Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

MEFIBOSETH

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MEFIBOSETH

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

(2 SAM. 9)

Mefiboseth moest het horen, Dat de strijd weer was verloren. Dat de brute Filistijn, Overwinnaar bleek te zijn. Hij, Saul's zoon in zijne dagen, Was met kreupelheid geslagen. Een gevolg nog van zijn val, 't Geen hij nóóit ontgroeien zal.

Ginds in Lodebar '(geen weiden) Leefde alsnog toentertijd, Mefiboseth, Sauls zoon. Nu zat David op de troon. Want de Heere is souverein Jesse's zoon zal heerser zijn. Isrels koning ging nu vragen, Of er ook in deze dagen, Iemand leeft van Sauls geslacht, Omdat David hier gedacht, Aan 't verbond met Jonathan, 't Welk hij niet verbreken kan.

Isrels koning hoort alsdan Dat een zoon van Jonathan, Ginds nog als een balling leefde, En voor Davids wraakzwaard beefde. Toen liet hij ook zonder dralen, Kreupele Mefiboseth halen, Die zich als een dode hond, Gans en al onwaardig vond, Om 't paleis nu te betreden, Hij wist niets van het verleden, Van geen vastgestaafd verbond, Hij was slechts een dode hond. Zeer verachtelijk en onrein, Moest hij dan bij David zijn?

„Vrees niet, Mefiboseth, want Ik doe hier mijn woord gestand 'k Doe bij U weldadigheid, Er genaakt een betere tijd. Ja, ge krijgt weer al het land Nu terug uit mijne hand. Gij moet aan mijn tafel eten.

Mefiboseth ongeweten, Wordt ge weer in eer hersteld. Neen, geen vonnis wordt geveld! Schoon g' U als een dode hond, Dan in eigen oog bevondt, Gij zult Davids vriend óók wezen, Zo Uw vader was voor dezen. Enkel, enkel en alleen, Door 't verbond in het verleen."

Mefiboseth waar ge woont, Weet dat g' overeenkomst toont, Met elk schepsel na de val Levend in een tranendal, 't Schepsel heeft zichzelf verstoten, Hij die 't goede had genoten. Stortte van een top van eer, In de diepst' ellende neer. 't Schepsel, kreupel door de val, Is onmachtig, bovenal Is onwillig om te gaan, Op de aangewezen paan.

't Is alleen door Christus dat God nog weer gemeenschap had Met gevallen Adams kinderen, Neen, geen Satan zal 't verhinderen, Dat op grond van het Verbond, Men de Middelaar bezig vond, Met te pleiten voor Zijn kerk, 't Rust in Zijn volbrachte werk, Dat Hij zulke dode honden, Opzoekt en hen heeft gevonden. Kreupele Mefiboseth's mogen —• 't Is een wonder in hun ogen — Zitten aan des Konings dis, Waar de Koning alles is. Daarom klinkt het uit één mond: „Dat aan mij zo'n dode hond! Niets in ons 't is al uit Hem, Zo gaan we naar Jeruzalem. Daarvan is Gods vreêverbond Enkel en alleen de grond."

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 december 1954

Daniel | 8 Pagina's

MEFIBOSETH

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 december 1954

Daniel | 8 Pagina's