Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ZWIJGEN EN SPREKEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ZWIJGEN EN SPREKEN

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Deze maand wordt in de kerkelijke pers weer ruimschoots aandacht geschonken aan de start van het zogenaamde „winterwerk". In verreweg de meeste gemeente wordt dat werk ingeluid met een kerkdienst. Dat is een goede en zinvolle zaak. Ten eerste wordt op deze wijze de hele gemeente bij het werk betrokken. Ten tweede kunnen alle komende aktiviteiten in het gebed worden opgedragen om Gods zegen erover af te smeken. Het „winterwerk" is veel en veelzijdig. We denken aan de catechisaties, aan het verenigings-en kringwerk, en niet te vergeten aan het huisbezoek. Voor dit belangrijke onderdeel van de kerkelijke arbeid, " en dan voor één facet ervan wil ik op deze plaats graag aandacht vragen.

Huisbezoek

Naast de prediking van het Woord Gods, die essentieel en fundamenteel is voor het leven van de gemeente, is huisbezoek, geregeld huisbezoek, belangrijk, en zelfs onmisbaar. Zonder het ambtelijke opzicht over de gezinnen kan de gemeente niet op de juiste wijze functioneren. Het is ook al héél oud. Paulus zegt bij zijn afscheid van de ouderlingen van Efeze dat hij niets achtergehouden heeft van hetgeen nuttig was dat hij. niet zou verkondigd en geleerd hebben, in het openbaar en bij de huizen (Hand. 20 : 20).

Het huisbezoek staat in nauw verband met de prediking van het Woord. We zouden het zó kunnen stellen: in de prediking wordt er gezaaid, bij het huisbezoek wordt er gezocht naar vrucht. Daarom is het zo belangrijk dat er een onderzoek wordt ingegesteld naar de kerkgang en naar de reakties op de prediking. Belangrijk ook dat de jongere gezinsleden, de kinderen, erbij aanwezig zijn. Ook aan hèn wordt immers het Woord verkondigd en dat Woord vraagt ook aan hèn om antwoord.

We zullen dus als ambtsdragers niet tevreden mogen zijn wanneer we weten, of tijdens het bezoek constateren, dat er in het gezin een min of meer regelmatige kerkgang is, en dat men zo uiterlijk gezien wat „meedoet". We hebben te onderzoeken of er een band is aan het Woord, een leven uit het Woord.

Luisteren

Eén van de grondregels voor een pastoraal gesprek is dat de ambtsdrager kan luisteren. We komen niet in de eerste plaats om te spreken, we komen om te horen. x Dat sluit niet uit dat ook tijdens het huisbezoek het Woord van God moet worden verkondigd. Maar dat dient anders te geschieden dan in een kerkdienst: meer in de vorm van de dialoog, toegespitst op de bijzondere situatie van dat concrete gezin. We zullen dus eerst de situatie van dat gezin moeten kennen, willen we met en vanuit het Woord erop in kunnen spelen. We moeten werken met het materiaal dat de mensen ons in handen geven. Dat betekent dat we moeten luisteren naar wat zij te zeggen hebben.

Goed luisteren is een kunst. Spreken — hoe vreemd dat misschien ook klinkt — is veel gemakkelijker dan luisteren. Ook in gewone gesprekken merkt men soms hoe weinig mensen echt aan de ander de tijd laten om zich uit te spreken. Men heeft dikwijls zijn oordeel al klaar, terwijl die ander nog aan het woord is.

Luisteren is moeilijker naarmate het verhaal van de ander langer gaat duren en er geen eind schijnt te komen aan de woordenstroom. Dan zit men als ambtsdragers — ook omdat er vaak nóg een bezoek gepland is — te popelen om die woordenstroom af te dammen. Het kan in bijzondere gevallen ook weieens nodig zijn, vooral wanneer veel van het gesprokene nauwelijks terzake doet. Maar in het algemeen moet men zich er in oefenen die ander volledig te laten uitspreken. Dat is nodig om zich „het geval" in te leven. En pas wanneer men helemaal met die ander heeft meegedacht en wanneer men zich helemaal in z'n probleem heeft verdiept, kan men er ook vanuit het Woord van God antwoord op geven.

9 Zwijgen

Luisterende ambtsdrager zijn nodig. Maar wat doen zij wanneer de gemeenteleden die zij bezoeken, zelf zwijgen? Dat dit zeker geen theoretische vraag is weet iedere ambtsdrager. Er zijn mensen die, zodra de broeders enigszins op hun doel afgaan, zich hullen in een angstwekkend zwijgen. Er is eerst wat gepraat over koetjes en kalfjes, wat vaak ook onmisbaar is om aan elkaar te wennen en op z'n verhaal te komen. Maar wanneer de ambtsdragers, rechtstreeks of via een omweg, het gesprek op geestelijk niveau brengen, dan nemen ze vaak een houding aan van: „zie maar eens dat je onze mond openbreekt". En het is een onmogelijke opgave om te blijven spreken, terwijl de gesprekspartner er het zwijgen toe doet. Men heeft nu eenmaal geen middelen bij de hand om die ander tot spreken te dwingen.

Het is overigens een verontrustende en misschien wel benauwende zaak dat vele mensen die onder het Woord leven, goed hun woordje kunnen doen, zolang het maar gaat over de kerk in het algemeen, over dominees en kerkmensen, over onderwijs en politiek, maar dat ze meteen met de mond vol tanden zitten wanneer het gaat over het persoonlijk geloofsleven. Terwijl de apostel toch schrijft: zijt altijd bereid tot verantwoording aan een ieder die u rekenschap afeist van de hoop die in u is" (1 Petrus 3 : 15).

Oorzaken

Wat kan de reden zijn waarom zoveel mensen zich, wat het geestelijke leven betreft, niet willen of durven uitspreken? Ik denk dat daarvoor verschillende oorzaken zijn aan te wijzen. Wij denken allereerst aan onze volksaard. We zijn nogal individualistisch aangelegd en zien de vragen van de andere kant gauw aan voor uitingen van bemoeizucht. En het is uiteraard ook niet gering z'n hart open te leggen voor een ambtsdrager die men misschien voor het eerst ontmoet, of die men nog slechts oppervlakkig kent. Maar daarmee is toch niet ai les gezegd.

Ik vrees dat vele mensen niets zeggen omdat ze gewoon niets te zeggen hébben. Ze zullen wellicht trouwe kerkgangers zijn en thuis ook dagelijks de bijbel lezen. Maar ze hebben er (nog) „geen deel aan". En met je armoede voor de dag komen is nu eenmaal niet aantrekkelijk.

Het is echter óók denkbaar dat mensen zwijgen omdat ze bang zijn tevéél te zullen zeggen. Diep in hun hart ligt de begeerte om de Heere te dienen en ze mogen eigenlijk niet ontkennen dat de Heere in hun leven werkt. Maar dat durven ze bijna niet van zichzelf denken, laat staan dat ze het hardop zouden zeggen! Die ouderling zou weieens een veel te hoge dunk van hen kunnen krijgen.

En dan kan er natuurlijk ook nog gezwegen worden omdat men in de huisbezoeker geen vertrouwen heeft. Hopelijk is dat uitzondering, maar de gevallen zijn toch 'bekend, dat gemeenteleden weieens zouden willen praten, maar niet tegen die of die ambtsdrager, omdat ze bang zijn dat datgene wat ze vertellen, weieens doorverteld zou kunnen worden.

Spreken

Goed huisbezoek doen — wie zou trouwens van zichzelf durven zeggen dat hij dat kan? — vereist niet zo weinig van een ambtsdrager. Hij moet kennis hebben van de Schrift, kennis van het geestelijk leven, maar ook mensenkennis. Hij moet aanvoelen of het waar is wat een gemeentelid zegt, maar hij moet ook aanvoelen waarom een ander gemeentelid zwijgt. En hij moet al die mensenkennis aanwenden om onopzettelijk die man of die vrouw toch aan de praat te krijgen. Daar is geen algemene regel voor te geven, dat moet gewoon aan het moment, aan het persoonlijk inzicht, en vooral aan de wijsheid en de leiding van de Heilige Geest worden overgelaten.

Op dat laatste zou ik trouwens de nadruk willen leggen. Er zijn tegenwoordig allerlei handleidingen voor „gesprekstechniek" en ik zal de laatste zijn om de waarde daarvan te ontkennen of in twijfel te trekken. Maar ook de beste handleidingen laten ons op beslissende momenten in de steek. En wanneer we dan als ambtsdragers mogen weten door de Heere tot dat werk geroepen te zijn, dan mogen we ook op dat kriteke ogenblik een zucht om wijsheid opzenden, en die wijsheid ook verwachten van Hem Die ons riep en Die het beloofd heeft. En dan hoeven we heus geen psychologen te zijn om het juiste woord op de juiste tijd te spreken. Er zijn overal wel ouderlingen, eenvoudige mensen soms, die toch met zoveel wijsheid zijn gezegend, of op een bepaald ogenblik zoveel licht krijgen dat ze weten waar de schoen wringt en vanuit het-Woord van God leiding mogen geven.

Maar ook in dat spreken is veel wijsheid nodig. Ik denk niet dat we een stortvloed van woorden over de mensen moeten uit-

storten, maar beter met een enkel woord, misschien zelfs vragenderwijs, op de situatie moeten ingaan. Soms kan het nodig zijn vermanend op te treden, de mensen de scherpte van het Woord Gods voor te houden, maar dan nog moet het niet uit de hoogte, maar met liefde geschieden.

Laten gemeenteleden merken dat er een hart klopt achter onze woorden. Dat wij niet beter zijn dan de mensen die wij soms moeten vermanen. En laat er desnoods ook een getuigenis in doorklinken. Niet dat we te pas en te onpas over ons eigen geestelijk leven spreken. Ook in het huisbezoek geldt: wij prediken niet onszelf, maar Christus Jezus de Heere..." (2 Cor. 4 : 5). Maar we mogen wel laten merken Wie de Heere voor ons is en dat we zelf ook vreugde vinden in Zijn dienst. Dat geeft kracht en gloed aan ons spreken. De mensen mogen best weten dat het Woord ook voor ons een kracht Gods tot zaligheid is. Wanneer de gemeenteleden, en vooral en jongeren onder hen, dat missen, zullen ze zich gauwer aangetrokken voelen tot de vrije groepen waar

men vaak zo onbevangen, en soms al te gemakkelijk, over deze dingen spreekt.

Verrassingen

Men komt, als men regelmatig huisbezoek doet, ook nog weieens voor verrassingen te staan. In gezinnen waarvan men soms veel verwachting had, kan het gesprek tegenvallen. Maar omgekeerd ook: bij een bezoek waar men tegenop zag kunnen ineens harten opengaan, zodat het een onvergetelijk gesprek wordt. Dat kunnen we van tevoren niet bekijken.

Het waren zomaar wat losse, misschien fragmentarische opmerkingen die ik hier ten beste gaf. Ze waren echter bedoeld om elkaar te helpen bij dat moeilijke, maar altijd weer mooie werk: huisbezoek.

Vergeet u vooral niet de broeders die er weer zóveel avonden op uit zullen gaan, te gedenken in uw gebed en voor hen te vragen om wijsheid en om de leiding van de Heilige Geest opdat zij op het juiste moment zullen zwijgen, maar ook op het juiste moment

spreken!

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 september 1982

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

ZWIJGEN EN SPREKEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 september 1982

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's