Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Aardbeving in ons land

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Aardbeving in ons land

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De berichtgeving van een aardbeving in ons land heeft menigeen geschokt. Aardbevingen zijn geen zeldzaamheid in de geschiedenis, meestal vonden zij plaats ver buiten ons land, maar nu zij werd geconstateerd in ons eigen land, wekte dat de bijzondere aandacht.

Heelt deze aardbeving ons iets te zeggen in verband met de tekenen der tijden? Wij kennen toch dat woord: „En gij zult horen van oorlogen en geruchten van oorlogen en er zullen zijn hongersnoden, en pestilentiën, en aardbevingen in verscheidene plaatsen”.

Ook de aardbevingen behoren dus tot de tekenen der tijden.

Tekenen van het grote wcreldgcricht geeft de Heere in de bezielde natuur, maar ook in de onbezielde natuur.

In de bezielde natuur spreekt God door de oorlogen, de hongersnoden, en de pestilentiën. Het éne oordeel volgt het andere op de voet. Waar oorlog is, daar komt ook de honger, en waar de honger is daar komt ook de pestilentie. Openbaringen 6 spreekt in dit verband over de ruiter op het Rode paard (de oorlog) over de ruiter op het Zwarte paard (de honger) en over de ruiter op het Vale paard (de pestilentie en de dood).

Deze tekenen heeft de Heere gesteld in de bezielde wereld, in de volkerenwereld. Gaat het nu over de aardbevingen, dan denken wij aan de tekenen die God gesteld heelt ook in het rijk der natuur, in de scheppingswereld.

Dit is van betekenis omdat de mens niet van de aarde, van de natuur is los te denken. Met heel ons stoffelijk bestaan zijn wij zelfs aan de aarde verwant. God heelt de mens geformeerd uit het Stof der aarde, en wij hangen met heel onze levens-bouw met haar samen. Opgekomen uit het stof’, keren wij na het sterven weer terug tot het stof. Iemand heeft eens gezegd: „de mens is, wat zijn zichtbare verschijning aangaat, slechts een bobbel der natuur, een bobbel, die voor korten tijd uit haar vlak oprijst”.

Deze mens naar Gods beeld geschapen, wat zijn geestelijke verschijning aangaat, werd echter ook met het koningschap over de schepping bekleed. Vandaar dal de zondeval van de mens zijn invloed deed gelden ook op de schepping.

De paradijsbloei werd door doornen en distelen vervangen, en Patdus spreekt er zelfs van, dat „het ganse schepsel zucht als in barensnood zijnde”

Dit alles voorop stellende, moet het ons niet verwonderen, dat de Hccrc Zijn stem tot het gevallen mensdom wil laten horen, ook in het rijk der natuur. Ook door middel van de aardbevingen. Het gerommel in de ingewanden der aarde is als-tware het kloppen op de conscientie der mensheid, dat déze boodschap laat horen: het einde, het grote einde van de wereld komt!

De aarde waarop wij mogen leven zal immers eenmaal door het vuur van het oordeel Gods vergaan! En nu brandt dat vuur reeds in de ingewanden der aarde, hoe vreselijk zal het dan zijn, als óók het vuur des hemels, heel het mensdom zal doen ondergaan. Wij lezen daarvan in Opcnb. 16: En er geschiedden stemmen en donderslagen, en bliksemen, en er geschiedde een gróte aardbeving, hoedanige niet is geschied van dal de mensen op de aarde geweest zijn, namelijk een zo grote aardbeving, en zó groot”.

Al de aardbevingen spitsen zich dus toe op die grote laatste aardbeving, een aardbeving zó groot, dat de grote stad Babyion in drie delen gescheurd zal worden. (Openb. 18:18)

Reeds bij de wetgeving op Sinai kwamen er donderen en bliksemen, rook en vuur, maar ook lezen wij de vermelding: „en de ganse berg beefde zeer”. Ook bij de opstanding van Korach, Dathan en Abiram, moet aan een aardbeving worden gedacht. Denk voorts aan de aardbeving toen Jezus stierf, en toen Hij opstond uit de dood.

Altemaal voorbeelden, dat de natuur alstwarc meeleeft met het grote wereldgericht, dat de weg baant tot de grote verlossing van de kerk.

Zo heeft men wel gesproken over vulcanische aardbevingen, instortingsaardbevingen en over tektonische aardbevingen.

Vulkanische aardbevingen, dat zijn de aardbevingen die veroorzaakt worden door de uitbarsting van een vulkaan, een vuurspuwende berg, die grote stromen lava uitbraakt, en waardoor grote verwoestingen aangericht worden.

Instortingsaardbevingen zijn aardbevingen, die de steunpunten der aarde aantasten. De vele grotten die er zijn, ook in het zuiden van ons Limburg zijn daar de getuigen van.

De tektonische aardbevingen zijn veel ernstiger. Zij brengen beweging in heel de techniek van onze aardbodem. Innerlijk wordt de aarde alstwarc door elkander geschud, massa's stcenlagen worden omgewoeld, en het is te begrijpen dat zulk een aardbeving tot in zeer verre omtrek wordt gevoeld. Uit onze geschiedenis kennen wij, uit de eerste eeuw onzer jaartelling, de aardbeving waardoor de steden Pompeji en Herculaneum onder het puin werden bedolven. Enkele eeuwen geleden werd de stad Lissabon door een grote aardbeving verwoest, waarbij zestig duizend mensen het leven verloren. De grote aardschokken van Peru en Pakistan liggen nog vers in het geheugen, en telkens weer horen wij over aardbevingen in verscheidene plaatsen. En zo kwam ook het bericht van een aardbeving in ons kleine land.

Wat heeft de Heere hiermede te zeggen?

De Heere spreekt tot ons door Zijn Woord.

De Heere spreekt tot ons door de tekenen der tijden. De I leerc spreekt tot ons ook door de natuur! Ook de rommelende ingewanden van de aarde roepen het ons toe: Maranatha, Jezus komt!

Zullen wij opmerken? Of zullen wij ons weer verschuilen achter de opmerking dat de aardbevingen altijd zijn geweest? Dit zal dan een duidelijke vervulling zijn van het woord: „En gelijk de dagen van Noacji waren, alzo zal ook zijn de toekomst van de Zoon des mensen. Want gelijk zij waren in de dagen voor de zondvloed, etende en drinkende, trouwende en ten huwelijk uitgevende, tot de dag toe, in welke Noach in de ark ging. En bekenden het niet, totdat de zondvloed kwam en hen allen wegnam; alzo zal ook zijn de toekomst van de Zoon des mensen”.

Lere de Heere ons biddend beleven:

Houdt ons gemoed voor U bereid,

Opdat het blij Uw komst verbeid,

Daar ’t in een stil vertrouwen leeft,

Dat Gij ons onze schuld vergeeft.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 maart 1971

Bewaar het pand | 4 Pagina's

Aardbeving in ons land

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 maart 1971

Bewaar het pand | 4 Pagina's