Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Joseph Symonds

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Joseph Symonds

Onderwijzer voor verlaten zielen

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Van zijn leven is slechts weinig bekend. Zelfs de data van zijn geboorte en sterven zijn ongewis. Toch bleef de gedachtenis van Joseph Symonds lange tijd levend, door zijn boek over de Staat en genezing van een verlaten ziel. Een werk dat nog niets aan actualiteit heeft ingeboet, en dat een schat aan geestelijk onderwijs biedt.

„Deze dingen heb ik gesproken tot de treurigen te Sion, opdat zij mogen zien dat hun ongelukkige staat kan bestaan met genade. Het is meer een troost om te weten dat door de diepten heen te komen is, en dat uw geval te genezen is. Anderen hebben gewandeld op deze moeilijke weg en zijn nu in de hemel... Daarom, wordt niet verslonden door droefheid. Geef uzelf niet op als verloren.

Deze woorden vloeiden uit de pen van de dienaar van het Woord Joseph Symonds, oorspronkelijk in de Engelse taal. Hij was een van de Engelse praktikale schrijvers uit de 17e eeuw. Een geboortedatum van hem weten we niet. Een precieze sterfdatum evenmin. Wat we wèl weten, is dat de Koning van de Kerk dit leven in beslag genomen heeft om te staan in Zijn dienst.
Naar alle waarschijnlijkheid stierf Symonds in het jaar 1652. Op 17 oktober van dat jaar eindigde zijn dienstverband aan het Eton College, waar hij sinds 1647 aan verbonden was. Over zijn leven zijn slechts enkele bijzonderheden bekend. Een roman zal over hem nooit verschijnen.
In 1632 blijkt Joseph Symonds als jongeman assistent te zijn van de bekende puritein Thomas Gataker te Rotherhithe (bij Londen). Hij is ook een aantal jaren verbonden geweest aan de Engelse kerk in Rotterdam, van 1639 tot 1646. Zijn komen naar Rotterdam was net als bij vele anderen een vlucht ten gevolge van het optreden van aartsbisschop Laud. Overigens kwam het juist in 1639 tot een breuk in deze gemeente. Er was verschil van mening over het profeteren op zondag. De gemeenteleden discussieerden openlijk met de prediker over de preek. De toenmalige predikant John Ward werd vervangen door Jeremiah Burroughes en Symonds begon met Sydrach Simpson een nieuwe gemeente.

Geestelijke verlatingen
In het vervolg van dit artikel wil ik ingaan op het boek dat Symonds heeft geschreven over de geestelijke verlatingen. De oorspronkelijke titel luidt The Case and Cure of A Deserted Soul. Het is opmerkelijk dat dit onderwerp in de 17e eeuw de nodige aandacht heeft gekregen. Een vraag die zich dan opdringt, is deze: waren ze toen zo slordig in het geestelijk leven? Of juist omgekeerd: leefde men dicht bij de Heere, zodat men veel banger was Hem kwijt te raken, en lette men veel meer op het sluipende gevaar van verachtering in de genade?
Laat het overigens duidelijk zijn: het gaat ook om verlatingen die niet direct een gevolg zijn van verachtering, maar die juist bedoeld zijn ter voorkoming daarvan. Als de Heere de ziel verlaat om op deze wijze iemand door Zijn goddelijke pedagogiek te onderwijzen.
Het werk wordt genoemd in de lijst met aanbevolen literatuur voor studenten. Richard Baxter beval zijn studenten aan zich erin te verdiepen. Iemand die dit boek ook heeft opgemerkt, is de bekende dominee Jacobus Koelman (die immers vele werken van Engelse en Schotse schrijvers heeft vertaald). Reeds in zijn studententijd had hij een samenvatting ervan gemaakt (1660). In zijn definitieve uitgave van het boek, De Staat en Geneezing van een verlaten ziel (Amsterdam 1687) staat een Brief van Toe-eigening aan de geminte Sluys in Vlaanderen van niet minder dan 288 bladzijden. Dit begeleidend schrijven is later afzonderlijk herdrukt en bekend geworden onder de titel De Natuur en Gronden des Geloofs. Een echt herderlijk schrijven, evenals het boek waarin deze brief oorspronkelijk een plaats kreeg! Om daar wat van te proeven, neem ik u graag even mee naar de inhoud van het boek.

Algehele malaise
Er is geen sterkere band op deze aarde dan tussen God en de begenadigde ziel. Wel is de beleving van deze band aan God in deze bedeling onderhevig aan seizoensinvloeden. Er is eb en vloed, een komen en gaan. Het blijft echter waar: Ik zal u nooit, nooit verlaten!
Het geestelijk leven zal onderhouden worden, maar het bloeit niet altijd, omdat de levendmakende, vertroostende, rustschenkende en verkwikkende invloeden van de Geest soms worden ingehouden. De emmer wordt weliswaar niet leeggegoten, maar ook niet gevuld. Het kind is niet meer in de armen van de Vader, maar is een poosje neergezet op de grond. Met deze en dergelijke beelden typeert Symonds het geestelijk leven. Als we spreken over een verlaten ziel, dan dienen we dus te beseffen dat het niet gaat om een onderbreking van Gods liefde, maar van de uitlatingen van Zijn liefde.
Nu moet, aldus Symonds, niet alle geestelijke neergang of onderbreking in de gemeenschap met God gezien worden als geestelijke verlating. De volgende zaken wijzen daar niet noodzakelijkerwijs op: veel vrees, grote honger en dorst, het zien van meer zonden, hevige strijd tussen vlees en Geest. Juist daaruit kan blijken dat de ziel gezond is.
Bij een verlaten ziel is sprake van een algehele malaise, een dodigheid die zich verspreid heeft over de hele mens, zodat al onze geestelijke vermogens eronder lijden. Het verraderlijke van deze geestelijke ziekte is dat ogenschijnlijk alles gewoon doorgaat, terwijl de Heere Zich geleidelijk steeds meer terugtrekt. Symonds wijst daarbij op Hosea 7 vers 9: „...ook is de grauwigheid op hem verspreid, en hij merkt het niet. Het zelfonderzoek gaat ontbreken en we gaan rusten op misleidende zaken als de goedkeuring van mensen of onze eigen goedkeuring. Laodicea droomde immers ook gouden dromen!

Symptomen
In zijn boek bespreekt Symonds een aantal symptomen waaraan deze geestelijke verlating te herkennen is. Ik vat de belangrijkste samen. Hij werkt allereerst uit wat hierboven al even ter sprake kwam: de uitwendige werkzaamheden gaan gewoon door. Hij schrijft heel beeldend: „De wind van het applaus (goedkeuring) van mensen kan de zeilen van het schip vullen, maar anders zou het stil blijven liggen. Immers, innerlijk is er de dood in de pot. Er is geen hartelijk treuren meer over de zonde, evenmin als er hartelijke vreugde is in God.
Wanneer veroordeelden we onszelf voor het laatst? Hebben we smaak in Gods beloften? Verlangen we naar Christus wederkomst? Als het antwoord op die vraag ontkennend luidt, dan zijn de symptomen van de geestelijke verlating er! We zijn die we in het verbòrgene zijn.
Er zijn niet alleen symptomen wat betreft de werkzaamheden van de ziel, maar ook met betrekking tot geestelijke kennis. Er komt duisternis (oppervlakkigheid), leegheid van geest (de meditatie gaat ontbreken), krachteloze kennis (we horen wel, maar we doen niet) en ongeloof. Ook de genegenheden van onze ziel worden aangetast. „Genade heeft haar geboorteuur in het verstand, maar haar voornaamste zetel in de wil.

Oorzaken
Drie mogelijke oorzaken van geestelijke verlating worden besproken. Allereerst twee die liggen op het terrein van de goddelijke opvoedkunde. Het gevoel van geestelijke verlating kan God gebruiken om Zijn kinderen te onderwijzen. Een treffend voorbeeld daarvan lezen we in 2 Kronieken 32 vers 31: „...verliet hem God, om hem te verzoeken, om te weten al wat in zijn hart was. Wat er in Hizkias hart was, wist de Heere. Maar de Heere wilde ook dat Hizkia daar iets van zou leren zien. „Een mens voelt zich niet zo slecht als hij is, wanneer hij een overvloed aan geestelijke genade geniet. „Leeuwen slapen als de zon schijnt, maar als de duisternis haar intrede doet, loeren ze op hun prooi.

We moeten niet alleen leren hoe groot onze zonde en ellende zijn, maar ook hoe zwak en leeg we in onszelf zijn. „Het kind dat gedragen wordt, kan zich heel groot voelen in vaders armen, maar als het op de grond neergezet wordt, is het heel nietig en zwak, zeker als een dreigend gevaar op hem af komt.
Een andere reden waarom de Heere de ziel kan verlaten, is ter correctie van geestelijke zelfgenoegzaamheid, zorgeloosheid of geestelijke trots. Bij dat laatste gaat Symonds ook in op de correctie die nodig is, als we de leiding van de Heere in ons leven niet meer billijken. Als wij menen het beter te weten dan de Heere. Of komt dat niet meer voor?
Daarnaast kan de verlaten ziel het gevolg zijn van een slordig leven van Gods kinderen. Symonds wijst erop dat de volgende zaken van levensbelang zijn, als we willen voorkomen dat de Heere zich door onze schuld terugtrekt. Acht Gods bezoeken hoog, en hoedt u voor de akelige zonde van de gewenning. Vervul uw plichten, maak ijverig gebruik van de middelen der genade, en hoedt u voor de zonde van een slordige omgang met het Woord en het verachten van de sacramenten. Wandel in de liefde en wees bang om God kwijt te raken. Hoedt u voor de zonde van eigenliefde, het bedroeven van de Geest, de zonde van lauwheid. Bidt zonder ophouden, anders komt u in ademnood.

Oogmerken
Verderop in het boek bespreekt Symonds met welk doel de Heere de ziel verlaat. Enkele daarvan wil ik graag puntsgewijs noemen. God maakt op deze manier onderscheid tussen hemel en aarde. Niet de aard van de troost is op aarde anders dan in de hemel, maar de intensiteit en de continuïteit. De verlating van de ziel is in de tweede plaats tot een oordeel voor de wereld. De Heere verbergt de genade die Hij aan Zijn kinderen bewijst onder vele zwakheden, zodat de wereld niet meteen ziet welke voorrechten een kind van God heeft.
Een derde doel van geestelijke verlating in het leven van Gods kinderen is hen te bevestigen in een rijkere, vollere troost. Aanvechtingen in de nacht leiden tot de morgen van nieuwe genade. Een vierde doel is te tonen dat Hij de God van alle vertroosting is. Hij maakt dorstig om te bevochtigen.
In de vijfde plaats dringt de geestelijke verlating ertoe om de genade van God meer en meer te leren hoogachten. In de zesde plaats is ze er om anderen te kunnen onderwijzen. Soms maakt ze iemand ook geschikt voor een bijzonder werk waartoe de Heere roept.

Herstel
Uiteindelijk drijft de geestelijke verlating tot Christus. Herstel is noodzakelijk, herstel is mogelijk. Beween uw verlies, maar richt u vooral op Hem, aldus Symonds. „Zit niet als Hagar in de woestijn, terwijl de bron vlakbij is. Zie af van al wat van u is. „U zit ijverig te zoeken naar steunpilaren in u, om op te hopen, en zo ondergaat u veel pijn om uw eigen vrezen te beantwoorden. Maar de enige weg om de zaak helder te krijgen, is tot Christus te gaan. Blijf niet zozeer staan bij het onderzoek of u wel hebt geloofd in de waarheid of niet. Wijs alle twijfel de deur door nú te geloven. De deur is open, treed binnen en leef! Het is voor u gemakkelijker een nieuw huis te bouwen als een werkplaats van troost door Christus aan te grijpen, dan uw oude woning te repareren...
Daarom, „blijf aan de deur van Gods genade liggen.
Want, zo weet Symonds vanuit de Schrift en de ervaring heeft het bewezen: zó komen Gods heiligen het paradijs van de goddelijke vertroostingen binnen. Er is geen zweem van activisme in deze woorden, maar er is sprake van een ingespannen verwachten. Immers: „Hij zal gewisselijk komen!


Tijdgenoten
James Guthrie (1612-1661)
Oliver Cromwell
Jacobus Koelman (1633-1695)
Hugo de Groot (1583-1645)
Samuel Rutherford (1600-1661)


Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 28 juli 2004

Terdege | 84 Pagina's

Joseph Symonds

Bekijk de hele uitgave van woensdag 28 juli 2004

Terdege | 84 Pagina's