Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nederlander onderhoudt Uiver-monument in Australië

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nederlander onderhoudt Uiver-monument in Australië

''Drie in de pan'' brengt geld in het laatje voor DC-2 in KLM-kleuren

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Weinigen in de Nederlandse luchtvaartwereld kennen Herman Blom. Toch is hij zeer betrokken bij een van de beroemdste vluchten uit de Nederlandse luchtvaartgeschiedenis. In de Australische plaats Albury onderhoudt hij al meer dan elf jaar het vliegtuigmonument van een DC-2 in KLM-kleuren. Uit eigen zak heeft Blom inmiddels meer dan zestigduizend gulden aan het monument gespendeerd.

In 1934 nam de KLM met een Douglas DC-2, voorzien van de naam Uiver, deel aan de luchtrace Londen-Melbourne. Op slechts 250 kilometer van Melbourne moest de Uiver een noodlanding maken, op de renbaan van Albury. Hiermee begon de grote betrokkenheid van de inwoners van Albury met de Uiver.

Gastenboek
Met enige trots bekijken we op de luchthaven van Albury het KLM-monument van de DC-2. Nederlander blijf je tenslotte overal. Het toestel rust op drie pilaren. Een gedenkmuur en een goed onderhouden park geven het monument extra cachet. Op een plaquette staat vermeld: "Het ontwerp van het park en het voortdurende onderhoud van het Uiver-monument is mogelijk gemaakt door de inspanningen van de heer Herman Blom." „Zegt die naam jou iets?" vraagt mijn reisgenote. Hoewel ik in de luchtvaarthistorie redelijk thuis ben, moet ik ontkennend antwoorden. Afgezien van de talrijke en lastige vliegen zijn wij de enige bezoekers. Na een poosje komt er een derde bezoeker, die stevig een boek in zijn handen houdt. „Mooi vliegtuig, vindt u niet?" begroet hij ons in het Engels. Wij beamen dat en zeggen dat we uit Nederland komen. „Wat leuk", gaat hij in het Nederlands verder, „mag ik mij even voorstellen? Mijn naam is Herman Blom." De Blom van de plaquette? ,Jawel." Het boek dat hij bij zich heeft, is het gastenboek van het Uiver-monument. Of we onze namen er ook in willen zetten.

Onderhoudsbeurt
Spontaan verklaart Blom (71) zijn aanwezigheid: „Ik heb vandaag een afspraak met een ondernemer. Het vliegtuig moet hoognodig een roestbehandelings- en schilderbeurt krijgen. Kijk, zie je die vogels en dat nest in de romp? Een enkel klein gaatje is voor vogels al genoeg om bezit van het toestel te nemen. Alle werkzaamheden die voor de grote beurt nodig zijn, inclusief het takelen, hoop ik in één keer te kunnen uitbesteden. Of ik beroepsmatig of uit hobbyisme bij deze luchtvaarthistorie betrokken ben geraakt? Nee, door geen van beide. Wat dan wél de aanleiding is geweest?" Blom kijkt zoekend om zich heen. De ondernemer die hij een halfuur geleden al had verwacht, is er nog niet. „Kom mee, dan vertel ik dat verhaal bij mij thuis. Die kerel komt toch niet meer. Het gebeurt hier wel vaker dat afspraken niet worden nagekomen. Hoewel ik nu twintig jaar in Albury woon, kan ik daar nog steeds niet goed tegen. En het is toch een aardige opdracht. Met het opknappen van het vliegtuig is al gauw vijfendertigduizend gulden gemoeid." Via een draagbare telefoon brengt Blom zijn vrouw op de hoogte dat-ie met bezoekers naar huis komt.

Geschenk van Rotary
Mevrouw Blom begroet ons hartelijk: „Zeg maar Geesje en Herman hoor, we zijn hier niet formeel." „Geesje zit in het Uiver-park regelmatig onkruid  te wieden", geeft Herman direct haar betrokkenheid aan. „En natuurlijk helpt ze mij bij het bakken en verkopen van "Drie in de pan", maar daarover later meer." „Laat ik eerst vertellen hoe het monument hier is gekomen. In 1979 organiseerde de Rotaryclub van Albury een vliegfeest ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van de internationale Rotary. Van de opbrengst werd 25.000 dollar aan een kinderziekenhuis in Melbourne geschonken. Daarnaast werd voor 3500 dollar een ontmantelde DC-2 gekocht als tastbare herinnering aan de Uiver/Albury-historie. Na restauratie werd het toestel door de Rotary aan de gemeente Albury geschonken. Daarna verflauwde de aandacht voor het monument, totdat de KLM in 1984 met een DC-2 het gehele traject opnieuw vloog ter gelegenheid van de vijftigste verjaardag van de Uiver-vlucht. Duidelijk was dat de staat van het monument zeer te wensen overliet. Zo zaten er flinke gaten in de romp. Voldoende geld voor onderhoud was er niet, laat staan voor verfraaiing van de omgeving. In 1985 vroeg de Rotary of ik, in mijn hoedanigheid van voorzitter van de Nederlandse club in Albury, het toestel kon laten onderhouden. Spontaan zei ik „ja", want de historie van de Uiver sprak me als geboren Nederlander wel aan. De Nederlandse club wilde in meerderheid echter niets met de Uiver te maken hebben. Daarop heb ik die club vaarwel gezegd en ben ik met Geesje aan de slag gegaan."

"Drie in de pan"
Om verantwoord geld te kunnen inzamelen richtte Herman in 1985 de Uiver Memorial Foundation op. Zelf fungeert hij als voorzitter van de stichting, die uit vijf leden bestaat. De andere leden zijn drie zakenlieden en een ambtenaar van de gemeente Albury. „Ik ben begonnen met het inzamelen van oud papier", zegt Herman. „Advertentie in de krant, karretje achter de auto en kassa, voor de Uiver. Nou, vergeet dat laatste maar. Met twee cent per kilo kwamen de kosten er nauwelijks uit. Toch drie jaar gedaan."
„Toen kreeg ik het idee om op de weekmarkt "Drie in de pan" te gaan verkopen. "Three in the pan", voor de Australiërs. Wat, ken je deze lekkernij niet? Dat zijn drie pannenkoekjes die tegelijk in een kleine pan worden gebakken. De prijs? Drie stuks voor twee dollar, zeg maar een Nederlandse knaak. De Aussies vinden ze heerlijk. Inmiddels bakken we nu al acht jaar. Op deze manier heb ik vele tienduizenden guldens in het onderhoud en de verfraaiing van het Uiver-monument kunnen steken." Het geld voor de Uiver komt nu dus met bakken binnen? „Precies", zegt Herman direct, de dubbele betekenis van de vraag over het hoofd ziend. „Onze kraam is opgetuigd met de Nederlandse vlag en Geesje en ik zijn dan gekleed in oud- Hollandse klederdracht."
Met dat bakken hadden de Bloms een aardige spaarcent voor zichzelf opzij kunnen leggen. Vanwaar die inzet en vrijgevigheid? Herman: „De Uiver-bemanning heeft indertijd met dat gewone verkeersvliegtuig een sterk staaltje Nederlands doorzettingsvermogen laten zien. Daar ben ik best trots op. Het monument moet dan ook goed worden onderhouden. En financieel? M'n huis is vrij van hypotheek en m'n pensioen is redelijk. Waarom dan geld oppotten?"

Museum
Stukje bij beetje zijn het park en de gedenkmuur bij het monument uitgebreid. Nu nog een museum erbij? Herman: „Dat is inderdaad mijn grote wens. Het Uivermuseum kan mooi op het grasveld naast het vliegtuig staan. Compleet met souvenirwinkeltje en cafetaria, zodat bezoekers na de rondwandeling even tot rust kunnen komen. Ik heb zes kleinkinderen en die willen het museum graag bemannen. Naar schatting kosten de bouw en inrichting een kleine drie ton. Het mag duidelijk zijn dat ik dat bedrag nooit met "Drie in de pan" bij elkaar kan bakken." „De gemeente Albury is akkoord met de plannen, maar heeft geen geld. Albury heeft altijd al gevonden dat de KLM ook wel eens mag doneren. En andersom. Albury heeft voor de Uiver slechts twaalfduizend gulden in kas. Dat geld is hard nodig voor het onderhoud. Via de stichting proberen we sponsors te vinden. Heel moeilijk is dat. Iedereen vindt de plannen loffelijk en staat er sympathiek tegenover. Maar als 't op een geldelijke bijdrage aankomt, geeft men niet thuis. In Nederland heb ik in de loop der jaren ook aandacht voor de Uiverzaak gevraagd. Wils de Vries, schoonzoon van Uiver-gezagvoerder Parmentier, had zich bereid verklaard om in Nederland donaties te werven. Helaas is De Vries in 1995 overleden." „Uit Nederland zijn nog wel andere reacties gekomen. Van mensen die herdenkingsborden en andere spullen uit de Uivertijd te koop aanbieden. Voor grof geld... Die denken zeker dat ik een rijke Australiër ben met een grote organisatie achter me. Nou, dat hebben ze dus mis. Mensen uit de Hollandse gemeenschap hier in Albury zeggen dat ik niet goed wijs ben om me voor de Uiver zo druk te maken. Maar ik heb beloofd mij naar beste kunnen voor het Uiver-monument in te zetten en die belofte houd ik gestand."

Coentunnel
In Nederland was Herman bouwvakker bij de bouw van de Coentunnel. „Mooi werk, maar met vrouw en twee kinderen kon ik geen huis krijgen. We hadden te veel punten, inwonend op driehoog in Amsterdam... Emigreren werd toen sterk gepropageerd en in 1958 zijn we naar Australië vertrokken. Van alle mooie verhalen over de faciliteiten en de banen hier klopte overigens niks. Het was jaren lang flink afzien, zowel met het werk als met de huisvesting. Al het werk dat zich voordeed, heb ik aangegrepen. Zo heb ik gewerkt als bulldozerchauffeur, stoker en conciërge. Daarna heb ik in het Australische leger gewerkt als transportcoördinator." „Na een dienstongeval ben ik, in 1973, uit het leger gegaan en hebben we ons in Zuid-Afrika gevestigd. Daar voelden we ons toch niet thuis en na drie jaar zijn we weer naar Australië teruggegaan. Dat gaf geen problemen, want toen ik in het leger zat, zijn we tot Australiër genaturaliseerd. Eenmaal terug in Australië ben ik van mijn pensioen gaan genieten. Twaalf jaar heb ik toen als vrijwilliger wekelijks een radioprogramma in het Nederlands verzorgd. Daarna heb ik me op het Uiverproject gericht. Ik moet iets te doen hebben en het is voor een goede zaak. Ach, zoals jullie meen ik in Holland zeggen: Het houdt je van de straat."

---
Luchtrace Londen-Melbourne (1934)

In 1934 schreef sir Robert MacPherson, een Australische suikerwerkfabrikant, een luchtwedstrijd uit tussen Londen en Melbourne ter gelegenheid van het eeuwfeest van de staat Victoria, waarin Melbourne ligt. Hoofddoel was aan te tonen dat Europa en Australië via een luchtverbinding dichter bij elkaar konden worden gebracht. De wedstrijd kende een snelheids- en een handicapcategorie. Voor deze categorieën schreef de KLM achtereenvolgens de Fokker F-36 en de Douglas DC-2 in. Omdat de Fokker niet op tijd gereed kwam, werd de DC-2 uiteindelijk voor beide categorieën ingeschreven.

Op 20 oktober 1934 vertrokken vanaf het Engelse vliegveld Mildenhall twintig vliegtuigen voor de 19.877 kilometer lange vliegtocht naar Melbourne. De bemanning van de DC-2 Uiver bestond uit Koene Dirk Parmentier (gezagvoerder), Jan Moll (eerste vlieger), Comelis van Brugge (telegrafist) en Bouwe Prins (boordwerktuigkundige). Verder maakten drie passagiers de reis mee. Drie etmalen verliep de reis uiterst voorspoedig. Tijdens vrijwel de gehele vliegtocht lag de Uiver in tweede positie, ondanks het feit dat veel andere vliegtuigen speciaal voor deze tocht waren ontworpen of omgebouwd. Op het laatste traject, op zo'n 250 kilometer ten noordoosten van Melbourne, ging het 's nachts echter mis. Door zware onweersbuien werd de bemanning gedwongen terug te keren en werd koortsachtig naar een geschikt noodlandingsterrein gezocht.

Tijdens die zoektocht seinde Albury met haar stadslichten. Via de ether had een radiostation de zoekpogingen van de Uiver opgevangen, waarna er een oproep was uitgegaan om met alle beschikbare auto's naar de renbaan van Albury te gaan. Aan weerszijden van de renbaan werden de auto's opgesteld en de koplampen ontstoken, zodat de Uiver daar kon landen. Parmentier nam die gelegenheid te baat en landde zonder ongelukken. Wel zakte de DC-2 te diep in de modder om daar nog op eigen kracht uit te kunnen komen. Na het eerste ochtendgloren trokken de inwoners van Albury de Uiver aan touwen uit de modder naar een droger stuk land. Parmentier liet alle vracht en passagiers achter om het toestel voor de start zo licht mogelijk te krijgen. Zelfs Van Brugge en Prins liet hij achter Met die veel lichtere last kwam de Uiver goed los. Ondanks het oponthoud in Albury van ruim acht uur bleek de Uiver in Melbourne toch nog als tweede de finish te passeren in beide categorieën van de wedstrijd. De DC-2 legde het traject van Londen naar Melbourne af in 90 uur en 17 minuten, waarvan 71 uur en 29 minuten vliegtijd. Omdat de winnaars, de Engelsen Scott en Campbell Black, slechts voor één prijs in aanmerking kwamen, viel de eerste prijs in de handicaprace toe aan de Uiver.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 18 september 1996

Terdege | 88 Pagina's

Nederlander onderhoudt Uiver-monument in Australië

Bekijk de hele uitgave van woensdag 18 september 1996

Terdege | 88 Pagina's