Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

In het huis van Uitlegger [8]

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In het huis van Uitlegger [8]

Het laatste oordeel

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

We zijn toegekomen aan het laatste tafereel dat Christen getoond wordt in het huis van Uitlegger.

Christen ziet een man die opstaat van zijn bed. Hij trekt zijn kleren aan en ondertussen beeft en rilt hij. Christen moet zelf aan deze man vragen waarom hij zo beeft. En dan vertelt de man wat hij die nacht gedroomd had.
Hij hoorde de donder en zag de bliksem. Na het horen van de bazuin, zag hij een Man, zittend op de wolken, omringd door vele hemelingen. Hij hoorde een stem: ‘Staat op, gij doden, en komt ten oordeel’. Toen scheurden de rotsen, de graven gingen open en de doden stonden op. Sommigen van hen waren blij, anderen vreesden zeer.
Toen zag de dromende man hoe de Man op de wolken een boek opende en de hele wereld voor Hem daagde. Hij gaf bevel dat het onkruid vergaderd zou worden om te verbranden. En de tarwe moest verzameld worden in de schuur.
Dan hoort Christen de man klagen: ‘Maar ik werd achtergelaten’. En al probeerde hij zich in zijn droom te verbergen, het ging niet. Zijn zonden kwamen hem voor ogen en zijn geweten begon hem te beschuldigen. Toen werd hij wakker.

Bevend

Als Christen de man vraagt wat hem zo bang maakte in die droom, hoort hij: ‘Wel, ik dacht dat de dag van het Oordeel was aangebroken en daarop was ik niet voorbereid’. Het meest werd hij verontrust doordat de engelen hem lieten staan, de put van de hel zich naast hem opende en de ogen van de heilige Rechter op hem gericht bleven. Christen heeft een antwoord op zijn vraag.

Als u dit gedeelte uit de Christenreis eens rustig leest, zult u zich moeten verbazen over de vele Bijbelteksten die Bunyan hier aanhaalt. Zo helder en bijbelgetrouw tekent hij in dit gedeelte wat er gebeuren zal op de jongste dag. Dan zal Christus als Rechter komen op de wolken des hemels om te oordelen de levenden en de doden. De doden zullen uit hun graven worden opgewekt en degenen die dan nog leven zullen in een ogenblik veranderd worden van sterfelijk tot onsterfelijk, van verderfelijk tot onverderfelijk. Dan zal er een scheiding vallen tussen de bokken, die ter linkerhand gesteld worden, en de schapen die ter rechterhand zullen staan.
Alles zal geschieden tot Gods eer. En al Gods oprechte kinderen zullen zich verwonderen en verblijd zijn met een onuitsprekelijke vreugde. Maar hoe vreselijk zal het dan zijn voor hen, die onbekeerd en onverzoend voor God moeten verschijnen.

En, geliefde lezer(es), als nu deze man door die droom al zo verschrikt is geworden, wat zouden wij dan niet moeten beven, die weten dat deze zaken geen droom maar werkelijkheid zal worden?
Christen moet weten dat hij op reis is naar het Godsgericht. En… dat weet hij. Dat was hem bekendgemaakt in Stad Verderf. Dat deed hem juist vluchten, met zijn pak op zijn rug. U ook?

Onvoorbereid

Het meest aangrijpende uit deze droom is wel dat de man niet voorbereid was op deze dag. Hij zag de ontzaggelijke scheiding tussen het kaf en Zijn tarwe.
Geliefde lezer(es), van nature zijn wij allen onvoorbereid. Dan behoren we tot het kaf, dat straks zal worden weggeblazen, maar wel voor eeuwig in het helse vuur moet verkeren. O, dat de schrik des Heeren ons toch bewegen mocht tot het geloof. Opdat we eens werkelijk gaan geloven dat we op reis zijn naar de eeuwigheid.
Het is zo’n eeuwig wonder dat God van kaf Zijn tarwe maken kan. En daarmee gaat Hij door tot de jongste dag. Daarvoor is nu zo nodig het wederbarend werk van de Heilige Geest. Dan leren we onszelf als kaf voor God kennen, ons wegschamen en God rechtvaardigen als Hij zulk kaf van voor Zijn aangezicht zal wegdoen. Maar dan leren we ook hoe we door het werk van Christus en Zijn bloed tot tarwe gemaakt kunnen en moeten worden. Dan worden we werkelijk voorbereid.


Christen moet weten dat hij op reis is naar het Godsge-richt. En… dat weet hij. Dat was hem bekendgemaakt in Stad Verderf. Dat deed hem juist vluchten, met zijn pak op zijn rug. U ook?


Geliefde lezer(es), we hebben zomaar enkele keren in het huis van Uitlegger met elkaar mogen verkeren. We mogen de vraag die Uitlegger aan Christen stelde ook aan elkaar wel stellen: ‘Hebt u al deze dingen opgemerkt?’
O, dat we met Christen zouden mogen zeggen: ‘Ja, en ze doen mij hopen en tegelijk vrezen’. Dat we ze dan onthouden zouden en dat deze lessen mochten dienen als prikkels in de rug om voortgeduwd te worden op de weg. Wat een wonder als we in waarheid door de Heilige Geest geleerd met Christen mogen zingen:
Wat wond’re dingen zag ik daar!
Mij zo profijtelijk als raar,
‘t Geen mij vermaakte en deed vrezen;
Dat tot mijn heilig ogemerk,
En troostelijk aangevangen werk,
Tot nut en vorderlijk zal wezen.

(slot)

ds. B.J. van Boven, Wekerom

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 april 2017

De Saambinder | 20 Pagina's

In het huis van Uitlegger [8]

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 april 2017

De Saambinder | 20 Pagina's