Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Dassenburcht is een keurig ingerichte woning met buiten speciale toiletputjes

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dassenburcht is een keurig ingerichte woning met buiten speciale toiletputjes

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dassen zijn bepaald geen opvallende dieren en er zullen maar zeer weinig lezers zijn die er ooit een in het wild gezien hebben. Ze hebben wel een opvallende levenswijze. Ze wonen in een burcht, een compleet woonhuis met gangen en kamers. Een toilet hebben ze binnen niet. Ze doen hun behoefte echter wel keurig ne^es in speciaal daarvoor gegraven toiletputjes ergens in het bos. Volg het spoor en ga mee op bezoek bij de familie das.

De prikkelende geur van herfstblad hangt tussen het eikehakhout. De oktoberzon heeft vrije toegang, speelt met de kleuren van het stervend blad, koestert nog heerlijk warm in de beschutting van het kreupelbos. Een smal wildpaadje, een,, wissel", twee tot drie decimeter breed, kronkelt erdoor. Ik moet scherp opletten om het te kunnen volgen, want pasgevallen blad maakt het moeilijk zichtbaar. Het voert langs een verse wroetkuil van een wild varken, langs eikestronken, tegen een heuvel op. Het enige geluid komt van een vlaamse gaai die rauw verkondigt dat er iemand in zijn domein komt. Na tweehonderd meter verspert een wildraster mij de weg. Daarachter ligt een maisakker bij de schaapskooi, beveiligd tegen het grofwild dat in het Staatswildreservaat leeft. Overdag is bij een dassenburcht weinig te zien. Maar op de hoek, onder het raster door, steekt een stuk plastic buis, ongeveer dertig centimeter in doorsnee. De dassen, van wie ik de looproute naar hun fourageergebied volg, kunnen er onderdoor. Daar is hun pad duidelijk en platgetreden. Elke nacht komen ze naar de zoete voedselvoorraad en wat daar meer aan eetbare waar is te vinden. Waar komen ze vandaan?

De burcht
Opnieuw volg ik het dassenpaadje, nu in de andere richting, waar de dieren 's avonds laat vandaan komen. Door eikebos, sporkenopslag, oud dennenbos vol bosbessen, onder takken door, strak langs stammen, over of onder gevallen bomen door, waar de leemsporen van pootjes duidelijk op staan. Verder, steeds verder, over gras en tussen bosbessen goed zichtbaar, over zandpaden of droog blad nauwelijks te volgen. Tot aan de rand van de hei. Daar gaat het tussen de hoge struikhei door, als een overhuifde tunnel, meer dan een kilometer ver, almaar slingerend naar de andere bosrand. Schuin gaat het een brede laan over, door een bijna ondoordringbare aanplant van jonge dennen, verder, verder, het rustgebied in. . . Het spoor leidt naar een heuvel met dennen. Het is een watlemige plaats, met grote hopen uitgegraven zand voor enkele holen, opvallend platgelopen door de dieren; een dassenburcht. Die naam is goed gekozen want het onderaardse verblijf van deze nachtdieren is een echt bolwerk met veel gangen en kamers waarin de dassen, meestal een gezelschap in familieverband, de dag doorbrengen. Tijdens het volgen van dassenwissels en bij bezoek aan burchten overdag heb ik nooit een das gezien. Er zullen weinig lezers zijn die zo' n dier in het wiU hebben geobserveerd. Heel begrijpelijk. Ik zwerf vaak, ook op plaatsen waar dassen huizen, zie allerlei tekenen van hun aanwezigheid, maar heb toch slechts een enkele maal een das gezien, 's morgens vroeg, als de dieren op weg zijn naar hun burcht. Om dassen te bestuderen moetje laat bij de burchten zijn, halve nachten doorbrengen en veel geduld hebben. Zoals Hans Vink dat bijna fanatiek doet en daardoor mij al eerder informatie en voor dit verhaal de dia's leverde.

Zindelijke dieren

Een nieuwe burcht begint meteen gang en kamer waarin een enkel dier huist. Tot een partner voor uitbreiding zorgt. Dus komt er een kraamkamer bij. Die wordt wat hoger uitgegraven dan de gang om te voorkomen dat er eventueel regenwater in zou stromen. Het graafwerk gaat steeds door en de burcht neemt in omvang toe. Dassen wonen er generaties lang in. Er zijn zelfs burchten van eeuwen oud. Dassen hebben door deze gewoonte een plaats nodig waar ze ongestoord kunnen leven en wonen. Doordat ze op dezelfde plaats willen blijven wonen, zijn ze kwetsbaarder dan dieren die bij verstoring een andere plaats zoeken. Hoe ouder een burcht is, hoe meer gangen en kamers erin zijn, hoewel dat niet altijd betekent dat er veel dieren in huizen. Zo'n burcht wordt zeer schoon gehouden; dassen doen hun behoefte netjes buiten in kleine zelfgegraven kuiltjes, toiletputjes. Langs de wissel die ik volgde vond ik van die poepkuiltjes halfweg in dicht bos. Bij de burchten zijn er veel te vinden. Ze worden geregeld gebruikt en niet afgedekt met zand. Ook binnen houden de dieren het schoon. In de ,,woonkamers" wordteen droog en warm leger gespreid van mos, gras, varens, of ander plantenmateriaal dat bij de burcht groeit. De uiterst zindelijke dieren houden de kamers schoon, verversen zo nodig het materiaal en zijn ook op hun lichaam zindelijk. Ze pluizen hun pels dagelijks als ze hun burcht verlaten.

Familieverband
Dassen leven in gezellige groepjes bestaande uit een mannetje en vrouwfle, enkele overjarige jongen en de jongen van hetzelfde jaar. Vaak een groep van zeven tot negen dieren, want gemiddeld komen er drie jongen per keer bij. Die worden aan het eind van de winter geboren en drie maanden gezoogd. Zolang komen ze de burcht niet uit. De draagtijd van de moederdas is bijna eenjaar, maar de ontwikkelingvan het jonge dier in het moederiichaam niet. Er vindt vertraagde inplantatie plaats van de bevruchte eicel, soms wel acht maanden na de paartijd. De tijdsduur ervan varieert. De das kan niet zo best zien, wat niet hinderiijk is voor zijn nachtelijk leven. Zijn reukzin is zeer goed en het gehoor ook; op het eerste vertrouwt het dier vooral en daarmee wordt gevaar tijdig gesignaleerd. De wissels die in het leefgebied worden gemaakt, markeert de das met een sterke geur uit zijn muskusklieren. Die wissels zijn daardoor, evenals door toiletputjes en alleriei obstakels, voor de dieren goed herkenbaar.

Vast menu
Het eerste gedeelte van mijn herfstwandeling langs het ,,dassenpaadje" bracht mij bij een maisakker. In de herfst trekken de dassen daar graag naartoe, kilometers ver. Die akker ligt in het wildreservaat en is bewust toegankelijk gemaakt voor dassen. Er zijn verscheidene buizen onder het wildraster aangebracht. Dassen zijn in het Staatswildreservaat uitgezet en hebben zich daar definitief gevestigd. Ze genieten bescherming en verzorging. Op de voerplaatsen voor het grofwild en op wildakkers worden ze geregeld gezien. Het hoofdvoedsel van dassen bestaat uit regenwormen. Als het lang droog is gaan die diep de grond in; dan eten dassen allerlei insekten, ook wel vogels en kleine zoogdieren. Zij jagen er echter niet op, maar treffen ze tijdens hun voedseltochten aan en vangen ze als er geen ander geschikt voedsel te vinden is. Fruit, graan en eikels lusten ze ook. Last of schade berokkenen de dieren nauwelijks en waar dat het geval is wordt het door het Jachtfonds vergoed. Ook zijn er afdoende middelen om de dieren bij cultuurland weg te houden. Men gebruikt daarvoor stinkende stoffen. Een daarin gedrenkt touw, om een mais- of graanveld gespannen, passeren de dassen niet. Kraakheldere dieren, vindt u niet? Ook zijn het lekkerbekken. Wanneer ze een hommelnest vinden eten ze alles op: larven, hommels, honingen raten. Uit wespennesten halen ze de lekkere vette larven. . .

Bedreiging
Er zijn niet veel dassen meer in ons land. Jammer, maar verklaarbaar. De vereiste ruimte en rust voor hen wordt schaars. Door hun vaste wissels zijn ze kwetsbaar. Hun voedseltochten maken ze jarenlang langs dezelfde paden. Wanneer een nieuwe autoweg zo'n vast pad kruist is dat funest. De ervaring en mening van de dassenkenner Hans Vink is dan ook:,, Het verkeer wordt als mortaliteitsfactor steeds belangrijker". Helaas . . . het is waar. Er komt steeds meer gemotoriseerd verkeer en wij doen er allen aan mee. Ook degenen die zich inzetten voor het behoud van flora en fauna! Dus alles maar op z'n beloop laten? Dat niet. Er wordt veel gedaan om de das voor onze fauna te behouden. Onder veel autowegen zijn daarvoor dassentunnels gebouwd. Bekend is de aanleg van wildviaducten over de in aanleg zijnde ASO Apeldoorn-Arnhem. Eronder worden ook dassentunnels aangebracht. Men hoopt dat de dieren ze zullen gaan gebruiken. Toch blijft het nachtelijk autoverkeer de grootste bedreiging. Stroperij uit puur winstbejag doet ook veel dassen de das om. Opgezet is het dode dier veel geld waard. En nog merkwaardiger: dassenvet wordt schreeuwend duur verkocht. Vanuit Duitsland is er vraag naar, als geneesmiddel tegen rheuma, longaandoeningen en nog veel meer. De geneeskracht wordt overigens betwijfeld. Onweidelijke jacht noemt Hans Vink ook. Die zal er zijn, doch als uitzondering. Antonisse schreef in zijn,,De jachtin Nederland": ,,ln het jachtveld doet de das weinig kwaad. . . " en:,,Dassen zijn dermate zeldzaam en interessant dat zij onze volledige bescherming verdienen". Alle factoren bij elkaar maken het voor de das toch steeds moeilijker zich in ons land te handhaven.

Duidelijk aanwezig
Het hele jaar door zie ik dassenprenten langs de bosranden op zandige paden. Heel duidelijk na regenbuien als de voetsporen scherp worden ingedrukt. De das is een zoolganger, drukt zijn hele voet af. De nagels van zijn voorvoet zijn lang en kunnen niet worden ingetrokken, worden dus ook afgedrukt. Daardoor is de prent van een das goed herkenbaar, hoewel je die wel moet leren onderscheiden. Op vroege tochten heb ik soms een toevallige ontmoeting met een das en slechts heel vluchtig. Ik moet me tevreden stellen met de tekenen van hun aanwezigheid; prenten, wissels, toiletputjes. De enkele burchten die ik vond, bezocht ik daarna niet meer; er is overdag toch niets te zien en hoe meer rust in hun leefgebied, des te beter is het.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 27 november 1985

Terdege | 64 Pagina's

Dassenburcht is een keurig ingerichte woning met buiten speciale toiletputjes

Bekijk de hele uitgave van woensdag 27 november 1985

Terdege | 64 Pagina's