Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het verbond (3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het verbond (3)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het verbond komt God tot ons met Zijn belofte van heil. De HEERE begint dus. Het gaat alles van Hem uit. Hij is de Eerste in het verbond; en maar goed ook, want wij zoeken God vanuit onszelf niet (Rom. 3:11). Toch is de bedoeling van het verbond niet, dat het niet beantwoord wordt. De vorige keer zagen we juist dat het verbond éénzijdig is wat betreft de sluiting, maar tweezijdig in het functioneren.

Gods verbond houden
Nu is het verbond zeer kostbaar. De oudvaders spreken over het kabinet van het genadeverbond. In dat kabinet, in die kast, zijn allerlei schatten te vinden. Al de schatten van Christus zijn in dat verbond: vergeving van zonden, heiliging van leven, aanneming tot kinderen, bewaring op de weg naar de hemel en het eeuwige leven. Om in deze verbondszegeningen te delen, gaat het erom dat wij Gods verbond houden. We ontvangen de zegeningen van het verbond niet als een automatisme, maar juist als arme, verlegen zondaren, die hun mond openen en op Gods verbond alles van Hem afsmeken. Het wordt ontvangen in de weg van bekering en geloof. We noemen dat ook wel de inwilliging van het verbond, door je hart niet aan andere goden, maar aan de HEERE te geven. Door alle verbonden die gemaakt zijn met zonde en wereld te verbreken en een plechtig verbond met God aan te gaan. Door een hartelijke keuze te doen: om de HEERE aan te hangen, Hem te vrezen en te dienen. En vooral: door met boetvaardigheid en geloof de genade in Christus te zoeken. Zo houden wij Gods verbond. Als Psalm 103 spreekt over Gods verbondstrouw tot in het late nageslacht, dan wordt daarbij gezegd: Aan degenen, die Zijn verbond houden, en die aan Zijn bevelen denken, om die te doen (vers 18). Aan die zaken verbindt de HEERE dus Zijn verbondszegen. Daarbij moet niet de verkeerde gedachte postvatten dat het ontvangen van de verbondszegen dus van ons afhankelijk is. We moeten de woorden niet lezen als voorwaarde of als verdienstelijkheid, maar als de weg waarin God Zijn verbondszegen schenkt. Niet anders is deze zegen te ontvangen dan door het houden van Gods verbond.

Ontrouw
Van Gods volk lezen we meerdere keren: Israël houdt het verbond niet. Het verbreekt en ontheiligt het verbond door ontrouw en ongehoorzaamheid. Dat is de crisis in het verbond. Heel concreet komt dit tot uiting in het kiezen voor de goden van de heidenvolkeren. Door de profeet Hosea wordt deze ontrouw gezien als echtbreuk en hij vergelijkt Israël met een vrouw die haar man ontrouw geworden is. Dan blijkt ook het tweezijdige van het verbond: de Heere beloofde zegen op voorwaarde dat Israël gehoorzaam zou zijn. Nu Israël niet gehoorzaamt, treedt de vloek van het verbond in werking.

En ook in het uitvoeren van Zijn bedreigingen is de Heere getrouw. Het zijn dan de richters en de profeten die het volk het gericht aankondigen. Wel blijft er in hun oordeelsprediking de mogelijkheid van terugkeer. Het is dus niet louter verkondiging van onheil, maar ook van heil en zegen, bij wederkeer tot de HEERE. Heel sterk zien we dat ook bij het oordeel (de verbondswraak) van de ballingschap: een rest van het volk van God zal terugkeren. Vanwege de belofte. Vanwege de Messias, de Knecht des HEEREN. Heil en zaligheid is in Hem nabij voor Israël en de volkeren. Die zegen is niet meer afhankelijk van de verbondsgehoorzaamheid van Gods volk. Zij verbreken dat steeds en kunnen van hun kant het verbond niet houden. Daarom gaat de HEERE Zelf voor die gehoorzaamheid zorg dragen. De profeet Jeremia mag een nieuwe toekomst van het verbond prediken. Het bestaande verbond krijgt een nieuwe vorm. God Zelf gaat de innerlijke voorwaarden van het verbond (gehoorzaamheid met het hele hart en uit liefde) vervullen. In Jeremia 31:33-34 lezen we van dit nieuwe verbond: Maar dit is het verbond, dat Ik na die dagen met het huis van Israël maken zal, spreekt de HEERE: Ik zal Mijn wet in hun binnenste geven, en zal die in hun hart schrijven; en Ik zal hun tot een God zijn, en zij zullen Mij tot een volk zijn. (…) zij zullen Mij allen kennen, van hun kleinste af tot hun grootste toe, spreekt de HEERE; want Ik zal hun ongerechtigheid vergeven, en hunner zonden niet meer gedenken.

Een nieuw verbond
De vraag is: Wat is er nu nieuw in dit nieuwe verbond? Door de belofte van een vlezen hart in plaats van het stenen hart, gaat de HEERE de ongehoorzaamheid aan Zijn verbond opheffen. Nieuwe verbondsbepalingen helpen daarvoor immers niet. Nieuwe oproepen van de profeten evenmin: de mensen luisteren toch niet. Dan gaat de HEERE iets nieuws doen. Hij verandert niet Zijn wet, maar Hij verandert de mens door Zijn wet in hun hart te leggen en tegelijk hun zonden te vergeven. Zo overwint Hij hun ongehoorzaamheid door er Zelf voor te zorgen dat ze Hem gehoorzaam zijn. Wat schittert hier Gods genade! Deze profetie van Jeremia 31 zien we tot vervulling komen in de Heere Jezus Christus. Door Zijn werk komt er een nieuwe verhouding tussen God en zondige mensen. Dit nieuwe verbond is vast in Zijn bloed, in de dood van de Testamentmaker. De Heere Jezus is de Middelaar van het verbond. Het is door Zijn verdiensten dat de zegeningen van het heil, zoals de vergeving van de zonden en een nieuw leven, kunnen worden uitgekeerd aan zondige mensen. Waar dat door de Heilige Geest gebeurt, gaan we Gods verbond houden met ons gehele hart. Dan wordt Gods verbond, dat in alles wel verordineerd en vast is, ons dierbaar. Want al de schatten van Christus zijn erin te vinden. Allen die dat door het geloof weten, zeggen: Voorzeker, daarin is al mijn heil en lust!

Thomas Boston zegt in zijn boek over het genadeverbond: ‘dus is het verbond bijgebracht en u voorgesteld in het Evangelie, zodat u noodzakelijk aannemers of weigeraars ervan moet zijn.’ Weiger het niet. Dat is levensgevaarlijk, meer dan ik kan uitdrukken. Grijp het aan en houd het verbond, want het is uw leven en het leven uwer kinderen (Deuteronomium 6).

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 6 april 2013

Kerkblad | 16 Pagina's

Het verbond (3)

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 6 april 2013

Kerkblad | 16 Pagina's