Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Eén dag in Uw huis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Eén dag in Uw huis

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij, jongeren

Leesdienst.

In een heel bemoedigende brief van een oudere lezer, die in zijn vorige woonplaats zelf ouderling geweest is, kwamen ook de volgende zinnen voor: „Mag ik U vragen: besteed eens aandacht aan het preeklezen. Ik heb dit zelf 10 jaar lang gedaan. Oude schrijvers zijn vaak onbegrijpelijk voor oud en jong. Bij goed lezen vervalt vaak dit bezwaar."

Nu we in onze rubriek aan het eind gekomen zijn van de eredienst, willen we graag ingaan op dit verzoek: aandacht voor het preeklezen. Wat ons betreft had deze ouderling nog wel wat langer over zijn ervaring met het preeklezen mogen vertellen. Hij heeft het zelf gedaan en hij moet ook op huisbezoek gemerkt hebben of dit preeklezen in de gemeente óverkomt. Maar hij liet het in zijn brief bij deze opmerkingen. Nu hebben we over het preeklezen gelukkig nog verschillende andere brieven liggen. Die willen we jullie nu eerst maar laten lezen. Een jonge lezer schrijft:

„In sommige gemeenten leest maar één ouderling de preken, terwijl er toch wel meerdere geschikte personen zijn die ouderling zijn. Is dit wel goed voor de gemeente en de ouderling? "

In andere gemeenten is het net andersom. Dit blijkt uit een andere brief: „Hoe vaak gebeurt het niet dat, als er b.v. vijf ouderlingen zijn, zij ook alle vijf de gemeente voorgaan in het lezen van een preek, terwijl er niet op gelet wordt of zij hier de gaven voor hebben. Dit vind ik heel jammer. Temeer betreur ik het, omdat uit het kerkelijk jaarboek blijkt dat de helft en vaak de grootste helft van onze gemeenten bestaat uit doopleden. Dit betekent dus: Uw huis kinderen en jongeren onder de leeftijd van 20 a 22 jaar. Uit gesprekken met jongeren weet ik dat ook een gelezen preek zijn vruchten afwerpt. Maar dan een duidelijk gelezen preek, die ook door jongeren te volgen is. Ik geloof ook niet dat de Heere voorlezers roept in Zijn Kerk, maar ambtsdragers met verscheiden gaven." Tot zover deze brief.

Hoe en wat?

We kunnen het er allemaal wel over eens zijn, dat het heel belangrijk is hóe er gelezen wordt. Gelukkig zijn er ook ouderlingen die dat goed kunnen. Gelukkig zijn er ook gemeenten waar alleen die ouderlingen in de leesdienst vóórgaan, die daar ook duidelijk de gaven voor hebben. Dan kan ook de leesdienst tot zegen zijn. Dan hoeft ook de kerk niet ineens half leeg te zijn. Als het goed is trekt niet uitsluitend de persoon van de predikant, maar even goed de band in de gemeente ons naar de kerk toe. En waar die band is, zullen ook de ouderlingen de gemeente op het oog hebben, als zij een preek uitzoeken. Daarbij valt de keus niet zelden op een preek uit onze eigen tijd. Verschillende van onze predikanten hebben al een bundel preken uitgegeven. Die zijn met de band opgenomen: het is dus geen schrijftaal, maar spreektaal. Die preken zijn dus nog het best geschikt om voorgelezen te worden. Als de gemeente het niet begrijpt heeft het immers geen zin.

Aan de andere kant zou het toch jammer zijn als de oudere schrijvers zo in het vergeetboek raakten. We denken clan vooral aan de predikanten van de „Nadere Reformatie" (eigenlijk een beter woord dan „oude schrijvers"). Vaak weet men van hen alleen dat ze het „tijdgeloof" zo goed wisten te onder-

scheiden van liet „zaligmakende geloof". Maar wat konden zij ook een ruim Evangelie verkondigen! Hoe concreet wezen zij zondaren de weg tot Christus! Wat hadden zij goed oog voor de verschillende wegen die dc II. Geest kan gaan!

Een bezwaar is alleen de taal. Toen was die taal actueel. Maar wij zijn 2 a 3 eeuwen verder. Daarom moesten die preken eigenlijk vertaald kunnen worden. Sommige ouderlingen maken er thuis ook wel eens wat moderner Nederlands van. En dat is prima, als de inhoud maar niet veranderd wordt. Anders kan er ook niet meer afgelezen worden: de preek was van die-en-die.

Nood-oplossing.

Toch blijft preeklezen een noodoplossing. Daarover kregen wij ook een brief van een nog jonge vrouw. Zij schrijft het volgende:

„Er zijn gelukkig veel jonge mensen die wel degelijk met het Woord van God, ook tot hen gesproken in de prediking, bezig zijn. De meesten van hen, die ik ken, horen 's zondags een preek van de dominee in hun gemeente. Ook zijn er echter veel, die bijna zondag aan zondag naar preeklezen moeten luisteren. Dat valt altijd niet mee. liet is vaak heel moeilijk. Is preeklezen dan niet goed? Mankeert daar dan iets aan? Gelukkig is dat een goede noodoplossing en hopelijk zijn er veel mensen die in kracht van de Heere het voorgelezen woord in zich opnemen. Maar er zijn zoveel jonge mensen, en misschien ook wel ouderen die met tegenzin naar de kerk gaan. Ze voelen diep in hun hart wel dat het moet, maar die strijd met de wereld, hun vlees, en het Woord Gods is zo moeilijk. Weer naar de kerk, weer luisteren naar de stem van een voorlezer, weer proberen je aandacht, die na 5 minuten is afgeleid erbij te brengen en te houden.

Wat zou het fijn zijn als iedere zondag een dominee iedereen toeriep te horen naar het Woord van dc levende God. Wat zou dan de vaak uiterlijk eentonige kerkdienst veranderen in het geschaard zijn rondom Gods Woord. Nogmaals wil ik hier dus niet mee zeggen dat preeklezen niet goed is. Maar het is en blijft een noodoplossing. Wat heeft een dominee een fijne plaats in de gemeente, bij wie de jonge mensen in deze moeilijke tijd hun problemen kunnen uitpraten. Waar is die plaats in vakante gemeenten?

Kan de Heere dan niet meer arbeiders schenken? Hoe zouden we durven twijfelen aan Gods Almacht en hoe komt ons Zijn genade uit Zijn Woord tegemoet. Wat weten we goed dat de Heere Jezus niet alleen gezegd, maar ook opgedragen heeft te bidden voor arbeiders. De oogst is groot, maar waar de arbeiders? Direct denken we aan het curatorium en hopen dat er meer dominees toegelaten worden. Ook hebben we de zonodige, hopelijk opbouwende, kritiek. Maar waar is ons gebed? Als wij nood hebben, , waarom bidden we dan niet? De nood in onze Gereformeerde Gemeenten kan een kind ontdekken. Zoveel gemeenten, zo weinig predikanten. Leeft die nood wel? Lopen we de Heere wel aan als een waterstroom? We weten dat de Heilige Geest altijd werkt. Waarom vragen we niet om nog meer werking in Nederland en in onze gemeenten? Eén ding is zeker, de Heere zegt het Zelf, dat Hij hoort op het gebed. Als nu. alle Daniëllezers en alle gemeenteleden vandaag beginnen of hopelijk al begonnen zijn met gebed voor arbeiders en voor het curatorium, iedere dag, dan staat de Heere er zelf achter dat Hij rijk zal voorzien."

Tot zover deze briefschrijfster.

We wilden haar oproep graag doorgeven. Gods belofte mag ons aansporen, dat Hij het ook doen zal. Die belofte vind je o.a. in Jeremia 3. Eerst staat daar: „Bekeert u, gij afkerige kinderen! En dan lezen we ook: „Een Ik zal u herders geven naar Mijn hart." Als er

uit de gemeenten te weinig herders voortkomen, ligt dat ook aan die gemeenten! Maar als wij ons bekeren — dat staat hier — dan zal God herders geven. „Die zullen u weiden met wetenschap en verstand"!

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1967

Daniel | 16 Pagina's

Eén dag in Uw huis

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1967

Daniel | 16 Pagina's