Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERKGESCHIEDENIS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKGESCHIEDENIS

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De 4e en 5e eeuw zijn voor de ontwikkeling van enkele dogmata zeer belangrijk geweest. In de Oosterse kerk had men:

a. de strijd over de goddelijke natuur van Christus, b. de strijd over de menselijke natuur van Christus, c. de strijd over de verhouding van deze beide naturen.

In de Westerse kerk is het geweest de strijd over de leer van zonde en genade (= soteriologie.) De strijd over de goddelijke natuur van Christus is reeds behandeld en tevens een inleiding gegeven voor b en c.

Men verzuime niet de desbetreffende artikelen nog eens aandachtig na te gaan.

Wij gaan nu verder en handelen eerst over Apollinaris van Laodicea. Terwijl de ariaanse strijd nog in volle gang was, kwam hij met een nieuw probleem der christologie voor de dag.

Hij was trichotoom en beweerde dus, dat de menselijke natuur bestond uit lichaam, ziel en geest. (verg. 1 Thess. 5). Maar deze drie waren volgens hem in Christus niet. Diens menselijke natuur bestond uit lichaam en ziel, terwijl dan in de plaats van de geest de goddelijke Logos (= de Zoon) gekomen was. Want, zo redeneerde hij, anders zouden er in Christus twee „ikken", twee personen zijn.

Maar, dan ware de menselijke natuur v. Chr. niet compleet. Hij werd bestreden door de beide Gregorius-

sen. Zijn leer is uiteindelijk op het 2e oecumenisch concilie te Constantinopel in 381 veroordeeld en Christus' waarachtige mensheid gehandhaafd.

Nu volgde de strijd over de verhouding van beide naturen. Nestorius en Cyrillus. Nestorius was een monnik uit Antiochië, uitstekend redenaar en werd in 428 patriarch van Constantinopel.

Hij had meegebracht een presbyter, die zich ergerde aan de uitdrukking Maria „theotokes", d.i. die God gebaard heeft. Hij wilde dit veranderen in „anthroopotokos", d.i. die een mens gebaard heeft.

Dit verwerkte bij volk en monniken heel wat verzet. Nestorius koos de zijde van zijn presbyter; alleen met dit verschil: hij wilde Maria liever „christofcokos" noemen, d.i. die Christus gebaard heeft. Natuurlijk had hij hiermee zijn bedoeling.

Nu trad de patriarch van Alexandrië, Cyrillus, tegen hem in 't krijt. Hij was een heftig, afgunstig, eerzuchtig man en zocht steun bij diverse bisschoppen, zelfs by de zusters van keizer Theodosius II.

Hij had aanvankelijk succes. Op een synode te Alexandrië (430) werd Nestorius veroordeeld en 12 herroepingsformules opgesteld. Nestorius antwoordde met 12 tegen-dito's.

Nu riep de keizer, die voor Nestorius was, een oec. concilie (het 3e) samen te Ephese (431.)

Het is er warm toegegaan. Cyrillus verscheen ter vergadering met een groot gevolg van bisschoppen, kerkedienaren en schepelingen, welke laatsten als lijfwacht fungeerden.

De syrische bisschoppen en de romeinse legaten waren over tijd.

Dies opende Cyrillus het concilie maar met 200 bisschoppen. Nestorius werd geëxcommuniceerd en afgezet en de formules van Cyrillus als orthodoxe leer aanvaard. Maar dit zinde de syrische bisschopen, inmiddels ter vergadering verschenen, in 't geheel niet.

Zij hielden onder voorzitterschap van Johannes, b. van Antiochië een tegen-concilie, dat op zijn beurt Cyrillus in de ban deed.

In Constantinopel werd het een opstand van volk en monniken ten gunste van Cyrillus.

Toen greep de keizer in. Hij zette Nestorius, Cyrillus en Memnon, (bisschop van Ephese) af. Een bemiddelingsformule, opgesteld door Theodorus, werd door Cyrillus en Memnon ondertekend en beiden weer in hun ambt hersteld.

Joh. v. Antiochië legde zich maar bij de veroordeling van Nestorius neer. Deze werd niet hersteld en stierf in ellende. (432.)

Zijn dwaling was, dat hij beide naturen van Christus zo scheidde, dat het twee personen dreigde té worden.

Anders gezegd: omdat Christus twee naturen heeft zijn er ook twee Ikken.

Dit is echter fout. De Persoon des Zoons Gods heeft een onpersoonlijke menselijke natuur aangenomen.

Had Nestorius gelijk, dan zou het werk van Christus zijn oneindige waardij verliezen. Nu geschiedt wat Christus in Zijn menselijke natuur verrichtte, door de Persoon des Zoons Gods.

De Nestorianen weken uit naar Perzië en maakten daar de hele Perzische kerk Nestoriaans. Ook nu bestaan er daar nog en worden Chaldeeuwse Christenen genoemd; in India Thomaschristenen naar een hunner Ieraars.

Eutyches. Deze, hoofd van een klooster in Constantinopel, keerde de zaak juist andersom.

Omdat Christus maar één Persoon is, heeft Hij maar één natuur. Het goddelijke heeft het menselijke zo doordrongen, dat het slechts in schijn onze menselijkheid is.

Reeds Cyrillus (z. boven) had gezegd: de onpersoonlijke menselijke natuur is in de goddelijke natuur opgegaan als een melkdruppel in de oceaan.

In 448 ontbrandde hierover een nieuwe strijd. De patriarch van Antiochië, Domnus, klaagde Eutyches bij

k. Theodosius II aan en werd daarop aangevallen door Theodoretus (z. boven.)

Toen kwam de patriarch van Alexandrië, Dioscurus, (opvolger van Cyl.) op het toneel en haalde de keizer over harde maatregelen tegen Domnus en Theodoretus te nemen.

Eutychus was inmiddels aangeklaagd bij zijn patriarch Flavianus. Deze riep een synode bij een en beklaagde werd, omdat hij niet herroepen wilde, veroordeeld en afgezet.

Toen beriep hij zich op een oec. concilie en tegelijk op Leo, de bisschop van Rome. Dit laatste deed ook Flavianus.

Leo schreef een brief, waarin hij de leer der twee naturen van Christus ontwikkelde.

Het spel was echter nog niet uit; het begon pas. De keizer schreef een oec. concilie uit te Ephese (449.) Dioscurus zou praeses zijn. Het gevolg kan men raden. De leer der twee naturen opgesteld door Leo, werd verworpen en Eutychus hersteld. Zijn tegenstanders moesten vluchten; ja over Leo werd de ban uitgesproken.

Men noemt deze synode wel de „roverssynode", omdat de praeses gewapende monnikenbenden had laten aanrukken!

Maar nu ging Leo marchanderen: het leerstuk werd niet opgelost; maar de onoplosbaarheid uitgesproken. Inmiddels was Theodosius II overleden en had Marcianus de troon beklommen.

Zijn doel was eenheid te scheppen. Hij riep daarom het 4e oec. concilie te Chalcedon samen (451).

De meerderheid was voor Dioscurus van Alexandrië. Maar de keizer wilde die kant niet op; waarom, zullen wij later horen. Hij prefereerde Leo.

Het resultaat was als volgt: Men zou niet leren één natuur, maar twee naturen (dit tegen Alexandrië); niet twee personen, maar één persoon (tegen Antiochië).

Geformuleerd: Na Zijn menswording bestaat de eenheid des persoons in twee naturen, die onvermengd en onveranderd (dit tegen Eutyches); maar ook ongedeeld en ongescheiden (dit tegen Nestorius) verenigd zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 april 1950

Daniel | 8 Pagina's

KERKGESCHIEDENIS

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 april 1950

Daniel | 8 Pagina's