Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Oase voor zeevarenden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Oase voor zeevarenden

„Ik zie er vrolijk uit, maar diep in mijn hart ben ik heel eenzaam”

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Maanden zijn ze van huis. Vaak kunnen ze daardoor niet bij de geboorte van hun kind zijn, of bij de begrafenis van een ouder. Het zeemanshuis van Moerdijk is voor zeevarenden een oase in het harde bestaan. „We willen een rustpunt bieden voor de zeeman die vrijwel alleen die grijze golven ziet.”

De Sluisweg aan de rand van Moerdijk loopt na een paar honderd meter dood bij de voormalige sluiswachterswoning. Vandaag doet die dienst als clubhuis van de Waterscouting Matthijs Heldt Groep. Sinds een jaar heeft het pand op maandag- en donderdagavond een alternatieve bestemming. Dan fungeert het als zeemanshuis. In de recreatiezaal zijn twee Russische matrozen van de coaster Liva Greta uit Letland aan het tafeltennissen. Hun collega Novozhilon Aleksey (35) hanteert voor het eerst van zijn leven de sjoelstenen. De zeemanshuizen van Rotterdam en Antwerpen kende hij al, dat van Moerdijk nog niet. „Het ziet er hier goed uit. We vinden het sowieso ijn om even van boord te kunnen.” Aan een van de tafels zit Myrhone Pabingwy (32) achter een laptop. Via internet onderhoudt hij contact met zijn vrouw en twee kinderen. Nu liggen die te slapen. „huis is het middernacht”, lacht de verlegen Filippino. In het kamertje naast de recreatiezaal verkoopt Leen van Dam telefoonkaarten, tegen kostprijs. Langs de wand staan boekenkasten met Bijbels en stichtelijke lectuur in alle mogelijke talen. Gratis verkrijgbaar.

Gastenboek
Het zeemanshuis opende de deuren in 2005. Aanleiding was de miserabele positie van een dertigtal Nigeriaanse zeelieden op twee schepen die aan de ketting lagen. Ds. H. van der Ham, christelijk gereformeerd predikant voor de binnenvaart en de koopvaardij, trok zich hun lot aan. Hij kreeg daarbij steun van het Havenschap Moerdijk en pakweg twintig vrijwilligers uit verschillende kerken.

In maart 2005 werd de Stichting Koopvaardijwerk Moerdijk opgericht, onder voorzitterschap van Jan van der Wulp, voormalig hoofd technische dienst van de suikerfabriek in Puttershoek. Pas na zijn pensionering leerde hij de zeemanswereld kennen. „Dit is prachtig werk. Je ziet die mannen opklaren zodra ze hier binnen komen.” Leen van Dam, ouderling van de protestantse gemeente in Willemstad, is sinds drie jaar bij het project betrokken. „We willen een rustpunt bieden voor de zeeman die vrijwel alleen die grijze golven ziet, en van industrieterrein naar industrieterrein hopt”, zegt de gepensioneerde verkoopleider van Luxalex Nederland. „Welgestelde zeelieden ontmoet je hier niet. Het zijn altijd mensen uit landen met grote armoede, die dolblij zijn als ze van boord kunnen. Dat blijkt wel uit wat ze in ons gastenboek schrijven.”

Internet
Het overgrote deel van de gasten is afkomstig van de Filippijnen. Daarna komen de zeelui uit het Oostblok, met name Rusland en Oekraïne. In het zeemanshuis van Moerdijk zijn ze even uit de sfeer van het schip, en dat voor minimale kosten. In het onderkomen van de zeeverkenners kost frisdrank vijftig cent, een biertje gaat weg voor een euro. Jan van der Wulp pakt voor twee gasten telefoonkaarten uit een bakje. Met een kaart van vijf euro kan een Filippino drie kwartier naar huis bellen. „Dat is een heel interessante prijs. Voor hun mobiele telefoon hebben we opwaardeerkaarten. Die gaan tegen kostprijs weg.” Ook de communicatie via internet rukt onder de zeelieden op. „We hebben drie laptops, waarmee ze via ons wifi-netwerk gratis kunnen internetten. Steeds vaker zie je dat ze hun eigen laptop meebrengen. Een deel heeft via skype rechtstreeks contact met het thuisfront.”

Busje
Gemiddeld komen per avond zo’n twaalf zeelieden naar het zeemanshuis. ’s Middags trekken ds. Van der Ham en twee vrijwilligers de schepen langs, om te polsen wie belangstelling heeft. „Soms geeft de kapitein geen toestemming, omdat andere matrozen moeten werken en hij geen onderscheid wil maken. Daar zijn we niet blij mee, al kom je nog wel schrijnender situaties tegen. Dat matrozen als slaven worden behandeld. Zelfs met een goede kapitein is het een hard bestaan. Het gebeurt regelmatig dat zeevarenden er niet bij kunnen zijn als hun kindje wordt geboren. Het kan maanden duren eer ze het in de armen hebben.” Het Havenschap Moerdijk, dat het koopvaardijwerk ruimhartig ondersteunt, betaalt niet alleen de huur van het zeemanshuis, maar stelt ook een busje ter beschikking voor het transport. Vutter Kees Visser chaufeurt eens in de veertien dagen op maandag. De opvarenden van de Nirint Hollandia, gemeerd aan een kade van de Combined Cargo Terminals, hebben pech. Ze hadden graag willen komen, maar het lossen gaat sneller dan verwacht. Om negen uur vertrekt hun schip alweer. Een Filippijnse matroos steekt berustend z’n handen omhoog. Bij de Lady Clarissa, die met containers tussen Noorwegen en Moerdijk pendelt, hoeft Visser niet te zijn. „Die matrozen kennen de weg en komen op de iets, net als de mannen van de Hanseatic Sea. Met mooi weer lopen ze.”

Aan de ketting
Het zeemanshuis is voor de zeevarenden van onschatbare betekenis, ontdekte de vrijwilliger uit Moerdijk in de achterliggende jaren. „Twee weken terug had ik mensen die drie maanden lang geen contact met huis hadden gehad. Dan zijn ze ontzettend gelukkig als ze naar ons toe kunnen komen. Om te bellen, te internetten en wat gezelligheid te vinden.” Ook als er aan boord problemen zijn, is het zeemanshuis een laatste vluchtheuvel. „Een haljaar terug liet de Russische bemanning van twee oude schepen hun schip aan de ketting leggen, via een vakbond. Ze hadden na vier maanden nog steeds geen salaris gehad. De reder was onvindbaar. Uiteindelijk zijn die schepen geveild, van de opbrengst kregen de zeelui een klein deel. Veel minder dan het salaris waar ze recht op hadden, maar het was beter dan niets.”

Het duurde nog vier maanden eer alles rond was. „Het havenschap heeft die mannen al die tijd van eten voorzien. Elke maandag- en donderdagavond zaten ze in het zeemanshuis. Ze konden daar gratis drinken en contact onderhouden met thuis. Dat was voor hen geweldig veel waard. Hun afscheid was onvergetelijk.”

Eenzaam
Aan een tafeltje in de hoek is Baltazar Bánez (55) van de Hanseatic Sea in druk gesprek met Marino Magno. Hij heeft nog acht maanden voor de boeg. „We hebben niet voor dit beroep gekozen”, zegt hij, „dit beroep koos voor ons. Het geld dat ik verdien, maak ik over voor mijn gezin, m’n broer, m’n zus, m’n ouders. Op de Filippijnen hebben we grote families.” In eigen land zou hij hooguit tweehonderdvijftig dollar per maand verdienen. Op zee is dat het viervoudige, maar daar staat veel negatiefs tegenover. „Ik mis mijn vrouw en kinderen. Soms weet ik wekenlang niet hoe het met hen is. Dat is zo zwaar voor me, ik heb er vaak hoofdpijn van. Ik zie er vrolijk uit, maar diep in mijn hart ben ik heel eenzaam, mijn vriend.” Hij maakt dagen van twaalf uur. De overige twaalf zijn om te slapen en te eten. „Elke week is hetzelfde, elke maand hetzelfde.” Na negen maanden varen is hij vijf maanden thuis. Dan leeft hij van de uitbetaling van de overuren. „Naar Filippijnse maatstaven heb ik een goed salaris, maar blanke mensen krijgen veel meer. Terwijl ze niet meer doen dan wij en hun contracten gunstiger zijn dan de onze. Had ik maar jouw kleur gehad, mijn vriend.”

Zonder woorden
Ook lotgenoot Marino, kok op de Lady Clarissa, is een vaste gast in het zeemanshuis. Om de week praat hij daar bij met volksgenoten. Aan boord moet hij het doen met twee Hollanders, een Filippino, drie Oekraïeners en een Kaapverdiaan. Spraakverwarring geeft dat niet. „Zeelieden verstaan elkaar zonder woorden”, lacht Baltazar. Novozhilon Aleksey zit met zijn collega’s over een kaart gebogen. De volgende bestemming is Gent, voor nieuwe lading. Die moet naar Limerick, in Ierland. De tijd dat de Europese havens werden aangedaan door zogenaamde drijvende doodkisten, is door aangescherpte regelgeving voorbij. Wel ziet ds. Van der Ham nog steeds schepen die ongeschikt zijn voor de opdrachten die ermee worden uitgevoerd. „Zeer recent is een scheepje naar Colombia vertrokken waarop ik nog niet naar Engeland zou durven. Een coastertje met een bemanning van diverse nationaliteiten. De kapitein had op de kaart een kaarsrechte lijn van Hoek van Holland naar Colombia getrokken. Onvoorstelbaar! Een van onze vrijwilligers, een oud-kapitein, heeft hem nog wat adviezen gegeven.”

Vertrouwen
In de loop der jaren kreeg de christelijke gereformeerde predikant voor de binnenvaart- en koopvaardijsector een band met de bonte meute van varenslieden. Al blijft het moeilijk om te peilen wat in hun hart leeft, door de taalbarrière en cultuurverschillen. „Ik ben al blij als ik op een avond als deze met een van de gasten een wat dieper gesprek heb.” Sinds een haljaar kan hij een DVD met algemene informatie voor zeevarenden uitdelen. Daaraan is een leesgedeelte met meer dan honderd meditaties toegevoegd, in twaalf talen. „Ze hebben mij gevraagd dit deel te vullen. Daar ben ik tot vandaag verwonderd over. Een deel van de meditaties heb ik zelf geschreven. Daarnaast heb ik geput uit de geschriften van Luther, Calvijn, puriteinen en oude schrijvers.” Over het bereik ervan is vrijwilliger Anko Bonninga optimistisch. „Aan boord is er weinig aleiding, dus of ze geloven of niet, zeelui lezen alles wat ze onder ogen krijgen. Je weet nooit wat het uitwerkt. We doen dit werk in het vertrouwen dat God het zal zegenen.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 26 mei 2010

Terdege | 91 Pagina's

Oase voor zeevarenden

Bekijk de hele uitgave van woensdag 26 mei 2010

Terdege | 91 Pagina's