Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van Ruler en Barth

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van Ruler en Barth

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er zal wel niemand zijn, die wil ontkennen, dat de invloed van wijlen prof. van Ruler in kerkelijk Nederland zeer groot is geweest. Voor zover wij kunnen zien, is zijn üivloed het grootst naar die zijde, waar men van ouds verbonden is aan de leer van Gods Woord en waar de noodzakeüjkheid van een bevindelijke kennis niet verworpen wordt. Ook met betrekking tot de staatkunde vinden wij zijn invloed juist bij hen, die ons het meest nabij zijn. Het is in dat opzicht tekenend, dat de nieuw ontstane poUtieke partij aan de rechterzijde, die de reeds bestaande partijen in zich wil opnemen, zich zonder schroom op prof. van Ruler beroept. Zie R.D. van 7-5-1977.

Nu achten wij de leer van Van Ruler een groot gevaar, omdat deze theoloog een van oorsprong Barthiaanse denkwijze met de oude gereformeerde beUjdenis zocht te verenigen.

We mogen het daarom met vreugde begroeten, dat het officiële orgaan van de Gereformeerde Bond, „De Waarheidsvriend" van 18 maart, 1977. Van Ruler ook niet bijzet in het Ujstje van Hervormde vaderen. Geschreven werd: „We beseffen, dat er heel wat kritisch materiaal tegen Van Rulers ideeën is aan te dragen, die nu juist ook bepalend zijn voor het feit dat Van Ruler en de Gereformeerde Bond bij alle verwantschap toch ook uiteen gingen op beslissende momenten." Het blad voegt er dan veelbetekenend aan toe: „Maar onderscheiden oordeel is wel gewenst."

Dat onderscheiden oordeel zou ons ontbreken. In „De Wachter Sions" van 10 maart j.1. en ook daarvoor al, hebben we gewezen op het gevaar van de Barthiaanse invloed, die de Gereformeerde Gezindte, o.a. vooral via de leer van Van Ruler, bedreigt. Daarbij schreven we: ..Van Ruler is teveel Barthiaan om nog tot de gereformeerde vaderen gerekend te worden." Dat is bUjkbaar niet zo goed gevallen, want de zakelijke inhoud van het antwoord van de schrijver in ..De Waarheidsvriend" luidt:

„Moet je nu eens zien, wie ons wijst op de verkeerde invloeden in onze kringen. Die Van Ruler een Barthiaan noemt is minder dan een dwerg aan de voet van een reus. Die doet maar beter zijn mond te houden."

De schrijver verwijt ons, dat we ongenuanceerd Van Ruler een Barthiaan noemen en zegt dan, dat hij „eerder een contra-Barthiaan dan een Barthiaan was."^Het is jammer, dat dit feite- Hjk zijn enige antwoord is. Bovendien snijdt het nog geen hout ook, ja, het is zelfs onjuist. De schrijver ziet over het hoofd, dat wij Van Ruler teveel Barthiaan achten, om tot de gereformeerde vaderen gerekend te worden. In dat woordje „teveel" hebben we juist aangegeven, dat men bij deze theoloog een duidelijke verwantschap met Barth kan aantonen, zonder zijn leer ongenuanceerd met de leer van Karl Barth te vereenzelvigen. Maar we willen graag nog eens nader ingaan op de verwantschap tussen Van Ruler en Karl Barth. Gelukkig kunnen we hem daarbij zelf aan het woord laten, zodat een ieder een duidelijk beeld kan krijgen uit de eerste hand.

In het boekje „In gesprek met Van Ruler", blz. 41, vraagt prof. Kuitert hem hoe zijn verhouding is ten opzichte van Barth. Daarop ant­ woordt Van Ruler: „Ik ben begonnen als rasechte Barthiaan. In de 4e klas van het gymnasium begon ik Barth al te lezen, ik heb mijn hele studententijd doorgebracht met kritiekloos tegenover Barth te staan, zodat ik gewoon het gevoel had: dat is het. In mijn eerste gemeente heb ik ook vanuit Barth gepreekt; vandaar dat de^gemeente zei: 't is het Evangelie niet."

Toch kreeg Van Ruler in die tijd „wat aarzelingen". Die aarzelingen gingen over de betekenis van het Oude Testament, de kinderdoop, de verhouding van kerk en staat, de schepping rondom het heil en het werk van de Heilige Geest. Onder invloed van werken als van prof. de Vrijer is hij „steeds meer los van Barth gekomen."

Hij vervolgt dan: ..Hoe sta ik nu tegenover Barth ? Voor mij is Barth nog altijd het grote bergmassief, waar ik tegenop kijk. Ik ben wel eens van plan geweest om zwart op wit te zetten wat ik dan eigenlijk tegen hem heb. maar dat durf ik gewoon nog niet aan. En als u vraagt: is er niet een restant van Barthianisme. dan zeg ik: nou dat zal wel zo zijn, want ik heb zo verschrikkelijk veel van hem geleerd en kijk zo geweldig tegen hem op. Zonder enige twijfel zitten er in ieder geval in mijn oudere boeken heel wat duidelijk Barthiaanse wendingen. Ook in mijn tegenwoordige denken (Van Ruler was toen 60 jaar oud, B.) zal ik mij zonder enige twijfel nog wel telkens moeten betrappen op Barthiaanse eenzijdigheden."

Ook al zou men dus nimmer een boek van Van Ruler hebben gelezen, kan men uit dit getuigenis van Van Ruler zelf weten, hoezeer hij vanuit het Barthianisme is opgekomen en dat de invloed van de man, waar hij „verschrikkelijk veel van geleerd" heeft, zich tot in zijn ouderdom liet gelden. Dat iemand als prof. Kuitert zegt, dat hij zonder Van Ruler gewoon niet zou zijn wie hij is. moet ons tot waarschuwing zijn. ook al zag Kuitert destijds achterom, om te zien waar Van Ruler nu bleef. Van Ruler vond niet de moed om hetgeen hij tegen Barth had eens zwart op wit te zetten, maar wel zette hij zich kort voor zijn dood geweldig af tegen hen. die hij ..ultra-gereformeerd" noemt. Hij trok dit zover door, dat hij zelfs stelde in deze tijd van massa-verafgoding van de sport, dat ..wezenhjk in de heiliging is: genieten van Ajax en Feijenoord !" Het is voor ons de vraag of het wel een goed teken is, als we tenopzichte van deze theoloog nog spreken van „bij alle verwantschap."

De schrijver in „De Waarheidsvriend" stelt: Van Ruler was eerder een contra-B arthiaan dan een Barthiaan. We zullen nu niet in zijn eigen fout vervallen door te zeggen, dat hij dan toch wel weinig moet weten van hetgeen Van Ruler leerde, als hij stelt, dat hij een contra-Barthiaan was. Het woordje ..eerder" zullen we niet over het hoofd zien.

Vooral voor degenen, die graag spreken over ..theokratische politiek", of misschien wel met Van Ruler over ..theokratisch socialisme", is het niet aangenaam als op de verwantschap van Van Ruler met Karl Barth wordt gewezen. Daarom is het nodig er eens extra de nadruk op te leggen.

Bij samenwerking op kerkelijk, onderwijs- en politiek gebied of op welk ander terrein ook. blijft waakzaamheid geboden. In het politieke' vlak lopen de opvattingen van mensen, die tot de Gereformeerde Bond behoren, zeer uiteen. Van een man, die met Rome samengaat en samenwerking met de socialisten een landsbelang acht, kan men zeggen: „Hij is er toch ook één van ons", evenals van iemand, die in de voetsporen van ds. Kersten wil treden. Daar ligt een hele reeks van variaties tussen. We kunnen dus aannemen, dat er ook op het terrein van leer en leven grote verschillen te vin- 'den zijn. Zo ongemerkt zou men kunnen denken met verwanten te doen te hebben, terwijl na verloop van tijd blijkt, dat er een wereld van verschil bestaat. Laten we de verwoestende werking van de Barthiaanse denkwereld niet

onderschatten.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 juni 1977

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Van Ruler en Barth

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 juni 1977

De Wachter Sions | 8 Pagina's