Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ambten en gaven in de gemeente (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ambten en gaven in de gemeente (I)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

KERKELIJK LEVEN

ezinning op de verhouding tussen ambt en charismata, dat wil zeggen: de gaven die de HeiUge Geest in het midden van de christeüjke gemeente aan broeders en zusters, aan jong en oud uitdeelt, is uiterst actueel. Vanuit de toenemende aandacht voor gemeente-opbouw wordt indringend gevraagd naar de optimale ruimte en inzet van de gaven. De „gaventest" wordt in allerlei vormen steeds meer populair. Voor vele meelevende gemeenteleden gaat er een bijzondere aantrekkingskracht uit van evangeUsche gemeenten waar de aandacht voor de charismata veel intenser is dan over het algemeen binnen de gevestigde kerken het geval is. Het „evangehsch werkverband" binnen de „Samen op Weg-kerken" wil een voortrekkersrol vervullen bij het intensiveren van de aandacht voor de charismata. Tegehjkertijd staat het traditionele ambt behoorüjk op de tocht. Onze tijd is wars van een formele gezagsopvatting en vereist platte organisatiestructuren en talentenontwikkeUng. Er verschijnt gelukkig verantwoorde Utteratuur over deze materie. Graag wijs ik u op een boek van de in Zuid- Afrika werkzame prof. dr. L. Floor, De gaven van de Heilige Geest in bijbels-theobgischperspectief, Heerenveen 1999- In de hjn van ondermeer dat boek wil ik een bescheiden bijdrage bieden tot de voortgaande bezinning op de verhouding tussen ambt en charisma bij de opbouw van de gemeente van Christus en breder nog, bij het werk in het koninkrijk van God. Ik moge daarbij ook verwijzen naar het hoofdstuk „Ambten en gaven in de gemeente" in mijn pubhcatie Gemeentezijn - dat houdt wat in, Zoetermeer 1999- Ik ga in het vervolg uit van een vijftal Stelhngen en geef daarbij enige toeUchting.

/. De gemeente van Christus is een geestelijk mondige, rijk begaafde gemeente en dient dan ook alle ruimte te krijgen om zich als zodanig te ontplooien.

IL Terecht worden er binnen de gemeente bepaalde leidinggevende diensten onderscheiden die traditioneel „ambten" worden genoemd en die de roeping hebben om vanuit een „relatief tegenover" de gemeente in het rechte spoor te houden.

UI. Ambt en charisma moeten niet in een concurrentiepositie tegenover elkaar worden gesteld, maar elk op eigen wijze worden ingezet binnen kerk en koninkrijk Gods.

IV. Creatief moet worden gezocht naar mogelijkheden om de inzet en ontplooiing van de charismata in de volle breedte van de gemeente en het koninkrijk Gods te bevorderen.

V. Categorieën gemeenteleden die nu over bet algemeen nog te weinig aan bod komen, zoals vrouwen, jongeren etcetera, dienen de gelegenbeid te ontvangen om een inhaalmanoeuvre te maken.

De mondige bruid

Als bruid is de gemeente van Christus geen „kindvrouwtje". Dat wil zeggen: zij is geestelijk mondig, ze behoeft niet als een klein meisje aan de hand te worden meegenomen, maar heeft gaven ontvangen om zich als bruid te kunnen presenteren aan de zijde van haar Bruidegom. Is deze visie op de mondige gemeente gemeengoed in het gereformeerd protestantisme? Dat valt ernstig te betwijfelen. Er is reeds bij herhahng op gewezen dat veel gemeenten nog te veel het „gondel-model" of „passagiersschip-model" vertonen. In een gondel is er één persoon die de boot vaart en stuur geeft, terwijl de overigen zich laten varen. Zo zouden in de gemeente ambtsdragers, en in het bijzonder de predikant (en), verantwoordeüjkheid dragen en actief zijn om het bootje gaande te houden, terwijl de goegemeente achterover leunt: zij laat zich „geestelijk verzorgen". Daartegenover stelt Floor het model van het oorlogsschip: ieder heeft een taak of hij nu bevelvoerder, stoker, matroos of kanonnier is. Dat beeld is wel wat erg mihtant, maar past toch wel bij „de strijdende kerk". Ten overvloede nog een ander beeld: gemeenteleden nemen nogal eens de rol aan van treinpassagiers die zich comfortabel laten vervoeren. Zij hebben betaald voor het treinkaartje (kerkehjke bijdrage) en verwachten dat van tijd tot tijd iemand van de catering langskomt om hen van het nodige te voorzien (pastoraal bezoek). Zo zijn de gemeenteleden tot passagiers geworden en de ambtsdragers tot conducteurs en verzorgers. Het gemak dient de mens, maar intussen heeft de gemeente zo de geestehjke mondigheid ingeleverd! De enige ma­ nier waarop die mondigheid nog tot uiting komt is in het leveren van ongezouten kritiek op ambtsdragers, en dan weer met name de dominees, die niet hard genoeg zouden lopen in de geestehjke verzorging van de gemeenteleden! De - veelal door eigen schuld - gefrustreerde mondigheid wordt dan op ongeesteUjke wijze beleefd. Dit alles gaat ongetwijfeld ten koste van een vruchtbaar gemeenteleven.

Gemeente-opbouw

Bijbels gezien dient dit fundamenteel anders te zijn: ambtsdragers zijn zeker niet in de eerste plaats als geestelijk verzorgers bedoeld. Ze geven leiding en stimulansen aan de velerlei activiteiten van de gemeenteleden. Over het algemeen zijn zowel kerkenraden als gemeenteleden er nog te weinig van doordrongen dat de gemeente charismatisch begaafd is. Dat inzicht vraagt om intense aandacht voor gemeente-opbouw, voor het in kaart brengen van aanwezige gaven en voor het scheppen van voldoende ruimte tot ontplooiing daarvan door zowel vrouwen als mannen. Zo kunnen jongeren en ouderen in alle verscheidenheid met de hun geschonken gaven actief zijn, zowel in allerlei bijzondere bedieningen als in het ambt aller gelovigen. De kerkenraad is geroepen zoveel mogehjk de mondige gemeente de ruimte te geven om voluit gemeente te zijn en zoveel mogehjk jongeren en ouderen actief te betrekken bij het werk dat er in en vanuit de gemeente gebeurt. Een kerkenraad die de gemeente op een zijspoor wil rangeren en monddood maken om het alleen voor het zeggen te hebben, maakt zich schuldig aan machtsmisbruik en gemeente-afbraak in plaats van gemeente-opbouw. Dat zijn harde woorden, maar vanuft de nieuw-testamentische gegevens kan er niet anders geoordeeld worden.

Veenendaal

J. Hoek

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 februari 2000

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Ambten en gaven in de gemeente (I)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 februari 2000

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's