Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jakobsladder

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jakobsladder

Zichtbare prediking in de morgen der opstanding

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

...zij hebben hun lange klederen gewassen en hebben hun lange klederen wit gemaakt in het bloed des Lams (Openb. 7:14) En haar is gegeven dat zij bekleed worde met rein en blinkend fijn lijnwaad; want dit fijn lijnwaad zijn de rechtvaardigmakingen der heiligen. (Openb. 19:8)

Rechtvaardigmaking
Het wit lang kleed waarmee de engelen bekleed waren, zal gedragen worden door de verkoren, gekochte, verloste en verheerlijkte gemeente des Heeren. Johannes op Patmos zag in een gezicht een grote schare, die niemand tellen kon, staande voor de troon en voor het Lam, bekleed zijnde met lange witte klederen (Openb. 7:9).

Die lang witte klederen -letterlijk: stola’s- zien op de gerechtigheid die Christus voor hen verworven heeft en die hen geschonken en toegerekend is (HC., zondag 23). Daarvan schreef de apostel Paulus aan de Romeinen: ‘Welke overgeleverd is om onze zonden en opgewekt om onze rechtvaardigmaking’ (Rom. 4:25). Krachtens Adams bondsbreuk waren zij met heel de wereld verdoemelijk voor God. Hun klederen waren niet wit, maar zwart van zonde en rood van schuld. Maar soevereine genade kwam tussenbeide en Gods Geest onderwees hen en twistte met hen, zodat zij hongerden en dorsten naar dé gerechtigheid: ‘Ontzondig mij met hysop, en ik zal rein zijn; was mij, en ik zal witter zijn dan sneeuw’ (Ps. 51:9). O, op aarde was er onderscheid in de mate van toepassing. Er waren zuigelingen, jongelingen en vaders in Christus. Hoe bekrompen en bestreden gingen velen hun weg. Maar Johannes zag de verloste schare in heerlijkheid, delend in de volle toepassing: bekleed met de mantel der gerechtigheid. Want, zo werd Johannes verklaard, zij hebben hun lange klederen gewassen -gespoelden hebben hun lange klederen wit gemaakt in het bloed des Lams (Openb. 7:14). Gods kerk in Immanuëlsgewaad. Hun gerechtigheid is uit God!

Heiligmaking
Op de bruiloft van het Lam is de bruidsgemeente bekleed met een rein en blinkend fijn lijnwaad, dat genoemd wordt: de rechtvaardigmakingen der heiligen (Openb. 19:8). Waarom wordt hier gesproken in het meervoud, over rechtvaardigmakingen? Omdat Christus’ bruid verlost is van alle zondeschuld en zondesmet. Door de geschonken en toegerekende gerechtigheid en heiligheid van Christus is zij volmaakt voor God. Zo volkomen, als had zij nooit zonde gehad noch gedaan, ja, als had zij zelf al de gehoorzaamheid volbracht die Christus voor haar volbracht heeft. Rechtvaardigmaking en heiligmaking zijn onafscheidelijk en allernauwst aan elkaar verbonden. Daarom wordt gesproken over één gewaad: het reine en blinkende fijn lijnwaad (zie Openb. 19:8, noot 17).

Het kleed dat de engelen droegen in de morgen der opstanding zal door de verloste heiligen eeuwig gedragen worden. O, wat een zaak is dit! Geheel verdorven was hun natuur, de onzalige bron van hun gevallen bestaan kon alleen maar zondigen. Maar door de Heilige Geest werden zij opgewekt uit de geestelijke dood en tot lidmaten van Christus geheiligd. Daarna volgde de almaar doorgaande weg van waarachtige bekering: het afsterven van de oude mens en de opstanding van de nieuwe mens. Het met Christus begraven wórden in Zijn dood, en met Hem opstaan in een nieuw leven. Zeker, zij begeerden in een godzalig, onstraffelijk leven te wandelen, maar zelfs de allerheiligsten hadden slechts een klein beginsel van de ware gehoorzaamheid. Maar ze waren zo onbekwaam tot enig goed, dat ze smeekten: Och, schonkt Gij mij de hulp van Uwen Geest! Zo ziek van hun zondige aard, dat ze uitriepen: Ach, dat er leven in mij rees! Biddende: Wil ons, arme zondaren, al onze misdaden, en ook de boosheid, die ons altijd aanhangt, om des bloeds van Christus wil niet toerekenen. Hoe dat afliep? Na de laatste strompelingen op de smalle weg kwam voor Lazarus de doorgang tot het eeuwige leven. Zijn zwerenkleed liet hij achter, de bedelaar was niet meer, maar Lazarus was onbevlekt onder de gemeente der uitverkorenen gesteld. Bekleed met het rein en blinkend fijn lijnwaad der heiligen. Zalig zijn de armen van geest, want hunner is het Koninkrijk der hemelen.

Eerste verkondigers van het Evangelie
Het wit lang kleed van de engelen in de hof van Jozef van Arimathea predikt de priesterlijke en koninklijke heerlijkheid van Christus, Zijn volk ten goede. De opgestane Heere is Middelaar van verwerving én toepassing; hetgeen de Zijnen in Hem hebben, zal Hij ook elk in het bijzonder deelachtig maken door Woord en Geest. Enkele bewijzen van Zijn profetische heerlijkheid gaf Hij door de dienst van Zijn engelen. Zij werden gezonden ter voorbereiding van Jezus’ verschijning.

Verhoogt, verhoogt voor Hem de baan;
Laat al wat leeft Hem eren!

De rouwdragende vrouwen die geestelijkerwijs in het zwart gaan, zullen door heil verheven worden. Wat door het hele voorkomen van de engelen zichtbaar wordt gepredikt, zal hen hoorbaar verkondigd worden. In het lege graf! O, waar lezen we ooit voor deze tijd dat er engelen in een graf waren? Maar sedert Christus in dit graf is geweest, is deze plaats zelfs een gelukzalige plaats. Geen schuld, geen dood en verderf is er overgebleven. Hemels licht verdrijft alle duisternis. Dit graf is een preekstoel van engelen. Jezus leeft, en gij zult leven! Vrede zij ulieden! Engelen en kinderen van God in het lege graf, waar het Evangelie des vredes klinkt. ‘Hier zien wij gemeenschap tussen doemwaardige, maar uitverkoren schepselen op aarde, en heilige, nooit gevallen, uitverkoren schepselen uit de hemel. Ziet gij hier deze gemeenschap tussen mensen en engelen niet als een schaduw van wat het eenmaal in de hemel wezen zal, volk? O, wat zal er straks na de jongste dag een gemeenschap zijn, nadat Hij alles tot één vergaderd zal hebben’ (ds. J. Fraanje, ”Tweede zestal predikatiën”, blz. 41).

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 mei 2011

De Saambinder | 16 Pagina's

Jakobsladder

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 mei 2011

De Saambinder | 16 Pagina's