Die door Uw Geest ons troost en leidt - in het leven

Toen hij wat ouder was, ging hij weer naaf die echoput. Hij wilde graag terug naar die plaats waar het allemaal begonnen was. Hij riep weer in die echoput. Maar nu iets anders. Hij riep nu: "Sterven!" En de echoput antwoordde: "Erven!"

Ik denk dat jullie allemaal de bedoeling van dit verhaal begrijpen. Leven ... even, sterven ... erven. En daartussen lag voor die jongen het werk van de Heilige Geest Die door het Woord van God troost en leidt. En daar gaat het ook over in de geschiedenis van Filippus en de kamerling.

Gemeenteleden evangelisten worden

Nadat Stefanus gestorven was, roken de vijanden bloed. Er braken zware vervolgingen uit voor de gemeente van Christus, zodat de gemeente van Jeruzalem verstrooid werd door het hele land.

Maar dan zien wij hoe de vijanden van Christus tegen wil en dank moeten meewerken aan de komst van het Koninkrijk van God, want de leden van de gemeente die overal heen vluchtten, werden in het hele land evangelisten.

Ik zou jullie willen vragen: zijn jullie dat ook al? Evangelisten... in de buurt waar je woont, op het bedrijf waar je werkt. Van die gemeente van Jeruzalem, die verstrooid werd, werden alle leden evangelisten. En zo werd overal het Evangelie verkondigd.

Naar een woeste plaats

Een van die gemeenteleden is Filippus. Hij is diaken. Hij komt terecht bij de Samaritanen. En daar in Samaria heeft Filippus het Woord van de Heere verkondigd en de Heere heeft zijn werk rijk willen zegenen. We lezen dat er velen tot bekering kwamen. Maar juist als die arbeid van Filippus zo rijk gezegend wordt, krijgt hij van de engel des Heeren een bijzondere opdracht: "Sta op, en ga tegen het zuiden op de weg die van Jeruzalem afdaalt naar Gaza welke woest is."

Er liepen meer wegen van Jeruzalem naar Gaza. Daarom geeft de Heere een bijzondere aanduiding: ga naar de weg die woest is. Dat was een eenzame weg waarvan niet veel gebruik werd gemaakt. Ik kan me zo voorstellen dat die opdracht heel wat vragen bij Filippus heeft opgeroepen. Zijn werk in Samaria werd zo rijk gezegend. Hij kon daar zo moeilijk gemist worden en dan moet hij naar zo'n woeste plaats.

Hen leegte

Op die weg tussen Jeruzalem en Gaza ziet Filippus een koninklijke

stoet. In de wagen zit een wonderlijke man. Zwart is zijn huid. Zwart is zijn hart. Alleen de genade van de Heere jezus kan zijn hart reinigen en kan hem het echte leven geven. De man kwam uit Ethiopië, het tegenwoordige Soedan. Hij had een functie die we kunnen vergelijken met minister van financiën. Hij was naar Jeruzalem gegaan om te aanbidden. En hoe kwam het dat die minister van financiën helemaal naar Jeruzalem ging om te aanbidden? Wel, ik denk dat dit kwam vanwege de leegte in zijn hart. Hij had zo'n hoge positie. Hij was schatrijk. Maar al de rijkdom kon zijn hart niet vervullen. Hij voelde daar van binnen een leegte. Zo begint Gods werk vaak. Als de Heere Zich gaat verheerlijken tot zaligheid in een zondaarshart dan gaan wij net als deze kamerling een leegte, een gemis in ons hart voelen. Die leegte kunnen we niet verklaren. Al zouden we alles bezitten, het kan ons niet echt gelukkig maken.

Nu zou ik jullie willen vragen, meisjes en jongens, herken je dat? Voel je dat ook weieens? Misschien doe je je wel heel stoer voor. Misschien heb je wel veel branie en drukte, maar toch... als je alleen bent, voel je het. Het is leeg van binnen. Je mist iets. En zelfs al doe je dan dingen die je een kick geven... als het voorbij is, dan is het weer zo leeg.

Teleurgesteld

Zo moet het bij die kamerling ook geweest zijn. De leegte van het heidendom kan zijn hart niet vervullen. Dat moet die man bewogen hebben om die verre reis te maken om te aanbidden in Jeruzalem. Hij kende ook blijkbaar de Naam van de God van Israël. Waarschijnlijk door zijn ontwikkeling en door de vele Joden die in de verstrooiing leefden. En dan klinkt de teleurstelling door in deze hele geschiedenis. Hij heeft er God niet gevonden. Hij vond er alleen een versteend en dood farizeïstisch formalisme. Maar de levende God heeft hij in die stad waar ze alles van God wisten en waar ze alles voor God deden, niet gevonden. En nu is hij weer op weg naar huis. Even leeg en even arm als hij gekomen is. We zien hem in onze gedachten in zijn wagen zitten. Hij heeft de profetenrol van jesaja gekocht in Jeruzalem en daar leest hij in. Hij heeft het moeilijk. Calvijn schreef bij deze geschiedenis: in Jeruzalem was hij gekomen onder de bediening van de wet, nu pas is hij klaar voor het Evangelie. Immers daar in Jeruzalem is hij op de wetten van God gestuit. Hij was een ontmande. En daarom mocht hij volgens de wet vanwege Gods heiligheid nooit in de tempel komen.

Verstaat gij ook...

Elk mens heeft zijn zonden. De zonde van bedrijf, de zonde van nalatigheid, zonden van beroep, zonden van ons burgerlijke leven, godsdienstige zonden. In het licht van Gods heiligheid, waar de tempel van sprak, kunnen jullie en ik alleen maar schuldig zijn.

Kijk dan eens naar jezelf. Ken je ook dat schuldig worden in het licht van Gods heilige wet? Heb je de pijn in je hart gevoeld omdat je gezondigd hebt tegen een goedertieren God? Heeft de Heilige Geest je ook stilgezet bij de grootste zonde, bij de zonde van het ongeloof? Heb je gezien dat je de uitgestoken hand in Christus naar jou hebt afgewezen? Leg er vanmiddag allemaal je hart eens naast. Want als de Heilige Geest zo overtuigend werkt, dan stort Hij in dit alles Gods liefde uit. En vanuit die liefde worden wij bedroefd naar God en leren wij de eer van God boven alles te stellen. Ook boven onszelf. Zit er vanmiddag in de Veluwehal een jongere die zoekende is? Iemand die net als die kamerling op de terugweg is zonder uitzicht, zonder hoop, vol met vragen? Wel, meisjes en jongens, als het zo is, denk dan eens aan die kamerling. Hij zag het ook niet meer. Hij was diep teleurgesteld en toch hij zat te lezen in de Bijbel in al zijn donkerheid, in al zijn teleurstellingen, in al zijn raadselen. En wat gebeurt er dan? Filippus krijgt van de Heilige Geest de opdracht om zich bij deze wagen te voegen. Dan hoort Filippus de kamerling hardop lezen: "Hij is gelijk een schaap ter slachting geleidt en gelijk een lam dat stemmenloos is • voor die, die het scheert, alzo deed hij zijn mond niet open." Filippus vraagt: "Verstaat ge ook hetgeen ge leest? " Hij bedoelde of die kamerling van binnenuit begreep dat dit in de Heere Jezus zijn vervulling heeft gevonden. Dan wordt Filippus door de liefde gedrongen om Christus als een volkomen Zaligmaker aan te prijzen.

Ook voor jullie is het een belangrijke vraag: versta je wat je leest? Zie je er doorheen? Ik denk dat de meeste van jullie Jesaja 53 misschien wel uit het hoofd kennen. Maar dan vraag ik jullie: versta je ook hetgeen je leest? Zie je daar ook doorheen? Zie je daar nou doorheen op Hem om Wie het eigenlijk gaat, het Lam Gods, de Heere Jezus Christus? Hebben wij in dat Woord van God het leven voor onze ziel gevonden? Hebben wij in dat Woord de ware Schat, de Heere Jezus mogen vinden? Want dat is beslissend voor de eeuwigheid.

De kern van het Evangelie

Verstaat ge wat ge leest? En wat antwoordt de kamerling? Zou hij beledigd zijn dat hij gestoord wordt in zijn lezen. Ik denk vast dat hij er de hand en de leiding van de Heilige Geest in heeft mogen zien. Hij voelt

dat Filippus dit vraagt om tot onderwijs te komen. Daarom zegt die kamerling: hoe zou ik toch kunnen zo iemand mij niet onderricht. En hij bad Filippus dat hij zou opkomen en bij hem zitten. Zo komt Filippus bij die kamerling in de wagen en dan gaan ze samen jesaja 53 lezen. Dan gaat Filippus over Christus spreken. Want, lezen we, Filippus deed zijn mond open en beginnende van diezelfde schrift verkondigde hem jezus. jesaja 53 is het hart van het christelijke geloof. Dat predikt ons de verzoening van de zonden door de voldoening van Christus. Dat is nog zo. Laat je niet door allerlei moderne geesten iets op de mouw spelden. Want als jullie een beetje het kerkelijk nieuws volgen, dan weet je dat de verzoening met Cod door het plaatsbekledend lijden en sterven van de Heere jezus in veel kerken op losse schroeven staat.

Heel veel mensen hebben instemmend gereageerd op het laatste boek van prof. Den Heijer. Er is om geapplaudisseerd. Jesaja 53 geeft Filippus een bijbelse opening om de kamerling Jezus te verkondigen. Alleen vanuit de heilsgeschiedenis van de Heere Jezus is dit schriftgedeelte ten volle te verstaan. Dan hoor ik Filippus in mijn gedachten preken. Preken over het plaatsbekledende lijden van de Heere Jezus. Dan hoor ik Filippus preken over de vernedering waarin de Heere jezus wilde afdalen om de zaligheid te verwerven

Dan hoor ik Filippus preken over de verhoging van de Heere Jezus. Dat de Heere jezus uit eeuwige zondaarsliefde Zich als een Lam liet slachten voor de Zijnen. Maar dat Hij ook de Held was bij Wie hulp besteld is. En, zegt Jesaja, in Zijn vernedering is het oordeel weggenomen. Want door die diepe vernedering heeft Hij de schuld betaald voor de Zijnen en is het oordeel op Hem gekomen, is al de schuld weggenomen. Hij is door de Vader opgenomen ten hemel. En vandaar is de Heilige Ceest uitgezonden om het door Hem verworven heil uit te delen en toe te passen aan zondaarsharten. Zo predikt Filippus op die wagen de Heere Jezus Christus.

Een afdalende weg

En hoe heeft die kamerling geluisterd? Ik denk, net als die Emmaüsgangers, met een brandend hart. De kamerling had in Jeruzalem geen leven gevonden en geen vrede. Maar nu op die afdalende weg van Jeruzalem, die woest is, vindt hij het leven.

En dat is nog zo. Als wij in het Jeruzalem van de wet met pogingen tot zelfverbetering geen vrede kunnen vinden, als wij geestelijk net als deze kamerling op een afdalende weg zijn en de Heilige Geest onder de prediking die fontein ontsluit die afvloeit van Golgotha en die geopend is tegen de zonde en de onreinheid, dan mogen we in de Heere Jezus alles zien. Dan mogen we door de Heilige Geest afdalen in de stroom van Jezus' bloed opdat onze zwarte ziel daardoor gereinigd mag worden.

De kamerling heeft de Heere Jezus gezien. Hij heeft de Heere Jezus begeerd. Hij heeft de Heere Jezus opgezocht. Hij heeft de Heere Jezus aangenomen. Hij heeft de Heere Jezus omhelsd. Hij heeft de Heere Jezus gekust.

Hij heeft Hem mogen aannemen als zijn Zaligmaker door een geschonken geloof. Heb je zo wel eens een keer gekerkt?

Dat je ogen ervoor open gingen: ik ben buiten God, zonder God door de zonde. Want Hij is nog dezelfde hoor! Daarom staat deze geschiedenis in de Bijbel. Bij Christus is leven in onze dood.

Gedoopt

En dan gaat het nog verder. En de kamerling zeide: "Zie daar water, wat verhindert mij gedoopt te worden? " En Filippus zeide: "Indien gij van ganser harte gelooft, zo is het geoorloofd." De Moorman antwoordt dan: "Ik geloof dat Jezus Christus de Zoon van God is." Die in de Zoon gelooft die heeft het eeuwige leven.

Meisjes en jongens, met minder kan het niet. Het kan niet zonder een gelovige kennisneming van de Heere Jezus Christus. Wat bedriegen wij onszelf als we denken met van alles en nog wat in de eeuwigheid gelukkig te kunnen worden zonder die gelovige kennisneming van de Heere Jezus Christus.

Beiden dalen in het water. En stervende aan het verleden van zijn boze hart mag de kamerling uit het water komen tot een nieuw leven in de Heere Jezus.

De kamerling reisde zijn weg met blijdschap. Dat is een blijdschap die de wereld nooit kan geven. De wereld kan ons alleen maar surrogaatblijdschap geven. Dit is echter de ware blijdschap. Dat is het echte leven.

Denk aan de echoput. Leven ... even. Sterven ... erven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen