Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gedachten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gedachten

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Moeten wij, nadat God Christus van de dooden heeft opgewekt, het nog langer bij onszelven zoeken, of moeten wij de dingen zoeken, die boven zijn, waar Christus is, aan de Rechterhand Gods? Dat is eene hoogst gewichtige vraag. Wie bij zichzelven en bij het vleesch zoekt, die vindt overal dood en wederom dood. Wie daarentegen de dingen zoekt, die boven zijn, die vindt, te midden van zijnen dood, leven van den Heere, en heeft er welgevallen aan.


De dingen, die boven zijn, zijn gerechtigheid, vrede, vreugdein den Heiligen Geest; wie die zoekt, die vindt ook vruchten der gerechtigheid, welke door Jesus Christus zijn, en wordt daarmede ook vervuld. Wat de mensch bij zichzelven zoekt, laat hem ten laatste ledig, troost- en geesteloos. De dingen, die boven zijn, bekleeden den mensch en staan het geloof ten dienste, en dat zooveel te meer, naarmate men zich meer ontledigd gevoelt.


Wij hebben van de opstanding onzes Heeren veel gehoord en veel gelezen in liet Woord. Deze opstanding echter heeft eene macht van eeuwig leven en van alle vruchten der gerechtigheid in zich. Moet zich deze macht bij ons niet openbaren? Al zij zich bij ons niet openbaart, welke nuttigheid heeft dan de opstanding van Christus voor ons? Welken troost hebben wij er dan van? Als zij zich bij ons niet openbaart,, dan zijn wij immers nog dood in onze zonden. Hoe komt het, dat bij velen het „ik ' leeft, in plaats van Christus? de macht van eigenliefde en verdorvenheid, in plaats van de macht- Zijner opstanding? Het' komt daarvan, dat velen het bij zichzelven zoeken, ten deele omdat zij den wil, ten deele omdat zij de macht niet hebben zichzelven los te laten, zich geheel aan de genade over te geven, zooals zij zijn.


Wij zetten ons wel eens voor de Schrift, als deden wij God een genoegen, door Zijn liefelijk Woord in de hand te nemen. Daar zijn wij dan wondergroot, en het Boek zeer klein. Maar hoe kleiner en ellendiger wij worden, des te grooter wordt onsdat kleine Boek, en zoo stuiten wij dan vanzelf op menig: ding, waaraan wij vroeger zoo niet gedacht hadden. H. F. K.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 mei 1897

Amsterdamsch Zondagsblad | 11 Pagina's

Gedachten

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 mei 1897

Amsterdamsch Zondagsblad | 11 Pagina's