van de goedheid. Van haar ontvangt hij immers de melk; de koeienmest gebruikt hij als brandstof en om de vloeren te maken van de hutten, waarin hij leeft. Daarom ziet hij in dat zachtaardige beest een beeld van het eeuwige moederlijke scheppingsbeginsel.

Wij wezen reeds op joden, die in de middeleeuwen zich lieten dopen uit pure angst, omdat ze anders gedood zouden worden. Meerderen werden daarna zozeer door schuldgevoelens gekweld, dat ze zelfmoord pleegden. Het schuldgevoel deed hen de angst voor de dood opzijzetten. Ze konden niet verder leven met die verpletterende last, met dat voortdurende zelfverwijt.

Wat is het geestelijk schuldbesef?

Dat komt voort, niet uit de psyche, maar uit de „geest" van de mens. Wat is dan die „geest" van de mens?

Dat is moeilijk te omschrijven. Ik wil het proberen. De geest van de mens is de openheid naar Christus, die bewerkt wordt door de Heilige Geest. Daardoor wordt je een nieuwe mens in Christus. Daardoor krijg je dat eigenaardige aanvoelingsvermogen voor de dingen van de Geest, waarover Paulus schrijft: „Maar de natuurlijke mens begrijpt niet de dingen, die des Geestes Gods zijn; want zij zijn hem dwaasheid en hij kan ze niet verstaan, omdat zij geestelijk onderscheiden worden; doch de geestelijke mens onderscheidt wel alle dingen" (1 Kor. 2:14-15).

Let wel: in het Grieks staat voor „natuurlijke mens" psychische mens, wat letterlijk vertaald zou moeten worden: „de ziel-lijke mens". De Nieuwe Vertaling heeft: „de ongeestelijke mens", maar dat is ook niet juist. Het gaat hier over een positief begrip. Het is waar, dat de „psychische mens" ook ongeestelijk is, maar het woord „psyche" heeft een eigen inhoud. De Statenvertaling komt er dichterbij, maar ook de vertaling „natuurlijke" mens geeft het Grieks niet precies weer. De moeilijkheid is dat wij er geen Nederlands woord voor hebben. „Ziel-lijk" is geen Nederlands.

Hoe wordt het geestelijk schuldbesef gewekt?

Door de wet én Christus, misschien zouden we het nóg beter zo kunnen zeggen: door Christus in de wet. Wat bedoel ik daarmee?

Zoals ik boven schreef, wordt dit geestelijk schuldbesef gewekt en bewerkt door de Heilige Geest. En wat is het doel van de Heilige Geest? De grootmaking van Christus en in en door Christus de grootmaking van de Vader. „Die (de Heilige Geest) zal Mij verheerlijken" (Joh. 16:14), heeft Christus gezegd.

Het is dus niet de bedoeling van de Heilige Geest om een abstrakte wet te verheerlijken. De Heilige Geest wil niet laten zien, hoe mooi die wet is in zichzelf. Hij toont ze ons als uitstraling van Gods rechtvaardigheid en wijsheid en goedheid en liefde; én Hij laat zien, hoe Christus die wet volkomen heeft volbracht. En ook Christus heeft die wet niet volbracht als een prachtig spel, als een stukje onpersoonlijke ethische schoonheid. Zijn wetsvervulling was gericht op een Persoon, op Zijn Vader. Die wet was voor Hem het volbrengen van de wil van Iemand, de wil van de Vader. En vervolgens was die wetsvervulling ook gericht op andere personen, op ons, zondige mensen, om ons daardoor te verlossen van de eeuwige dood, die wij verdiend hadden.

Om al die redenen moeten we zeggen, dat het geestelijke schuldbesef niet wordt gewekt door de prediking van de wet zonder meer, maar door de prediking van Christus in de wet. Maar laat ik wat praktischer worden.

Schuldgevoel op sexueel gebied

Wanneer wij op indringende wijze de wet verkondigen, los van Christus, dan kunnen we daardoor diepe schuldgevoelens oproepen. Een mens kan er kapot van zijn, wanneer hij gaat zien, hoe hij geleefd heeft, hoe hij altijd alleen maar zichzelf gezocht heeft en zo zijn leven en allerlei gaven puur verkwist en verknoeid heeft in de aanbidding van zichzelf.

Als priester in de biechtstoel heb ik ook gemerkt, dat sommige zonden méér dan andere het schuldgevoel opwekken nl. de zonde op sexueel gebied. Bij heel wat mensen sloeg het geweten niet of nauwelijks aan, wanneer ze in haat en verbittering leefden tegenover een medemens of wanneer ze iemands goede naam kapot maakten door roddelpraat; maar diezelfde mensen kwamen als geslagen honden hun zonden op sexueel gebied belijden.

Ook uit dat voorbeeld blijkt opnieuw het verschil tussen het psychische en het geestelijke schuldbesef. Bij het geestelijke schuldbesef is een mens verbroken, omdat hij beseft dat hij tegen Iemand gezondigd .heeft. Dan kan de mens de hartverscheurende klacht uiten: „Tegen U, U alleen heb ik gezondigd en gedaan wat kwaad is in Uw ogen" (ps. 51:6). Een psychisch natuurlijk mens zal meteen heftig reageren: „Maar, David, heb je dan niets misdaan tegen Uria en zijn vrouw?" Maar de geestelijke mens begrijpt wat David daarmee bedoelde.

Wegzinkend in de modder van de ellende

Laten wij toch niet denken, dat we de wet op bijbelse wijze gepredikt hebben, omdat we de mensen tot wanhoop hebben gebracht. Ook Judas was er kapot van, toen hij ineens besefte wat hij gedaan had. Dan schreeuwt hij het voor de overpriesters uit: „Ik heb gezondigd, verradende het onschuldige bloed" (Mt. 27:4). Maar de overpriesters kunnen hem niet naar Christus verwijzen, die zij immers haten. Ze staan verlegen tegenover dat verschrikkelijke psychische schuldbesef van Judas en halen de schouders op: „Wat gaat ons dit aan?" Daarmee staat Judas alleen met zijn psychische schuldbesef, alleen tegen de abstrakte wet, die zijn geweten beukt. De dertig zilverlingen branden in zijn hand. Hij rent naar de tempel en gooit ze daar vertwijfeld zo maar ergens neer. Dan gaat hij heen en verhangt zich.

Daarom laden zij, die alleen maar de wet prediken, los van Christus, een ontzettende verantwoordelijkheid op zich. Ze denken dat ze herauten Gods zijn, terwijl ze misschien in werkelijkheid instrumenten van de boze geest zijn, die de mensen van Christus wil afhouden en ze wil laten wegzinken in de modder van hun eigen ellende.

Zij vergenoegen zich misschien in het „succes" van hun prediking, wanneer ze bemerken, hoe de hoorders vertwijfeld worden onder hun geseling met de wet. Maar ze hebben dan misschien niet de gave van de onderscheiding der geesten. Ze bemerken het niet eens dat ze wel geesten opgeroepen, maar dat het niet de Heilige Geest van Jezus Christus was, die die beroering in de zielen, de psychen, van de kerkgangers teweeg bracht.

De wet zonder Christus doodt

Het geestelijk schuldbesef is wezenlijk anders dan het psychische schuldbesef.

Het is niet een kwestie dus van graadverschil. Je kunt niet zeggen: als iemands psychisch schuldgevoel nog wat dieper wordt, een bepaalde graad bereikt, dan wordt het vanzelf tot geestelijk schuldbesef. Was er dieper schuldbesef mogelijk dan bij Judas, die in wanhoop zichzelf verhing?

Het geestelijke schuldbesef wordt gewekt door de prediking van Christus in de wet. Steeds moet dus de Christus als de Zaligmaker verkondigd worden. Daardoor wordt die vertedering gewekt, die eigen is aan het geestelijk schuldbesef en tevens die eigenaardige verbrokenheid, die niet een kapot-maken is zonder meer. Dat bewerkt de wet, los van Christus. Dan geldt dat de wet doodt.

Maar wanneer Christus in de wet gepredikt wordt, Christus als de hoop ook voor de meest ellendige onder de zondaars, dan ontspringt altijd met de dood het leven. Dan worden we met Hem gekruisigd, maar om met Hem op te staan uit de doden. Dat schuldbesef is ook verbrokenheid, maar in hope; zelfaanklacht, maar met de althans reeds schemerende, zekerheid van de vergeving der zonde. Moeten we ook niet in die zin verstaan, wat over Christus geschreven wordt: „Het gekrookte riet zal Hij niet verbreken en het rokende lemmet (vlaspit) zal Hij niet uitblussen" (Mt. 12:20)? De rietstengel is op zichzelf al zwak. Dat wordt nog erger, wanneer hij gebroken is. Een walmende vlaspit geeft geen licht meer. Maar de Heere zal die gebroken rietstengel, de mens die tot het besef van zijn zonde is gekomen, niet nog verder stukbreken, maar bemoedigend oprichten door de kracht van het geloof in Hem. En de mens die, verslagen door zijn zonde, alleen nog maar wat weet te walmen zonder licht te verspreiden, zal door de Heere aangewakkerd worden met het vuur van Zijn Heilige Geest.

Stil en teer

Dat geestelijk schuldbesef heeft iets stils en teers, zoals ook van de Heere geschreven staat: „Hij zal niet twisten, noch roepen, noch zal er iemand Zijn stem op de straten horen" (Mt. 12:19).

Het is een diepe en rijke ervaring. Ze wordt gewekt door het Woord Gods, onder de werking van de Heilige Geest. Daarom mogen we er slechts voorzichtig over spreken. Misschien zouden we er beter aan doen er niet over te spreken en alleen maar het Woord te prediken, Christus te verkondigen, door Wie dit geestelijke schuldbesef tot stand wordt gebracht. Maar omdat ik nogal eens vragen hierover krijg van mensen, die gebukt gaan onder een wetsprediking los van Christus, meende ik hierover toch te moeten schrijven.

Laten wij toch luisteren naar de Schrift alleen.- We moeten zo oppassen voor onze eigen ideeën, voor onze menselijke wijsheid, die wij menen te moeten toevoegen aan de goddelijke wijsheid. Althans ik moet mezelf daartoe voortdurend vermanen. En zou dat niet voor ons allen opgaan? We hebben toch zulk een machtige Heiland in Christus. Laten we voortdurend wijzen naar Hem, naar Hem alleen.

Dit artikel werd u aangeboden door: In de Rechte Straat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 april 1975

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

Psychisch en geestelijk schuldbesef

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 april 1975

In de Rechte Straat | 32 Pagina's