Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KLEINE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KLEINE KRONIEK

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

De huwelijksbevestiging

Deze kroniek schrijf ik naar aanleiding van een knipsel dat een gemeentelid me in de handen stopte omdat hij weet dat ik me voor historische artikelen nogal interesseer. Over dat knipsel straks meer. Het gaat over de huwelijksvoltrekking in vroegere tijden, die ook in ons land voor een groot deel in handen van de kerk lag. Tegenwoordig moet eerst een burgerlijk huwelijk gesloten worden, wil er sprake kunnen zijn van een huwelijksbevestiging of huwelijksinzegening zoals men dat ook wel noemt. Hoewel in de kerken van de reformatie het huwelijk niet als een sacrament wordt erkend, heeft men van vroege tijden af wel in het midden van de gemeente het huwelijk gesloten of bevestigd. Men heeft aangevoeld dat de kerk daar inderdaad een en ander mee te maken had en dat het huwelijk een zaak is die als voor Gods aangezicht plaats vindt. Ik heb het vroeger nog wel meegemaakt dat een huwelijk in een gewone kerkdienst op zondag werd bevestigd „in het midden der gemeente" maar dat komt tegenwoordig niet zoveel meer voor, hoewel er de laatste jaren wel weer stemmen opgegaan zijn om de huwelijksbevestiging in een gewone kerkdienst op zondag te doen plaats vinden.

Toch is het in grotere gemeenten praktisch om terstond na de burgerlijke huwelijkssluiting een bijzondere kerkdienst te beleggen omdat daardoor de gelegenheid bestaat om in de preek speciale aandacht te vragen voor alles wat samenhangt met het huwelijk en men ook bij de tekstkeuze rekening kan houden met de bijzondere omstandigheden van het bruidspaar.

Het is vooral ook in onze tijd goed en noodzakelijk om de goddelijke instelling van het huwelijk te benadrukken. Ook na de zondeval heeft de Heere God het huwelijk in stand gehouden. Vooral ook op het gebied van het huwelijk hebben er zich in de laatste jaren ontwikkelingen voorgegaan, die de ontkerstening van het leven wel bijzonder benadrukken. De Heere Jezus heeft over het huwelijk verschillende malen gesproken en er op gewezen dat het een heilige band is, die door God zelf gelegd wordt.

In ons land heeft de overheid de burgerlijke huwelijkssluiting ingesteld als voorwaarde voor een kerkelijke huwelijksbevestiging. Meer dan in verschillende andere landen heeft men de huwelijkssluiting derhalve tot een overheidszaak gemaakt. In Amerika — om een voorbeeld te noemen — is een burgerlijk huwelijk niet nodig. Daar kunnen de dienaren van de-kerk het huwelijk ook gewoon sluiten. Dat was voorheen — voor de franse revolutie — ook in ons land het geval. Men kon zijn huwelijk wel voor de burgerlijke overheid sluiten, maar in verschillende streken van ons land kwamen rooms katholieken zelfs tot de predikanten om hun huwelijk te laten sluiten omdat ze dat toch „echter" vonden.

Over die huwelijkssluiting door de predikanten in vroeger tijden en de huwelijkssluiting in het algemeen in oude tijden ging het krantenknipsel waar we het hierboven over hadden.

Overtrouwen in de kerk

Zo spreekt men in onze tijd in veel streken van ons land over de kerkelijke huwelijksbevestiging. Men is getrouwd op het gemeentehuis. En van het gemeentehuis spoedt men zich naar de kerk om zich te laten overtrouwen. In roomse streken is trouwens de burgerlijke huwelijksbevestiging slechts een formaliteit die in veel gevallen slechts „voor het loket" geschiedt. De kerkelijke huwelijksbevestiging — bij Rome een sacrament — is het een en het al. Het kranteknipsel vertelt nu dat er een boek verschenen is over de taak van de kerk bij de huwelijkssluiting. Het is van de hand van Ds. L. Brink van Velsen, die op dit onderwerp is gepromoveerd. In vroeger tijden kwam noch de overheid, noch de kerk bij een huwelijkssluiting aan bod. Het was een zaak van de familie. Ds. Brink vertelt daar over in zijn boek:

Als we de bijbel lezen, merken we niet veel van een officiële huwelijksvoltrekking. Het was een familie-aangelegenheid en de vader gaf het jonge paar zijn zegen. Er waren feesten, soms wel een week lang, denk maar aan de bruiloft van Simson. De bruid was gesluierd om zich te vrijwaren voor onbescheiden blikken van mannen. Zodoende was Jacob met Lca getrouwd, terwijl Rachel zijn bedoeling was. Tot in onze tijd wordt in sommige Oosterse landen deze sluier nog gedragen, het wordt echter de laatste tijd meer en meer afgeschaft.

Toch komt er de overheid soms aan te pas, in de vorm van de oudsten der stad, zoals we dat lezen als Boaz met Ruth wil trouwen (Ruth 4).

De oude kerkvaders Augustinus, Origenes, Tertullianus hebben ook over het huwelijk geschreven.

Op bijbelse grondslag zoals: et huwelijk is niet ontbindbaar, het is vóór de zondeval in het paradijs ingesteld door God zelf. Augustinus zegt dat echtscheiding uit de duivel is. Volgens Genesis 1 : 28 was het doel van de voortplanting, het krijgen van kinderen, die de ouders weer moeten opvolgen, sinds de dood de mensen wegneemt. Maar Tertullianus zegt: et einde van de wereld is nabij, waarom zouden we kinderen willen hebben? En Origenes zegt dat het beter is niet te trouwen, daarom heeft hij zich al jong laten ontmannen. Misschien beroept hij zich op Paulus (1 Cor. 7).

Deze gedachte, dat zich onthouden, beter is dan trouwen, is in beginsel in de kerk ingeslopen. De enige kerk in West-Europa is honderden jaren lang de rooms-katholieke geweest. De virginiteit ( = maagdelijkheid, ongetrouwd blijven) werd hoger

geschat dan het huwelijk. Vandaar de kloosterorden van monniken en nonnen.

In onze tijd staan heel wat kloosters leeg. U weet dat in deze kerk het huwelijk als een sacrament wordt beschouwd en daarom had vroeger alleen een kerkelijke huwelijkssluiting plaats. In 1795 werd het verplichte burgerlijke huwelijk ingevoerd en daaraan moet zich iedere Nederlander houden.

In de Middeleeuwen moest men eerst de bisschop of de priester raadplegen om de kerkelijke goedkeuring te kunnen krijgen. Dan kwam deze naar het huis van de bruid om de verbintenis in te zegenen. Later ging men 'n stapje verder tot aan de kerkdeur of in het kerkportaal, waar de pastoor vroeg of er geen beletsel was. Daar hier de weersomstandigheden niet altijd geriefelijk waren, kwam men tenslotte in de kerk terecht. De priester leidde hen aan de hand in de kerk, verwisselde de ringen, legde de rechterhanden van bruid en bruidegom in elkaar en beide handen in de handen van God. Daarna volgde de eucharistie, de viering van de mis, als de Christelijke beleving van het huwelijk.

In onze tijd is er veel in de roomse kerk veranderd, vooral in Nederland. Het burgeriijk huwelijk wordt nu hoger gewaardeerd dan vroeger. Men is veel milder tegenover gemengde huwelijken en echtscheiding. Ook het zoveel mogelijk kinderen verwekken is in veel roomse gezinnen niet meer het doel van het huwelijk. Ook het celibaat, de ongehuwde staat der priesters, wordt in twijfel getrokken. In het Oude Testament waren de hogepriester en de priesters getrouwd en in de Griekskatholieke kerk mogen ze wel trouwen. In ons land zijn er al heel wat getrouwde pastoors, die dan echter geen dienst in de kerk meer mogen doen." —

Het is dus voorheen geen vanzelfsprekende zaak geweest dat „overtrouwen" in de kerk. In de roomskatholieke kerk is dat ook langzaam gegroeid. Maar de reformatie heeft daarna van meetaf begrepen dat de kerk bij het sluiten van een huwelijk ook een taak had. Als pocdig werd voor de Nederlandse kerk een huwelijksformulier opgesteld, dat ook tegenwoordig nog in veel gemeenten gebruikt wordt.

De reformatie en de huwelijkssluiting

De reformatoren hebben heel andere gedachten over het huwelijk dan er destijds bij Rome leefden. Ze hebben weer het bijbelse zicht op het huwelijk naar voren gebracht:

„Luther en Calvijn beschouwen het huwelijk niet als een sacrament. Het is wel een goddelijke instelling vanuit het paradijs, maar na de zondeval een wereldlijke aangelegenheid. De sluiting ervan is aan het ambt van de priester onttrokken. Ze leggen de nadruk op de ouderlijke toestemming en op liefde en geloof van het bruidspaar.

Wel verzetten ze zich tegen echtscheiding, maar niet tegen een tweede of derde huwelijk, zoals sommige kerkvaders, die dat verboden.

Toen ons land vrij werd van de Spaanse overheersing is er op tal van synoden over huwelijksaangelegenheden gesproken. Men kon er niet altijd uitkomen. In die tijd waren kerk en staat nauw verbonden, we hadden zo goed als een staatskerk. Toen werd besloten, dat een huwelijksvoltrekking zou plaats hebben door de magistraat of door de kerk. De kerk heeft dikwijls pogingen aangewend om de overheid hiervoor te interesseren, maar meestal bleek dat deze „sich in gheenen manieren metten saecken des Huwelicken State aengaende bemoeye wil". In de meeste plaatsen geschiedde het dus door de kerk.

Soms op zondag, liefst niet voormiddags als er Heilig Avondmaal gevierd werd, maar dan in de namiddag. Een enkele keer gebeurt het nu nog wel eens op een zondag, in Zeeland altijd op een dag in de week.

Voor deze bijzondere kerkdienst heeft de psalmdichter Petrus Datheen een formulier samengesteld, dat in sommige kerken nog altijd gebruikt wordt. Op de bekende synode van Dordrecht (1618—'19) zou het besproken worden, maar dat is niet gebeurd. Andere kerken hebben een moderner verkort formulier of een eigen liturgie samengesteld.

Volgens het nieuw Burgerlijk Wetboek moet de jongen minstens 18 jar zijn en het meisje 16 jaar om te kunnen trouwen. De afkondiging aan het gemeentehuis moet 10 dagen aangeplakt zijn.

Ook in de kerk heeft de afkondiging plaats met de toevoeging erbij dat men gegronde bezwaren kan indienen (wat wel zelden of nooit zal gebeuren!)." —

Dat laatste moet ik wel betwijfelen. Mij zijn in elk geval enkele gevallen bekend waarin inderdaad bezwaren tegen de kerkelijke huwelijksbevestiging werden ingediend. Men moet immers niet vergeten dat het huwelijk gesloten wordt als voor Gods aangezicht. Dan zal het bruidspaar toch ook daarvan uit moeten gaan, dat het om Gods zegen gaat en dat men heeft te wandelen in de wegen des Heeren wanneer men om die zegen komt vragen. Wanner men alleen de kerkelijke bevestiging van het huwelijk vraagt omdat men het zo mooi vindt of omdat daardoor de dag een bijzonder cachet krijgt en men zich verder niet gelegen laat liggen aan de dienst des Heeren, dan is men wel op een geheel verkeerde weg. Maar wanneer het ons echt te doen is om de zegen des Heeren en wanneer we weten dat we zonder God onze levensweg niet kunnen gaan, is het goed om samen neer te knielen voor de Heere, opdat we alle zegen voor ons huwelijksleven van Hem mogen verwachten.

Kroniekschrijver.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 februari 1978

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

KLEINE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 februari 1978

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's