De bewarende hand gods
I.
Jullie weten natuurlijk allemaal, dat het leven van elk mensch, hetzij groot of klein, hetzij oud of jong in de hand Gods is. Dat hebben jullie al gehoord van vader en moeder, toen ge nog heel jong waart, dat hebt ge geleerd op school en op de catechisatie, daarvan zult .ge ook wel vernomen hebben als ge 's Zondags in de kerk naar den dominee of naar iemand anders, die het Woord Gods bracht, zat te luisteren. Ik denk dan ook wel, dat jullie allemaal des avonds bij het naar bed gaan en des morgens bij het opstaan den Heere zult vragen of Hij je des nachts en overdag bewaren wil voor allerlei rampen, onheilen, gevaren en vooral ook voor de zonde. Denkt er om, jongens en meisjes, dat je dat nooit ver zuimt. De Heere heeft er recht op en Hij is het ook waardig door jullie erkend te worden. Natuurlijk moet je ook, ja ik zou zeggen, in de eerste plaats, om een nieuv/ hart bidden, want je v/eet dat het zonder een vernieuwd hart onmogelijk is om waarlijk getroost te zijn en in dien troost zaliglijk te leven en te sterven. Daarom gaat dit boven alles. Een nieuw hart te mogen ontvangen, dat is toch wel het hoogste en het grootste wat een mensch te beurt kan vallen. Ook kinderen zijn daarvan geenszins uitgesloten. Zei de Heere Jezus Zelf niet eens: , , Laat de kinderkens tot Mij komen en verhindert ze niet, want de zulken is het koninkrijk der hemelen"? Daarom, jongens en meisjes, bidt daar maar veel om. En als dat mag plaats hebben, namelijk dat de Heere je een nieuw hart schenkt, dan mag je ook deelen in de bijzondere bev/aring Gods. Dan zal de Heere Zijne engelen zenden om je te bewaren gelijk we dat vertolkt vinden in het vierde vers van psalm 34 berijmd:
Des Heeren Engel schaart Een onverwinbre hemelwacht Rondom hem, die Gods wil betracht; Dus is hij wel bewaard. * Komt, smaakt nu en beschouwt De goedheid van d'Alzegenaar.
Welzalig hij, die in gevaar Alleen op Hem betrouwt!
Dit nu mocht ook de jonge man ondervinden Vv'aarover het verhaal gaat, dat we jullie nu willen gaan vertellen. Daar we het echter liever niet onderbreken willen, zullen we het, zoo de Heere wil en wij leven, de volgende maal in zijn geheel opnemen.
OOM KOOS.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 januari 1947
De Banier | 8 Pagina's