Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Op surveillance

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Op surveillance

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vol verwachting klopt mijn , hart als ik aanbel bij tante Antje. Vanmorgen vroeg ze of ik langs wilde komen. Ze heeft nog wapentuig van de buurman waar ze van af wil. Luttele minuten later krijg ik twee flinke jachtgeweren met bijbehorende munitie in mijn handen gedrukt. De buurman is pas verhuisd en de geweren staan nog steeds bij Antje. Ik frons mijn wenkbrauwen. De buurman weg en de geweren bij de buurvrouw? „Tja, je zal wel denken: Hoe zit dat?", raadt Antje mijn gedachten „Ik was met die vent 22 jaar getrouwd; als je tijd hebt, zal ik je het verhaal wel even vertellen." Onder het genot van „een bakkie koffie" vertelt Antje haar verhaal. 22 jaar geleden getrouwd met Gerrit. „Heus een goeie kerel, agent, maar ik ben nogal ziekelijk, moet u weten. Ik heb eigenlijk de laatste jaren altijd wat. Kijk, dat is voor een man ook niet altijd leuk. Ik ben blij dat ik er nog ben want drie maanden geleden kreeg ik in het ziekenhuis een hartstilstand. Ze hebben me d'r weer bovenop gekregen. En mijn Gerrit kwam me elke dag opzoeken, dat deed-tie trouw, hoor! Maar op een dag kwam-tie niet op tijd op het bezoekuur. Ik dacht nog: wat vreemd, maar opeens was-tie d'r. Helemaal wit om z'n neus. Ik zeg: „Joh, wat is er met jou gebeurd?" Zegt-tie: „Piet is gestorven." Piet is onze buurman, daar wonen we al zo'n 15 jaar naast. Dus u begrijpt, ik schrik ook. Blijkt dat Piet vlak bij huis zomaar op straat is gevallen en overleden. Mijn Gerrit is met Marie de buurvrouw naar hetzelfde ziekenhuis gekomen als waar ik lag. Moet je je voorstellen, agent: ik ga nota bene met m'n infuus en hele ratteplan aan me lichaam naar benejen in dat ziekenhuis. En we hebben daar met z'n drieën een potje zitten janken. Na drie weken kom ik uit het ziekenhuis. Ik was natuurlijk niks waard. Zitten we 's avonds aan de koffie -Gerrit heb nog een gebakje gehaald- zeg ik tegen Gerrit: Hoe is het nu met Marie? Zegt-tie: „Heel goed". Ik zeg tegen Gerrit: „Moet ze niet effen een poosje bij ons komen?" Zegt Gerrit: „Ik ga wel even naar haar toe." Een halfuurtje later komt hij terug en zegt-ie tegen mij: „Ik moet je nog wat vertellen: ik ga bij Marie wonen." Ik lachte er eerst nog om, maar mijnheer gaat z'n koffer pakken en gaat naar de buurvouw. Ik heb hem nog twee keer binnen gehad omdat hij z'n spullen kwam halen. Vorige week zijn ze verhuisd. Agent, ken u nou begrijpen dat ik liever had gehad dat ze in het ziekenhuis wat minder op me gelet hadden? Dan had ik dit niet hoeven mee te maken. Maar dat loeder heb z'n geweren hier nog laten staan. Hij heb geen vergunning; geef hem maar een vette prent. Dag agent."

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 5 augustus 1998

Terdege | 72 Pagina's

Op surveillance

Bekijk de hele uitgave van woensdag 5 augustus 1998

Terdege | 72 Pagina's