Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

WEDERKERIGE LIEFDE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

WEDERKERIGE LIEFDE

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

lk heb lief, die Mij liefhebben en die Mij vroeg zoeken, zullen Mij vinden. (Spreuken 8 : 17)

In het zoeken en vinden van de Heere is de ware gelukzaligheid gelegen. Niemand zoekt van nature God. Wij beminnen van nature de wereld en de ijdelheid. Niemand is er die God zoekt, ook niet tot één toe.

Dit is de vrucht van de diepe val des mensen in Adam. Wat is de vervreemde staat van God een zorgeloze en gevaarlijke zaak. Wanneer wij God zoeken, zijn wij van God gevonden. Hij vindt ons op de vlakte des velds. Wij zijn dood in de zonde en misdaden, dus geestelijk dood — onwillig en onmachtig. De algemene werkingen zijn ongenoegzaam om een mens uit zijn doodstaat te verlossen. Daarom is het een krachtdadig werk Gods in ons door Woord en Geest. (Zie Ezech. 16 : 1—5 en Efeze 2 : 1).

Als wij God zoeken, is dat vrucht van levendmaking en vernieuwing. De Zone Gods zegt: „Ik heb lief die Mij liefhebben." Johannes zegt: „Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst heeft liefgehad". In de levendmaking stort Hij door Woord en Geest de liefde Gods in ons hart uit.

De zaligmakende overtuiging is van de algemene overtuiging dan ook ten zeerste onderscheiden. Alle overtuiging zonder de liefde Gods en buiten Christus eindigt in onszelf.

Die zaligmakende overtuiging gaat gepaard met verootmoediging en droefheid naar God.

De liefde tot God doet ons breken met een zondig leven. Het is de Vader, Die trekt en leidt tot de Zoon door de werking des Heiligen Geestes.

Niemand komt toch tot de Vader dan door de Zoon en niemand komt tot de Zoon, tenzij de Vader hem trekke.

Want gelijk de Vader de doden opwekt en levend maakt, alzo maakt de Zoon levend, die Hij wil.

De liefde Gods tot Zijn volk in Christus is reeds van alle eeuwigheid. Hij heeft dat volk lief met een eeuwige liefde en dat was een vrije, souvereine liefde. De Vader heeft hen naar Zijn ondoorgrondelijk welbehagen verkoren en ze de Zoon gegeven.

Die liefde des Vaders is geopenbaard in de zending van Zijn Zoon en gefundeerd in het ganse borgwerk van Christus. En het is de Heilige Geest, die dit niet te vatten wonder aan dat volk toepast.

Ik heb lief, die mij liefhebben. Het vloeit uit Hem, als verdienende oorzaak. Ze zijn in Hem begrepen en als ze Hem liefhebben, ' dan is dat omdat ze eerst door Hem zijn bemind. Hij is altijd en in alles de eerste en zij volgen. Hij heeft een gewillig volk op de dag van Zijn heirkracht. De vreze Gods en cle keuze en cle lust om Hem te dienen, het is alles genade. Dat volk wordt dan ook uit genade zalig.

Tot dat alles heeft Hij die Trooster gezonden, cle Heilige Geest, clie van zonde, gerechtigheid en oordeel overtuigt.

Dat volk wordt met koorden der liefde getrokken en voor de dienst des Heeren ingewonnen. Zij buigen onder het recht Gods en hebben een afkeer van alle eigengerechtigheid.

De liefde, waarvan in onze tekst wordt gesproken is sterker dan de dood en trotseert alle tegenstand. En met het geloof en cle hoop is die liefde een genadegift Gods, die in het hart is uitgestort door de Heilige Geest. (Rom. 5 : 5).

„Ik heb lief, die Mij liefhebben." En nu volgt: „en die Mij vroeg zoeken, zullen Mij vinden."

Wij willen ook over dat vinden iets zeggen.

Het vinden is vrucht van het zoeken: „Zoekt en gij zult vinden" heeft de Heiland in Zijn omwandeling op aarde gezegd. Die Hem clan ook vindt, vindt het leven en trekt een welgevallen van cle Heere. Hem te vinden is alles, want daaraan is cle zaligheid verbonden, ja, het is cle zaligheid zelf.

Heeft Hij zelf niet gezegd: „Die het van de Vader gehoord heeft, komt tot Mij"? Dit wil dus zeggen, dat het hun geopenbaard wordt. Het geschiedt alles door Woord en Geest. De oefeningen des geloofs zijn hier niet uitgesloten. Het zoeken en vinden sluiten elkander in en dit is een eeuwig geluk, een eeuwige zaligheid.

Hem te vinden is het leven der genade hier en het eeuwige leven hiernamaals. Dan doet Hij wandelen in het midden van cle paden des rechts en Zijn liefhebbers beërven, clat bestendig is.

M'n jonge vrienden! Wat is het toch groot, dit te mogen beleven in een eindige, vergankelijke wereld. Want buiten

dit is toch alles enkel wisselvalligheid. Die Hem vindt, vindt het goed dat nooit vergaat. Zij zullen dat ongestoord verwerven en het Godgeheiligd zaad, zal 't gezegend aardrijk erven.

Dan zal God hun ook tot een Leidsman wezen en al hun schatkameren vervullen met Zijn algenoegzaamheid. Hierbij valt de ganse wereld in het niet, want God en Zijn gemeenschap is meer dan duizend werelden.

Is er in het houden van Zijn geboden niet een groot loon? Hij zegt dan ook: „Mijn zoon! vergeet Mijn wet niet, maar Uw hart beware Mijn geboden. Dit geschiedt door de Geest des geloofs in de Middelaar.

Er is buiten Christus niets, dat waarde bij God heeft. Wat is het dan ook groot om in alle wegen Hem te kennen, om in alles de Heere om raad te vragen. Om steeds in Zijn wegen te wandelen en altijd maar te vragen: „Heere, wat wilt Gij, dat ik doen zal".

In Hem te zoeken en te vinden is de ware wijsheid, rijkdom, vrede en eer. Al hare paden zijn vrede. Als we op dit alles letten, wat is het dan toch gevaarlijk om God te missen. Het zijn zulke bange tijden. De wereld gaat voorbij en een dreigende ondergang tegemoet. De dood en dan de eeuwigheid en het oordeel kunnen ons zo plots overvallen. Die dan Hem gezocht en gevonden hebben, hebben veiligheid en rust.

Lot was veilig in Zoar, Noach in de ark en Johannes op Patmos. In de brandende oven en de angstaanjagende leeuwenkuil is veilig, die Hem heeft gevonden. Die gelukkigen zijn veilig, waar ze zich ook bevinden.

Ik heb lief, die Mij liefhebben en die Mij vroeg zoeken, zullen Mij vinden. Doch weet, dat buiten Hem een eeuwig omkomen zal zijn. De goddelozen, zegt mijn God, hebben geen vrede.

B. ROEST.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 april 1956

Daniel | 8 Pagina's

WEDERKERIGE LIEFDE

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 april 1956

Daniel | 8 Pagina's