De engelen

Engelen zijn schepselen door God geschapen. In Coll. 1:16 staat: Want door Hem zijn alle dingen geschapen, die in de hemelen zijn en die op de aarde zijn, die zienlijk en onzienlijk zijn, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten, alle dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen.”

Er zijn veel engelen geschapen. Er wordt gesproken van hemelse heirscharen en Christus zegt, dat Hij Zijn Vader kan bidden en Hij zal Hem meer dan twaalf legioenen engelen bijzetten.

Op welke dag God hen schiep, weten wij niet. Uit Job 38 : 7 leidt men af, dat zij in het begin geschapen zijn.

Engelen zijn geesten, die niet alomtegenwoordig zijn, maar aan een plaats gebonden. Hun woonplaats is de hemel. De engelen zijn anders geschapen dan de mensen, stuk voor stuk. De mens is in organisch verband geschapen. De mensheid heeft één verbondshoofd: Adam. De engelen staan los naast elkaar.

Zij zijn zó geschapen, dat zij konden vallen. Wij weten uit Gods Woord, dat die val werkelijkheid is geworden. In de hemel is de zonde uitgebroken.

De engelen die staande zijn gebleven, omdat God hen verkoren had, blijven in de zaligheid, waarin God hen had gesteld. Ze hebben grote macht. Bovendien weten zij veel, maar niet alles. Zij zijn en blijven schepselen, met diep ontzag vervuld voor God en altijd bereid tot Zijn dienst.

Verscheidenheid van engelen

Engel betekent bode, gezant, gezondene. In de Schrift worden zij ook zonen Gods, geesten, heilige wachters genoemd.

Onder de engelen is rijke verscheidenheid.

De Schrift spreekt van Cherubijnen die in verschillende gedaanten voorkomen. God plaatst hen in de hof van Eden om te zorgen dat de mens niet kan terugkeren en zal eten van de boom des levens. Wij vinden deze Cherubijnen ook afgebeeld op het verzoendeksel. Zij bedekken met hun vleugelen het verzoendeksel en zijn begerig in het verlossingswerk van Christus te zien.

Verder wordt over hen gesproken in Ezechiël en de Openbaring van Johannes. De Serafijnen worden genoemd als Jesaja tot profeet geroepen wordt. Zij hebben zes vleugelen. Twee ter bedekking van hun aangezicht, twee om hun voeten te bedekken en twee om te vliegen. Zij waken voor de heiligheid Gods en munten uit in tederheid.

Verder spreekt de Schrift van Tronen, Machten, Overheden, Heerschappijen en Krachten. Met de bovengenoemde engelen hebben zij ieder een bijzondere taak van God ontvangen.

Er zijn ook engelen, die de Schrift bij name noemt. Denk aan Gabriël, die aan Daniël bekend maakt, dat er nog zeventig jaarweken zullen zijn voor de komst van de Messias. Hij verschijnt aan Zacharias om bekend te maken dat zijn zoon de voorloper zal zijn van de Christus. Dit alles moet hij doen in opdracht van God. In het boek Daniël horen we spreken over Michaël {10 : 13 en 12 : 1). Hij is de strijdengel. Hij wordt Vorst genoemd, Vorst Michaël. Judas, vers 9 spreekt ook over hem. De duivel wilde het lichaam van Mozes hebben. Michaël weerstond hem.

De engelen zullen delen in de overwinning van de Zoon

Door de val in de engelenwereld zijn ook de engelen gewikkeld in de geestelijke strijd. De verhoudingen zijn anders ge-

worden door de zonde. De heilige oorlog wordt gevoerd tussen de Zoon en satan. Aan de ene zijde staat de duivel. Hij is de overste van de boze geesten, die met hem van God zijn afgevallen, en nu overal verderf stichten.

Aan de andere zijde staat Christus met Zijn engelen. Het is een ontzettende strijd. Maar de eindoverwinning is zeker! Het is volbracht! De duivel, de boze geesten zullen met de goddelozen gaan in het eeuwig verderf en de uitverkorenen zullen met de heilige engelen God verheerlijken en eeuwig loven. De oorspronkelijke verhoudingen worden hersteld. In Coll. 1 : 20 lezen we dat God door Christus vrede gemaakt hebbende, door het bloed Zijns Kruises. alle dingen verzoenen zou tot Zichzelf, hetzij de dingen die op de aarde, hetzij de dingen die in de hemelen zijn.

God heeft de mens hoger dan de engelen geschapen

De mens is Gods hoogste schepsel, vooral wanneer men hem ziet in zijn uitgebreidheid: heel de mensheid. (Prof. Schilder: Wat is de hemel? ).

Dat bij het begin der wereld twee mensen tegenover een menigte des hemelsen heirlegers staan, bewijst niets tegen deze stelling. Het is niet in het aantal gelegen.

Dat ene mensenpaar draagt in zich heel de mensheid en God ziet haar in haar voltooide bloei. Daarin is de mensheid meer dan het engelenleger. En binnen de kring van het geschapene heeft zij rijker uitdrukkingsmogelijkheid, een breder funktionerend leven dan de engel.

Het lijkt er op alsof Hebr. 2 : 7 schijnbaar het tegendeel bewijst. Daar zegt Gods Woord: , dat God de mens een weinig minder dan de engelen gemaakt heeft”.

Deze vergelijking wijst echter niet naar de oorspronkelijke toestand in de staat der rechtheid, maar op hetgeen daarna gevolgd is. De uitspraak is gedaan uit het standpunt van de gavallen wereld. Het werkwoord dat door minder maken is vertaald, betekent eigenlijk vernederen. De mens is vernederd onder de engelen. En dan kan de Griekse term, die vertaald is door een weinig ook betekenen voor een korte tijd. God heeft dus de mens hoger geschapen dan de engelen. De mens is de zoon en de engelen zijn knechten, die uitgezonden worden om dergenen wil, die de zaligheid beërven.

De oorspronkelijke verhoudingen zijn door de zonden geheel veranderd. De mens is vernederd en onder de engelen gesteld. De knechten zijn zij bij de Vader thuis en de verloren zoon zwerft heen ver van het Vaderhuis. De zoon is gevallen en deze knechten zijn staande gebleven.

In Christus wordt de oorspronkelijke verhouding hersteld

De engelen zullen als knechten hun hoge plaats behouden. De kinderen Gods zullen als zonen zitten op de tronen. Wel staat in Gods Woord, dat wij de engelen gelijk zullen worden. Dat ziet echter op de verhoudingen, die er nu zijn en straks niet.

De engelen huwen niet en in zover zullen wij de engelen gelijk worden, omdat er in de hemel geen huwelijk meer zal zijn.

De buitengewone dienst van de engelen in het Oude en Nieuwe Testament

Zodra de mens gevallen is, treden de krachtige helden, de Cherubijnen op, om in de naam des Heeren de mens te verdrijven, en de weg tot de boom des levens te bewaken. Dikwijls zendt God engelen uit om Zijn openbaring bekend te maken. Bij Abraham komt de Engel des Heeren met twee engelen om bekend te maken, dat Sodom en Gomorra verwoest zullen wor-

den. Wanneer Jakob vluchten moet voor Ezau, verschijnt de Heere hem in de droom en ziet hij de hemelen geopend en de engelen Gods afdalen en opklimmen. Als Jakob terugkeert uit Padan-Aram ziet hij twee heirlegers van engelen te Mahanaïm.

De engelen hebben de Heere gediend toen God de wet op Sinaï gaf. Zij hebben de wet Gods in de hand van Mozes gegeven. Stefanus zegt het in Handelingen 7 : 53 en de brief aan de Galaten zegt: .Waartoe is dan de wet? Zij is om der overtredingen wil daarbij gesteld, totdat het zaad zou gekomen zijn, die het beloofd was; en zij is door de engelen besteld in de hand des Middelaars.”

Ook nemen zij deel aan de strijd. Michael strijdt om het Perzische hof te beïnvloeden. Een engel des Heeren verslaat het grote leger der Assyriers. De engelen hadden tijdens het Oude Testament de taak om Gods wil bekend te maken, de zonde te straffen, de vijand te verdelgen en Gods volk te beschermen.

In het Nieuwe Testament gaat de engel Gabriel naar Zacharias en Maria, om de geboorte van Johannes en van Jezus bekend te maken. De engelen komen in Bethlehems velden. Zij treden op in Gethsemané en bij de opstanding en hemelvaart. Een engel bevrijdt Petrus uit de gevangenis. Herodes wordt door een engel gedood. Een engel des Heeren verschijnt aan Paulus tijdens een storm. Bij de wederkomst van Christus komt Hij met Zijn heilige engelen. De engelen krijgen de opdracht de uitverkorenen te vergaderen en de goddelozen te werpen in de vurige oven. De engelen zullen Christus bij Zijn tweede komst vergezellen. Zij zullen de eindstrijd tegen de boze geesten aanbinden.

De gewone dienst der engelen: ze helpen de gelovigen

In het Onze Vader wordt door Christus over de duivel en over de engelen gesproken. Over de engelen in de bede: U wil geschiede, gelijk in de hemel, alzo ook op de aarde. Over de duivel in de bede: En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze.

De Heere stelt de engelen ten voorbeeld om Zijn wil te doen. De engelen doen, wat God beveelt, gewillig en getrouw. Zij prijzen en loven Gods naam. Christus geeft ons dagelijks de engelen tot een voorbeeld, opdat ook wij onze roeping zo gewillig en met vreugde mogen verrichten en zonder tegenspreken, als de engelen in de hemel doen.

Wanneer een zondaar tot God bekeerd wordt, is er vreugde in de hemel. De engelen waken over de gelovigen. De engel des Heeren legert zich rondom degenen, die Hem vrezen. De kleinen worden door engelen bewaard. Niet alsof alle kinderen aparte beschermengelen zouden hebben. Maar wel spreekt Christus over de engelen van deze kleinen. , , Ziet toe, dat gij niet een van de kleinen veracht. Want Ik zeg ulieden dat hun engelen in de hemelen altijd zien het aangezicht Mijns Vaders, Die in de hemelen is.”

De engelen stellen belang in het verlossingswerk van de Heere Jezus Christus.

Zij zijn begerig in die dingen in te zien. De engelen hebben een taak in de kerk des Heeren. In Efeze 3:10 lezen we: , Opdat nu, door de gemeente, bekend gemaakt worde aan de overheden en machten in de hemel, de veelvuldige wijsheid Gods". De gemeente moet de engelen onderwijzen. De engelen zijn ook schepselen. Zij weten veel, maar lang niet alles.

Wij moeten leren van de onbewuste schepping. Deze is voor ons als een schoon

boek, waarin alle schepselen als letteren zijn, die ons de onzienlijke dingen Gods geven te aanschouwen. God geeft aan de onbewuste schepping een roeping, om ons te onderwijzen. En zo hebben wij een taak de engelen te onderwijzen. Zij zijn begerig in die dingen in te zien. Zij bukken zich neer over het verzoendeksel. En dan zien de engelen in de kerk de wondere wegen des Heeren. Hoe God Zijn volk leidt. Hoe Hij zondaren trekt. Hoe Hij door Zijn Woord en Geest het geloof werkt en versterkt. De engelen zien, wanneer zij uitgezonden worden om te helpen, gebedsverhoringen van de kinderen Gods. Zij zien de gelovigen op de knieën smeken en ook danken. En zo leren zij al meer de veelkleurige wijsheid Gods.

De engelen brengen de gelovigen bij hun dood in de hemel. Lazarus wordt door de engelen gedragen in de schoot van Abraham. Gods Woord leert ons deze dingen tot onze troost.

De zonde van de gevallen engelen

De Heilige Schrift leert ons, dat de eerste zonde gezocht moet worden in de engelenwereld. Joh. 4 : 44 zegt: Gij zijt uit de vader de duivel, en wilt de begeerte uws vaders doen; die was een mensenmoorder van den beginne en is in de waarheid niet staande gebleven. Want geen waarheid is in hem. Wanneer hij de leugen spreekt, zo spreekt hij uit zijn eigen, want hij is een leugenaar van den beginne en de vader der leugenen.”

Judas, vers 6 zegt: „En de engelen, die hun beginsel niet bewaard hebben, maar hun eigen woonstede verlaten hebben, heeft Hij tot het oordeel des groten dags met eeuwige banden onder de duisternis bewaard.”

De duivel is in de waarheid niet staande gebleven. Waarheid en leugen staan tegenover elkaar. God heeft Zijn schepselen geplaatst in de waarheid. Daar was hun staat. Zo stonden zij in de rechte verhouding tot God en tot elkaar. De duivel was met die plaats niet tevreden. Hij heeft zich een levens-en wereldbeschouwing ingedacht, waarin niet God de eerste zou zijn, maar hij. Hij wilde niet onder God, maar naast en zelfs boven God. Hij wilde niet blijven daar, waar God hem had gesteld. Hij is in de waarheid niet staande gebleven.

De duivel heeft zich een wereld ingedacht, waarin hij de eerste zou zijn. En dat is de leugen.

De gevolgen van die zonde van de engelen zijn zo ontzettend. God heeft hen van Zich gestoten en heeft hun een andere woonplaats gegeven, de plaats des verderfs. Vanuit die burcht binden zij de strijd aan tegen Christus en Zijn kerk. Straks zal de duivel zijn macht nog eens openbaren door de antichrist. Maar wanneer Christus komt op de wolken des hemels, zal de duivel met de boze engelen geworpen worden in de poel des vuurs, die eeuwig brandt. Voor de duivel en zijn engelen is geen redding mogelijk.

Leugen en dood gaan samen.

Waarheid en leven gaan ook samen. Want Christus is de Waarheid en het Leven. Daar zien wij, dat belijdenis en leven geen tegenstellingen vormen, maar een eenheid. De wereld leeft uit de leugen en beleeft, wat zij belijdt. Wij moeten ook beleven, wat wij belijden en moeten uit de waarheid leven, want alleen de waarheid zal ons vrij maken. God zal Zijn recht handhaven, de zonde straffen. De duivelen zijn veroordeeld tot eeuwige verdoemenis, en verwachten dagelijks hun schrikkelijke pijnigingen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen