Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERKGESCHIEDENIS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKGESCHIEDENIS

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Na de dood van de edele man ontstond al spoedig twist onder de diverse gezaghebbers en aanvoerders om de voorrang; een verheven aanblik voor de spottende turken, die er z.m. handig gebruik van maakten.

De tweede kruistocht was van 1147—1149, ondernomen door Lodewijk VII en Koenraad III, onder aanvuring van Bernard van dairvaux. Men bleef voor Damascus.

In 1187 heroverde sultan Saladin zelfs Jeruzalem. Zo ondernam men de 3e kruistocht onder Frederik Barbarossa, Philips August en Richard Leeuwenhart; echter zonder succes.

De 4e kruistocht (1202—1204) was eigenlijk geen kruistocht, want het ging tegen de keizer van Constantinopel. Zijn vijanden hadden gevraagd een handje te helpen. De stad werd ingenomen en men stichtte er het „latijns keizerrijk". Ook de latijnse kerkvorm werd ingevoerd. Toen in 1261 de keizer zijn hoofdstad weer heroverde, was de kracht van deze bunkerstaat tegen de Islam zeer geminderd.

Het meest dwaze was de kinderkruistocht van 1212. 't Was te voorzien, dat niemand van hun zou terug keren. De meesten kwamen bij de slavenhandelaars terecht of stierven van honger. Het laatste punt, Acco, ging op 18 Mei 1291 verloren.

Twee eeuwen hadden de Christenen er geheerst. Het koninkrijk ging te gronde. De laatste resten ervan waren Beiroet, Sidon, Tyrus met nog enkele steden geweest.

Zo bleek duidelijk: God wilde het niet!

Gevolgen der kruistochten. Had men het eigenlijke doel ten slotte gemist, de gevolgen waren niettemin groot.

Allereerst kwam men in aanraking met een hogere cultuur, die nu haar invloedssfeer uitbreidde naar het Westen.

De handel op de landen rondom de Oude Weldzee nam een snelle vlucht. Venetië en Genua bloeiden; vandaar ging het binnendoor langs de Rijn naar onze Delta.

De steden ontwikkelden zich alom; de 3e stand, de burgerstand kwam op en begon een succesvolle rol te spelen.

Vooral Italië wordt cultureel en wetenschappelijk een centraal punt, van waaruit in de toekomst een grote invloed zal uitgaan. Wat voorheen Athene en Alexandrië waren, zal Italië worden: een opvoedingscentrum, maar niet altijd in de goede zin.

Wat de gevolgen voor de kerk zelf betreft, wezen wij reeds op de invloed der pausen.

Toch is ook opmerkelijk, wat Dr Berkhof schrijft: „Men ontdekte, dat ook onder de heidenen hoogstaande mensen en gedachten te vinden waren. Zo werd in bepaalde kringen twijfel gemaakt aan de absoluutheid van het christelijk geloof."

In de latere Renaissance zou dit alles meer doorwerken; maar de aanvangen waren reeds aanwezig.

Verder ontstond een nieuwe Christus-devotie, waarover later meer.

Geestelijke ridderorden. Deze ontstonden tijdens de kruistochten. De leden ervan waren ridder en monnik tegelijk.

De eerste van deze orden was die der Tempelieren.

In 1119 stichtten een 8-tal ridders, staande onder leiding van Hugo de Payens, in Jeruzalem een broeder'schap.

Weldra kreeg deze een monachaal karakter door de 3 geloften, waaraan de broeders gebonden waren, nl. armoede, kuisheid, en gehoorzaamheid.

Zij verplichtten zich tot bewaking van het H. Graf, benevens bescherming der pelgrims.

De naam Tempelieren is afkomstig van hun woonplaats, die zij van de koning ontvingen, gelegen bij de z.g. tempel van Salomo.

Hun kleding bestond uit een witte mantel met rood kruis, 't Is vooral Bernard van Clairvaux geweest, die propaganda» voor hen maakte, door zijn boek ter lofprijzing van deze ridders. Hij bewerkte ook de pauselijke erkenning en gaf hun een zeer strenge regel.

De inrichting was aristocratisch; aan het hoofd stond een grootmeester.

De orde kreeg zeer veel bezittingen vooral in Frankrijk bestaande uit vestigingen, huizen.

In ons land hadden zij maar weinig huizen o.a. te Haarlem en Zierikzee.

Zij hebben zich zeer verdienstelijk gemaakt in de strijd tegen de Saracenen.

Een tweede orde waren de Johanniters of Hospitaalridders. De laatste naam geeft al aan, waarmee zij zich

Ibezïg hielden. De inrichting was nagenoeg gelijk aan die der Tempelieren. Hun kleding bestond uit een zwarte mantel met witachtig kruis.

Na het verlies van het H. Land vestigden zij zich op Rhodus, maar van hier werden zij verdreven door de Turken. Toen kregen zij van Karei V het eiland Malta: vandaar de naam Maltezer ridders.

Ook in Nederland hadden zij een 20-tal vestigingen, commanderijen geheten. Napoleon verplaatste hun hoofdkwartier naar Rome.

De orde bestaat nog. Zij heeft een roomse tak, de Maltezers, en een protestantse tak, de Johanniters. Zij houden zich nog bezig met philanthropie en ziekenzorg. Een derde orde was de , , Duitse orde". Tijdens de 3e kruistocht (1189—1192) woedden er bij het beleg van Acco hevige epidemieën. Kruisvaarders van Bremen en Lübeck maakten zich toen zeer verdienstelijk door verplegingswerk.

Dit leidde tot de stichting der orde, door de paus in 1198 bevestigd.

De inrichting was weer als die der Tempelieren; aan het hoofd stond dus ook een grootmeester. Alleen kregen zij meer en meer een militair karakter en vormden aldra een pauselijke keurtroep.

Hun kleding was de witte mantel met zwart kruis. In de 13e eeuw, onder de vierde grootmeester, riep Polen de orde te hulp in de strijd tegen de heidense Pruisen en Lithauers, woonachtig in Oost-Pruisen en de Baltische landen. De gebieden werden door de orde veroverd en hun door het duitse rijk in eigendom geschonken.

Ook in Nederland had zij veel huizen.

In 1525 had een grote verandering plaats. De toenmalige grootmeester Albrecht, markgraaf van Brandenburg ging tot de Hervorming over en voegde het gebied der orde bij zijn mark.

In Nederland bestaat deze orde ook nog en heet daar: Duitse orde, balije (d.i. tak, afdeling) Utrecht. Deze afdeling is geheel in protestantse handen.

De scholastiek. Enige tijd geleden noemden wij Eriugena een voorloper der scholastiek. Thans willen wij het een en ander over deze richting meedelen.

P. J. LAMORé.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 mei 1951

Daniel | 12 Pagina's

KERKGESCHIEDENIS

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 mei 1951

Daniel | 12 Pagina's